Burgemeester over naderend vertrek: ‘Zeg al tegen mensen dat ze moeten solliciteren'

“Het lijkt me heerlijk ook gewoon eens te kunnen lummelen,” zegt burgemeester Marja van Bijsterveldt in een radio-interview bij Omroep Delft. Vorige week donderdag kondigde ze aan september volgend jaar haar ambt neer te leggen. Met presentatoren Christine Bel en Herman de Bruin ging zij hierover in gesprek.

Video: Willem de Bie
 
“Een half jaar neem ik rust,” vertelt Van Bijsterveldt. Maar achter de geraniums gaan zitten is er voor haar niet bij: “Ik ga zeker een hoop vrijwilligerswerk doen.” Ondertussen houdt Van Bijsterveldt zich ook al bezig met haar opvolging. “Ik zeg al tegen mensen dat ze zouden moeten solliciteren.” Tegen wie ze dit zegt, dat kan de burgemeester niet zeggen. Maar ze meldt wel dat het gaat om mensen die, net zoals zijzelf, connecties hebben in Den Haag. “Het is goed om als burgemeester daar je netwerk te hebben.” Ook zegt ze over eventuele opvolgers: “Ik heb mensen in mijn hoofd die het anders zouden doen dan ik, maar wel goed zouden passen.”


Oplossingsgericht

Van Bijsterveldt beveelt het ambt van burgemeester van Delft in ieder geval van harte aan. Ze noemt het ‘heel mooi werk’. Ze benoemt dat Delft toch ‘het hart van de regio is’, terwijl het in feite een kleine stad te midden van joekels als Den Haag en Rotterdam is. Waar het Rijk dit niet altijd zo waardeert, heeft Delft volgens Van Bijsterveldt een centrale functie in het gebied: “Als je naar de bezoekers van stadstheater De Veste kijkt, komt 60 procent van buiten Delft. Dat zijn mensen die niet naar Rotterdam of Den Haag gaan, maar naar het mooie, knusse Delft.”

 

Ook vindt de burgemeester het politieke debat in Delft prettiger dan in het binnenhof, of andere gemeenten. “Dat zit hem deels in het karakter van de stad. Mensen in Delft zijn voor een groot deel beta’s. Daarmee zijn we oplossingsgericht.” Ze noemt als voorbeeld het verschil in demonstraties in Amsterdam en gelijksoortige demonstraties in Delft: “In amsterdam lopen demonstraties bijna per definitie in de soep, maar hier gaat dat heel geordend.”


Stad veranderd

Terugkijkend op haar tijd als Delftse burgemeester ziet Van Bijsterveldt dat de stad is veranderd. Ze benoemt daarbij dat de innovatie vanuit de TU Delft steeds meer impact heeft. Ook wijst ze op het belang van het feit dat Delft in het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid zit. Hierdoor staat Delft vooraan bij het verdelen van subsidies. Deze kunne worden gebruikt voor projecten in Voorhof, Buitenhof en Tanthof-West. In dit nationale programma komen was voor Van Bijsterveldt een van de belangrijke doelen, toen zij enkele jaren geleden aan haar tweede termijn als burgemeester begon. “Ik was ervan overtuigt dat Rijk best extra aandacht kan besteden aan Delft-West,” zegt zij daarover.

 

Dit doel is dus behaald. Daarmee is de kous echter niet af. Van Bijsterveldt waarschuwt: “De subsidiekaravaan kan ook weer verdwijnen. Daarom is een van haar doelen voor de resterende maanden als burgemeenter: “Het zorgen voor gemeenschapszin.” Van Bijsterveldt licht toe dat ze ervoor wil zorgen dat mensen ‘zelf eigenaar zijn’ van wat er in hun wijk gebeurt. “Niet de overheid maar de mensen moeten centraal staan.”


Kast met ongelezen boeken

Over enkele maanden komt er voor Van Bijsterveldt een rustigere periode aan. “Er staat een kast klaar met boeken waar ik niet aan toegekomen ben,” vertelt ze. “Als ik nu een boekje zit te lezen, voel ik me meteen schuldig. Ik heb dan het gevoel dat ik nog iets moet doen of iemand moet bellen.” Meer rust is dan ook een reden om het toch voor gezien te gaan houden. “Ik voel me niet alsof ik over de 60 jaar oud ben, maar dat is wel zo.” Van Bijsterveldt heeft inmiddels kleinkinderen en ook voor hen heeft ze over enkele maanden meer tijd.