Cultuurtafel waarschuwt: 'Verschraling van aanbod dreigt'

In de kadernota komt het thema cultuur enkele keren naar voren. Onder het kopje Economische kracht en bruisende stad staat: 'We leveren extra inzet om initiatieven van (culturele) evenementen te stimuleren en mogelijk te maken. We kiezen voor behoud van een sterke culturele basis, in lijn met het Cultuurkader.' Verderop in de tekst van de kadernota voegt men toe: 'Aan diverse aspecten van cultuur wordt een impuls gegeven.' Als je de tekst van de beleidsmakers leest, krijg je dus het idee dat de cultuursector op een goede ondersteuning kan rekenen.

'De praktijk,' zo schrijft de Cultuurtafel aan de raad en het college, 'is echter weerbarstiger.' Extra geld dat in de huidige plannen van de gemeente gaat naar culturele instellingen is niet genoeg om gestegen kosten te dekken. De cultuursector loopt immers net als u en ik aan tegen de gevolgen van inflatie. Wat er nu aan extra middelen wordt vrijgemaakt is daardoor volgens de cultuurtafel geen impuls voor de sector, maar een 'doekje tegen het bloeden.'

Het is niet voor het eerst zo dat de Delftse cultuur aangeeft hulp nodig te hebben. Er zijn veel instellingen, zoals theater de Veste, die de corona-pandemie slechts ternauwernood hebben overleefd en de financiële gevolgen daarvan nog amper te boven zijn. 'Sommige instellingen,' zo schrijft de Cultuurtafel, 'kampen met structurele tekorten, hebben bezuinigingen achter de rug, of zitten er middenin.' Daar komt bij dat de huurprijzen van gemeentelijk vastgoed, waarvan veel culturele instellingen gebruik maken, met 8% zijn verhoogd. Ter compensatie van deze en andere prijsstijgingen, kan de sector rekenen op een magere 3,1% aan verhoogde subsidie. Dit betekent dus dat er naar waarschijnlijkheid alleen maar verdere tekorten ontstaan.

In haar noodoproep aan de gemeentraad legt de cultuurtafel dan ook een pakket aan verzoeken neer bij de bestuurders. Zo vraagt men de gemeente een correctie te doen op de indexatie van de subsidie, zodat de subsidie stijgt met 7,6% in plaats van de huidige 3,1%. Ook wordt er gevraagd om direct gebruik te maken van door het rijk beschikbaar gestelde middelen.

Verder wordt er gevraagd om aanvullende middelen voor zowel evenmenten als middelen voor cultuur. Voor de toekomst wil men eveneens dat subsidies worden geïndexeerd op basis van de verwachte prijsstijgingen, zodat men niet weer in deze situatie terechtkomt. Ook wil men dat het maximum op subsidie van €40.000,- voor evenementen verdwijnt. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat ook deze subsidie mee kan groeien met inflatie.

In de vergadering van de commisie Algemeen heeft de gemeenteraad alvast haar licht laten schijnen op dit verzoek. Zo geeft Cheraldine Osepa van Groenlinks aan dat geld van het rijk inderdaad direct gebruikt zou moeten worden om de cultuur te ondersteunen. Frank Visser van het CDA suggereert daarbij dat geld dat nu gereserveerd is voor de verbouwing van het Prinsenhof ten goede zou kunnen komen van andere cultuurinstelingen.

Wethouder van Vliet reaggeert op de verschillende vragen en opmerkingen over deze problematiek door aan te geven inzichtelijk te gaan maken welke kosten culturele instellingen gecompenseerd krijgen. Een concrete toezegging iets te gaan doen voor de Delfste cultuurmakers is er dus niet.

Concrete middelen zijn volgens de Cultuurtafel echter wel nodig. Zoals het er nu voorstaat dreigt volgens hen een 'verschraling van aanbod.' Dit terwijl het college en de raad eerder toch echt aangaven de stad bruisender te willen maken door middel van het versterken van de culturele uitingen in de stad. Raadslid Koelewijn haalde in haar betoog van afgelopen donderdag de titel van het door het college opgestelde cultuurkader aan: 'Cultuur, motor van de stad.' De motor van deze stad lijkt het dus echter met beperkte brandstof te moeten gaan doen.