Aïsha Sriram stopt als commissielid: ‘Kan me niet meer vinden in standpunten van Hart voor Delft’
“Ik kon me niet meer vinden in de politieke standpunten van Hart voor Delft.” Dat zegt Aïsha Sriram, die sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 als commissielid actief is voor de HvD-fractie. Bij die verkiezingen stond Sriram op plek 6 op de lijst van HvD: “Met 80 stemmen meer had ik een zetel gehad.”
Dat Sriram nu stopt is niet het gevolg van een behoefte aan meer rust, wat recent door de burgemeester aan werd gedragen als haar reden om te stoppen. Sriram vertelt dat ze ooit begon in de politiek om ‘haar buren te helpen’. Ze gaat verder: “De gemeenteraad leek mij de beste weg hiervoor.” Hierbij zegt ze over zichzelf: “De drijfveer is er nog steeds.” Ze sluit ook niet uit politiek actief te blijven in Delft. Reden voor haar om ondanks deze blijvende drijfveer nu haar functie als commissielid neer te leggen, is een verschil in standpunten met de rest van de partij HvD.
Wat dit verschil in standpunten is, dat vermeldt Sriram niet. Ook de fractievoorzitter van HvD, Bram Stoop, wil hier niet veel over zeggen. Wel zegt hij: “Wij hebben een verkiezingsprogramma en daar houden we strak aan vast.” Echter is van kwaad bloed tussen HvD en Sriram absoluut geen sprake, volgens Stoop. “We zijn in goed overleg uit elkaar,” laat hij weten. Hij stelt hierbij dat situaties waarin iemand besluit te stoppen ‘niet altijd negatief’ zijn.
Volwassenenfonds
Over de rol van commissielid zegt Sriram: “Een commissielid doet eigenlijk alles wat een gemeenteraadslid doet, maar stemt uiteindelijk niet mee over besluiten.” Sriram kijkt met trots terug op haar periode als commissielid. Als een van haar persoonlijke hoogtepunten noemt ze dat zij het amendement geschreven heeft, dat ervoor gezorgd heeft dat mensen met een laag inkomen in Delft gebruik kunnen maken van het volwassenenfonds. Vanuit dit fonds worden bijvoorbeeld contributies voor een sportvereniging betaald voor mensen die deze kosten zelf niet kunnen dragen. Sriram: “Zoiets bestond al voor kinderen, maar nog niet voor volwassenen in Delft.”