Bewonersvereniging ziet te veel studenten: ‘Betrek bewoners beter’

“Zorg voor participatie, betrek bewoners aan de voorkant en maak samen plannen.” Dat advies geeft Belangenvereniging TU Noord in een brief aan de gemeente. De bewonersvereniging maakt zich zorgen over de groei van het aantal studenten in Delft.

Luchtfoto TU Delft campus
Zorgen van de vereniging zijn onder meer gebaseerd op een rapport van de Delftse rekenkamer, ‘Samenwerking gemeente Delft en TU Delft’. “Als eerste blijkt uit het rapport dat gemeente Delft en TU Delft veelvuldig contact hebben, maar meestal zonder bewoners en zonder bewonersorganisaties”, schrijft de belangenvereniging. Dit vindt de vereniging een probleem: “Meestal kunnen bewoners alleen reageren op plannen en ideeën die vooraf door gemeente en TU Delft zijn bedacht.” Hierdoor ontstaat volgens de vereniging een gevoel van onvrede, wat leidt tot een ‘kloof tussen bewoners en studenten’. 

 

Woningnood 
“Op dit moment zijn er meer dan 30.000 studenten, waarvan bijna 7.000 internationale studenten. Dat zijn veel studenten op een stad als Delft met ruim 100.000 inwoners, ook al wonen niet alle studenten in Delft.” Zo schrijft de bewonersvereniging. Sociale interactie tussen studenten en andere bewoners wordt volgens de belangenvereniging alsmaar moeilijker, mede omdat er steeds meer internationale studenten bij zitten die geen Nederlands spreken.  

 

Er wordt gewerkt aan plannen om een deel van het aantal studenten dat een huis wil in Delft, af te wentelen naar Rotterdam. Mede door nieuwe opleidingen in de Maasstad te gaan aanbieden. Dit is voor Belangenvereniging TU Noord geen oplossing: “Ook in Rotterdam is er kamer- en woningnood, zijn de kamerprijzen hoger dan in Delft en is er woonoverlast. Het is dus goed voorstelbaar dat studenten die in Rotterdam aan de TU Delft gaan studeren in Delft een kamer zoeken.” 

 

Adviezen 
De belangenvereniging schrijft: “Als bewoners hebben wij niet de indruk dat de TUD en/of de gemeente het hoge aantal studenten en de groei van het studentenaantal als een probleem ervaren. Dit in tegenstelling tot de bewoners van de stad.” Ook studenten zelf zijn hier volgens de vereniging slachtoffer, want zij worden alsmaar meer als probleem gezien en ze hebben enorme moeilijkheden met het vinden van een kamer. De vereniging erkent dat de gemeente van alles doet om te luisteren naar problemen: “Een luisterend oor is fijn, maar als je wekelijks, soms nachten achter elkaar ’s nachts wakker wordt als gevolg van woonoverlast door te veel studenten in je buurt, dan helpt praten niet.” 

 

Daarom geeft de belangenvereniging adviezen. Ten eerste willen ze dat gemeente en universiteit erkennen dat er een probleem is. Daarbij eist men ‘actieve inzet vanuit de TU en gemeente om te zorgen dat de aantallen studenten weer in verhouding zijn met wat de stad aan kan.” Ook wil de groep ‘zichtbare resultaten waardoor de leefbaarheid en sociale cohesie in verkamerde wijken verbetert’.