Delft moet definitief stoppen met online volgen van bewoners via nepaccount
De gemeente Delft manifesteert zich online niet als een 'soort mini-AIVD', maar moet wel de nepaccounts voor research op sociale media opdoeken en goed kijken naar hoe het eventueel wel mag. Dat blijkt na intern onderzoek bij de gemeente. Eerder werd bekend dat een nepaccount werd gebruikt om online informatie boven tafel te krijgen over rellen in de stad, radicalisering en om bijstandsfraude te ontdekken.
De Functionaris Gegevensbescherming (FG) oordeelt dat er protocollen nodig zijn voor internetonderzoek naar de openbare orde en veiligheid, die waren er namelijk niet en moeten nu worden opgesteld. 'Het blijkt uit interviews met medewerkers dat er integer wordt gehandeld, maar door het ontbreken van een protocol kan dat niet worden getoetst', valt te lezen in het onderzoek.
Eerder dit jaar was er nog veel ophef over de werkwijze van de gemeente Delft. Na onderzoek van de NHL Stenden Hogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen werden ook in Delft vragen gesteld door raadsleden. Toen bleek dat de gemeente een nepaccount gebruikte om mee te lezen met bewoners, om zo ordeverstoringen, radicalisering en eventuele fraude op de participatiewet te herkennen zonder zichzelf kenbaar te maken. Nu blijkt dat het geheime account dat gebruikt is, buitenproportioneel is gebruikt.
Wettelijk ongefundeerd
Liedewei Timmermans, raadslid voor Onafhankelijk Delft, kaartte het probleem eerder al aan. Zij leest ook dat de gemeente niet volgens de wet heeft gehandeld, door toch een geheim account gebruiken. Dat is wat haar betreft onacceptabel, ze heeft daarom nog genoeg vragen over voor de burgemeester.
'Het leek ons eerder al volgens de wet niet te kunnen om een fenomeen te volgen. Om dus op die manier persoonsgegevens van een onbekend aantal inwoners te verwerken die zijn opgehaald van sociale media met een geheim, nep of neutraal account. Dat is buitenproportioneel en wettelijk niet gefundeerd', aldus Timmermans.
Meerdere onderzoeksmethoden benoemd
Delft, Gouda en Zoetermeer delen een specialist die zich richt op online openbronnenonderzoek binnen de afdeling Openbare Orde en Veiligheid (OOV). Verder blijkt dat deze onderzoekspecialist vier verschillende onderzoeksmethoden gebruikt.
Voor de informatiespecialist gaat er veel tijd zitten in 'fenomeenanalyse', onderzoek dat zich richt op online-uitlatingen die voor rellen of andere ordeverstoringen kunnen zorgen. Daarnaast maken de gemeenten ook gebruik van een 'netwerkanalyse', waarbij onderzoek wordt gedaan naar een specifieke groep mensen die voor ordeverstoringen kunnen zorgen. Dat kan alleen als er vrees is voor een bepaalde groep. Tot slot is er ook nog een 'signaalanalyse', waar een duidelijke oproep voor een demonstratie wordt onderzocht en gepresenteerd in een rapport.
Duidelijk is wel dat er bij alle onderzoeksmethoden géén individuele persoonsgegevens worden verwerkt: de openbronnenspecialist verwerkt alleen geanonimiseerde informatie in de presentaties en rapporten die volgen uit de eerder benoemde onderzoeksmethoden. Volgens de gemeente mag dit.
Alles gericht op heimelijk onderzoek
Wat wel opvallend is dat in het onderzoek te lezen valt dat alle werkzaamheden erop gericht lijken te zijn om niet kenbaar te maken dat de gemeente onderzoek doet naar ordeverstoringen en radicalisering, de gemeente maakt dit ook niet kenbaar op de website. Dit is wel iets dat nodig moet veranderen volgens de FG. Daarom mag het nepaccount ook niet meer gebruikt worden voor onderzoek naar ordeverstoringen en bij fraudeonderzoek op de participatiewet.
Meer informatie voor bewoners nodig
Ook wat Timmermans betreft moet duidelijk zijn dat dit niet mag. 'De burgemeester heeft een lichte bevelsbevoegdheid binnen de gemeentewet. Er mag ook niet worden gehandeld in strijd met andere wetgeving, dat is wel gebeurd doordat bewoners blijkbaar in het geheim zijn gevolgd met een geheim account', gaat het raadslid verder.
Verder oordeelt de functionaris daarnaast ook dat de bewoners extra geïnformeerd moeten worden over de werkwijze: er moet informatie worden geplaatst op de website van de gemeente, inclusief informatie over waar bewoners terecht kunnen met vragen. De gemeente laat in een reactie aan de raad weten dat zij de wensen van functionaris gegevensbescherming over te willen nemen, zo wil de gemeente de ongerustheid en de vragen van de raad en de bewoners wegnemen.
Raadsleden debatteren volgende week
Daylam Dag, raadslid voor STIP, laat weten tevreden te zijn met de acties die het college nu direct overneemt. 'We zijn zeker weten blij dat de aanbevelingen er nu zijn. Het is goed dat we direct actie ondernemen en niet wachten op wetgeving of protocollen vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken, zoals eerst de bedoeling was.'
Dag hoopt dat op deze manier de controle direct bij de gemeente komt te liggen, door het overnemen van de aanbevelingen denkt het raadslid meer controle te hebben. 'Nu kunnen we de werkwijze beter toetsen en checken of hij direct goed wordt nageleefd’, aldus Dag. Volgende week donderdag debatteert de Delftse raad over het onderzoek.
Excuses of een compensatie
Het laatste is dus nog niet gezegd over het online volgen volgens Timmermans, zij heeft nog genoeg vragen. 'We weten bijvoorbeeld niet hoe lang inwoners online zijn gevolgd met een geheim account. Het is ook niet kenbaar gemaakt dat bewoners zijn gevolgd. We gaan ook vragen of betrokkenen worden geïnformeerd als ze gevolgd zijn en of er dan excuses of een compensatie voor hen aan komt.'