Delftse hoogleraar over wooncrisis: 'Er valt echt wat te kiezen deze verkiezingen'
Een van de belangrijkste thema’s voor de komende verkiezingen is wonen. Er zijn de komende jaren honderdduizenden nieuwe woningen nodig om voor iedereen een huis te hebben. Peter Boelhouwer, hoogleraar huisvestingssystemen van de TU Delft, ging in gesprek met Omroep Delft over deze problematiek. Wat moet de politiek doen om een oplossing te bieden?
‘Er valt tijdens de komende verkiezingen echt wat te kiezen’, aldus Boelhouwer. Slim omgaan met locaties voor bouw kan volgens hem veel schelen. ‘Partijen als PVDA-GroenLinks en ook D66 willen in de binnenstad bouwen. NSC van Omtzigt wil juist buiten de randstad bouwen en zorgen voor meer verdeling over Nederland.’ Ook ziet hij dat GroenLinks-PVDA en ook NSC iets willen doen aan grondspeculatie. Deze beleggingsvorm zorgt ervoor dat grond onbebouwd blijft doordat beleggers de grond bewaren om later voor meer geld te verkopen.
Problematiek
Er zijn vele nieuwe woningen nodig. In 2030 wil de regering 900.000 nieuwe woningen hebben toegevoegd. Boelhouwer ziet dat daar geld voor is vrijgemaakt. 'Woningcorporaties zijn wel hard aan het werk zijn om gestelde doelen te realiseren, maar de rente stijgt, waardoor ze het financieel mogelijk niet gaan redden'.
“Wat ook vertragend werkt is dat investeerders afwachten: er komt nieuwe wetgeving aan en zij willen eerst weten of ze rendement kunnen realiseren. Daarnaast zijn er stijgende rentes en bouwkosten. Investeerders zijn nu niet happig om te bouwen. We moeten de oorzaak van het probleem wegnemen”.
Beleid
Boelhouwer noemt verschillende mogelijkheden om te zorgen dat er meer gebouwd wordt: 'De gemeente kan de grondprijs laag houden, waardoor het voor investeerders interessanter wordt om te bouwen.' Daarnaast maakt regelgeving het nu moeilijk voor de bouw. 'Bepaalde vergunningaanvragen liggen nu al 2 jaar bij de Raad van State’, zegt Boelhouwer. Hij legt uit dat er vaak onderzoeken nodig zijn bij aanvragen. Deze onderzoeken vragen veel van ambtenaren. Maar: 'gemeenten komen ambtenaren tekort'. Hierdoor kost het hele proces veel tijd, waardoor het minder aantrekkelijk wordt te investeren in het maken van nieuwe woningen.
Boelhouwer constateert dan ook dat het aantal vergunningaanvragen voor nieuwe projecten aan het dalen is: ‘Dit is een indicatie dat er minder gebouwd gaat worden’. Hij ziet dat er hierin ook behoefte is aan begeleiding van de overheid. In de markt is volgens hem genoeg bereidheid zelf de benodigde onderzoeken te doen, maar de kaders ontbreken.‘Er is nu 8 of 9 jaar nodig als je een idee hebt voor een project. Als je daar versnelling in kan brengen scheelt het enorm’. Dit zijn dingen waar de politiek wat in kan doen.
Luister hier terug naar het gehele interview.