De politieke avond: ambities en wensen in tijden van armoede

De gemeente zit binnenkort in geldnood. Hoe ernstig de schaarste is, daar zijn niet alle partijen het over eens. 2026 wordt al enige tijd bestempeld als ‘ravijnjaar’. Maar om de pijn te verzachten spraken coalitiepartijen in een vergadering die gisteravond (20 juni) plaatsvond plots over een ‘greppeljaar’. Of het nu gaat om een greppel of een ravijn, de oppositie wil plannen zien van B&W over hoe er met dit gat wordt omgegaan. Coalitiepartijen zien dit anders. STIP’er Jan Tilman zegt: “We moeten kijken waar investeren kan.”

Stadhuis in Delft | Foto: Willem de Bie
Het politieke seizoen gaat richting het einde en daarmee is het tijd om de balans op te maken. In die geest stelde Frank Visser (CDA) gisteren de vraag aan onze hardwerkende burgemeester en wethouders om hun eigen arbeid eens even te evalueren: wat ging er goed en wat niet? Antwoorden op deze vraag waren tot op grote hoogte voorspelbaar. Opvallend was wel dat wethouder Huijsmans toegaf dat er in ieder geval rond de communicatie over de metropolitane fietsroute het een en ander te wensen overliet. Gisteravond draaide het echter niet alleen om terugkijken. De plannen voor het komende jaar, die opgeschreven staan in de kadernota, stonden op het programma. 

 

Bezuinigen? 
Belangrijke vraag is: wat kan een stad doen wanneer men weet dat er binnenkort tekorten zijn? Een antwoord hierop is bezuinigen. Verschillende oppositiepartijen maken zich hier al zorgen over. Hart voor Delft-raadslid Coby de Koning zegt: “Wij willen een plan om zo min mogelijk verschraling bij burgers te veroorzaken door bezuiniging.” 

 

Voor de coalitie lijkt bezuinigen echter nog niet aan de orde. De door de wethouders (die verbonden zijn aan de coalitiepartijen) opgestelde kadernota staat niet bol van de nieuwe plannen. Ze karakteriseren het zelf met leuzen als ‘doorgaan op de ingeslagen weg’ en ‘uitvoeren en afmaken’. Betekenis hiervan is in feite: ‘we hebben het geld niet om meer te doen’. Toch benadrukken coalitiepartijen dat ze blij zijn met geplande investeringen in de stad.  

 

Investeringen 
Wat zijn dan de investeringen die de coalitie waardeert? Dat zijn de paradepaardjes van dit stadsbestuur: investeringen in de leefbaarheid van Delft-West, in het ‘Innovatiedistrict Delft’ en in verduurzaming. De coalitiegenoten hebben ieder zo hun punten waar ze wel extra aandacht voor zouden willen. STIP wil bijvoorbeeld graag dat er genoeg studentenwoningen komen. GroenLinks-raadslid Cheraldine Osepa vraagt om ‘meer plekken om discriminatie te melden’. Nu moet dit telefonisch, maar Osepa pleit voor een fysieke locatie om dit te doen: “Het is fijn om een mens van vlees en bloed tegenover je te hebben die jou vertelt dat je er mag zijn.” 
In de vergadering werd het recent geopende Wij West kantoor in De Hoven als optie genoemd voor het door Osepa voorgestelde kantoor
“Afgelopen week hoorde ik Canadese toeristen praten over Amsterdam, Den Haag en Delft”, vertelt Bert van der Woerd (ChristenUnie), “en ze noemden Delft een rommelige en vervuilde stad.” Daarom vraagt hij aandacht voor het geld dat nodig is voor onderhoud, als objecten in de stad niet op tijd vervangen worden. D66-fractievoorzitter Sivan Maruf vraagt in een hartenkreet aandacht voor schoolmaaltijden. Hij constateert dat de nationale overheid dit financieel niet meer gaat ondersteunen: “D66 wil voor de bespreking van de programmabegroting verschillende opties voor maaltijden op tafel hebben. Het is dan aan de raad om te beslissen over of en welke maatregelen we willen nemen om honger in de klas te bestrijden.” PvdA-voorman Leon Hombergen maakt zich onderwijl toch echt zorgen over de aankomende ‘gure tijden’, maar: “structurele oplossingen zullen vanuit het rijk moeten komen.” 

 

Wat is er nodig? 
Wachten op het rijk gaat een groot deel van de oppositie echter niet ver genoeg. Verschillende partijen vragen om een concreet plan van aanpak voor het omgaan met het aankomende geldgebrek. Hoe wordt dit opgelost? Partijen vrezen een zogeheten artikel-12 status, waarbij Delft onder toezicht van de provincie Zuid-Holland komt te staan. Veel kritiek is er dan ook op de inmiddels veelbesproken projecten van de gemeente: “Is een ecologische fietsbrug over de A13 echt noodzakelijk voor Delft?”, vraagt de VVD zich af in een reactie op vragen van Omroep Delft. ook de Gelatinebrug en verbouwingen van ‘cultuurpaleizen’ De Veste en Rietveld worden wederom ter discussie gesteld. 

 

Geld dat gaat naar deze projecten zien de oppositiepartijen liever anders gebruikt. Zo wil de VVD graag investeren in bedrijfsruimte en andere zaken die de economie versterken. D66’er Maruf haakt overigens direct in op VVD’er Dimitri van Rijns pleidooi voor meer bedrijfsruimte. Maruf wil hier namelijk eveneens een voorstel over doen. Wat volgt is een discussie tussen deze vertegenwoordigers van de van oudsher liberale partijen, waarin ze elkaar ervan betichten niet echt iets voor de economie te willen doen, omdat ze elkaars voorstellen in het verleden niet steunden.  

 

Pleisters plakken 
Zo zijn er wel punten waaraan oppositie liever het geld aan uitgeeft dan aan hetgeen gepland wordt door het college. Hart voor Delft bepleit dat er meer geld naar jeugdzorg moet. Joost van der Sluis ziet dat er nu veel geld gaat naar ‘harde, econmische projecten’ en vraagt: “Hoe zit het met vermaak?” Wat hem betreft kan de gemeente ook wel wat meer geld vrijmaken voor cultuur en sport. En Liedewei Timmermans heeft namens Onafhankelijk Delft ook een wensenlijstje met daarop onder meer subsidie voor Westerpop, een spaarpot voor een buitenzwembad en het terugbrengen van een dierenopvang en -ambulance in Delft. 

 

Overkoepelend probleem blijft echter dat er geldzorgen aan zitten te komen. Hiervoor moeten oplossingen komen. Jorrit Treffers van Volt heeft enkele suggesties. Een hiervan is zorgen dat er meer geld wordt verdiend aan grondexploitatie. Hij licht toe: “Een stad als Haarlem verdient hier miljoenen aan, maar wij maken verlies.” Van der Sluis zegt echter dat alles wat de Delftse politiek kan en moet doen bestaat uit ‘pleisters plakken’. Hierbij zegt hij: “We kunnen wel keihard bezuinigen, maar dan zegt het rijk uiteindelijk: “Zie je wel, het kon best’”. Hij vat samen: “We kunnen niet alle ballen die ze in Den Haag laten vallen in Delft opvangen.”