Delft wordt zelf verantwoordelijk voor inburgering: meer zorg, minder geld

Hoe helpen we statushouders die nieuw in Delft komen wonen en hier willen inburgeren? Naar aanleiding van een nieuwe inburgeringswet heeft de commissie Sociaal Domein en Wonen hier vorige week over nagedacht. De ambities in het nieuwe plan bleken groter dan het geld dat Gemeente Delft beschikbaar heeft. Toch konden stappen worden gezet en kon de gemeenteraad afgelopen donderdag het beleid voor de komende 5 jaar vastleggen.

Nieuwe wet
Op 1 januari 2022 komt er een nieuwe inburgeringswet. De oude wet uit 2013 bleek niet goed te werken, omdat inburgeraars zelf verantwoordelijk waren voor het regelen en financieren van het inburgeringstraject; iets wat niet soepel verliep.

Met de nieuwe wet krijgen de gemeenten de regie terug over het inburgeringsbeleid, en niet meer het Rijk. Dat betekent ook voor de gemeente Delft dat zij nu zelf verantwoordelijk is voor de inkoop van inburgeringstrajecten.

Regie terug, maar niet genoeg geld
De meeste fracties in de Delftse raad waren het eens met het beleidsplan, maar zijn kritisch over het feit dat het Rijk met onvoldoende geld over de brug komt om de taken goed uit te voeren. Er moet nu veel geschrapt worden in een breed pakket van taallessen en begeleiding.

‘’We moeten onze ambities noodgedwongen temperen’’, zegt Wethouder Harpe van Jeugd, Onderwijs, Integratie en Emancipatie daarover. ‘’Maar de doelstelling blijft om mensen een zo hoog mogelijk taalniveau te leren en kennis te geven van de Nederlandse maatschappij. En het zou fantastisch zijn als zij zo snel mogelijk aan het werk kunnen gaan.’’

Op een rijtje: Wat gaat er veranderen?
De gemeente had eerst twee taken bij inburgering: Maatschappelijke begeleiding en het Participatieverklaringstraject (PVT) met daarin onder andere een excursie in Delft en informatie over kernwaarden en het thema gezondheid. De inburgeraar was zelf verantwoordelijk voor de inkoop van taalscholing.

Deze twee taken blijven, maar er komen er heel wat bij. De gemeente moet nu zelf het volledige participatietraject regelen, met daarbij de intake en dus de inkoop van leerroutes en taalscholing. De gemeente moet asielstatushouders de eerste 6 maanden financieel ontzorgen: er zijn in die tijd geen kosten als huur, gas, water, stroom en zorgverzekering. Ook regelt Gemeente Delft straks zelf de begeleiding naar financiële zelfredzaamheid.

Psychische problemen
Veel partijen hadden nog vragen bij het nieuw voorgestelde beleid. Vooral de SP zocht afgelopen week naar geruststelling. Raadslid Salwan al Jaberi: ‘’Wij missen de menselijke maat. Iemand is nieuw in Nederland en probeert een weg te vinden. Mensen hebben allemaal een eigen verhaal, er spelen complexe situaties en soms psychische problemen. Wie geeft hun hulp en begeleiding? Dat missen wij in het plan.’’ Harpe reageerde daarop dat het juist wel een persoonlijk traject is, dat wordt vastgelegd in het PIP (Persoonlijk Inburgerings plan).

De maatschappelijke begeleiding is er voor een periode van 6 maanden. Al Jaberi: ‘’We moeten realistischer zijn: de kans is klein dat iemand na die tijd al aan het werk is.’’ Groenlinks deelde deze zorgen. De wethouder zei daarop dat er bewust is gekozen voor 6 maanden om de lat hoog te leggen: ‘’We zien in andere steden dat het uitdaging geeft. We hebben daarnaast natuurlijk maatwerk, waarbij we persoonsafhankelijk kunnen kijken wat eventueel extra nodig is na die tijd.’’

Verschil asielstatushouder en gezinsmigrant
Ook zijn er zorgen over voor wie de zorg nu precies geldt. De inburgeringswet richt zich op twee groepen: de asielstatushouders, (vluchtelingen die niet uit vrije wil zijn gevlucht en vaak kampen met gevoelens van verlies, wat hen bijzonder kwetsbaar maakt), en de gezins- en overige migranten die uit vrije wil komen, bijvoorbeeld voor gezinsvorming.

Delft wordt alleen voor de eerste groep verantwoordelijk voor de inkoop van inburgeringstrajecten en de financiële en maatschappelijke zorg. De andere migranten regelen dit zelf. Het CDA is daar niet blij mee. Raadslid Frank Visser: ‘’Wij willen voorkomen dat gezinsmigranten in problemen raken. We vragen toezegging van wethouder om dit te voorkomen.’’

Vrijwilligers
Verder heerste nog de vraag of de druk op de Delftse vrijwilligers niet te groot wordt. Visser: ‘’Deze wet doet een groot beroep op vrijwilligers. Het is fijn dat zij meewerken hierin, maar we kunnen niet alles van ze vragen’’. Ook STIP vroeg zich af of Werkse! in staat is om het vele extra werk op te vangen.

Volgens wethouder Harpe was dit wel het geval en is de organisatie goed voorbereid.
Harpe vroeg de commissie de tijd om te leren van de ervaringen. Hij beloofde dat hij de raad informeert zodra er sprake is van afwijkingen. De SP bleef twijfelen, maar uiteindelijk toch mee in het plan. Daarmee kan het nieuwe beleid per 1 januari van start gaan.