Delftse politici reageren op begroting: 'Maatregelen zijn onontkombaar'
Delftse politici zijn kritisch op de begroting voor de komende paar jaar. Op vrijdag werd de stadsbegroting gepubliceerd, met flinke lastenverzwaringen voor de bewoners. Op grote lijnen is de gemeenteraad het met elkaar eens, de financiële situatie is zwaar. Toch zijn er vragen over het investeringsfonds dat de gemeente wil vormen.
De belangrijkste punten uit de begroting zijn voornamelijk de lastenverzwaringen. De bewoners gaan vanaf 2023 meer onroerendezaakbelasting (OZB) betalen over de woning en kunnen daarnaast een stijging verwachten op de afvalstoffenheffing en de rioleringsheffing. Dit alles om Delft weer financieel gezond te krijgen.
Wat de VVD betreft is de voorgenomen OZB verhoging tijdelijk. Ook gaat de OZB niet direct omhoog, maar stijgt deze nu enkel mee met de inflatie. 'Wij zijn blij mee dat wij de OZB de afgelopen jaren niet hebben laten stijgen behoudens de inflatiecorrectie. Dat kunnen niet veel gemeenten zeggen. Het is daarnaast is het voor ons echt zo dat de lastenverzwaring tijdelijk is. Wanneer er extra geld komt vanuit het Rijk, komt er ook direct een stop op het verhogen van de lasten', legt fractievoorzitter Dimitri Van Rijn uit.
Volgens Van Rijn is er wel een aandachtspunt wat de rioleringsheffing betreft. 'We maken ook geld vrij voor een investeringsfonds om de stad voor te bereiden op klimaatverandering. Laten we dan niet de lasten voor de riolering niet verhogen door een toerekening van klimaatadaptieve maatregelen, maar laten wij hiervoor juist het investeringspotje gebruiken om deze lasten niet onnodig te laten oplopen', vertelt het VVD-raadslid.
Maatregelen onontkoombaar
Het stadsbestuur laat weten dat de getroffen maatregelen in de begroting onontkoombaar zijn. De vraag is echter of de huidige situatie houdbaar is. Juist omdat Delft inmiddels al een van de duurste steden is om in te wonen ‘We hebben geprobeerd om de stijging van de lasten voor Delftenaren voor het eerstvolgende jaren zoveel mogelijk te beperken, maar helaas ontkomen we er niet aan de lasten te moeten verhogen’, verklaart het stadbestuur.
Ida De Boer, fractievoorzitter bij STIP, ziet ook dat het inmiddels steeds moeilijker wordt voor de raad om de begroting vast te stellen. ‘Waar we in het verleden nog wel eens creatief om konden gaan met de stad mooier maken voor onze bewoners, kunnen we dat inmiddels echt niet meer. We zijn nu meer bezig met de vraag: wat kunnen we redden? Dat is ontzettend jammer’, vertelt zij in een eerste reactie op de begroting.
Meer geld is noodzakelijk
De gemeente hoopt daarom dat op Prinsjesdag meer geld wordt vrijgemaakt voor de stad. ‘Er liggen grote opgaven, waarvoor het Rijk wat ons betreft in actie moet komen. Denk bijvoorbeeld aan de woningmarkt, de energietransitie en jeugdzorg. Gemeenten kunnen die uitdagingen niet aan zonder hulp van het Rijk’, vertelt een woordvoerder van de gemeente.
Lieke van Rossum (SP) is echter kritisch op het stadsbestuur. ‘Het is natuurlijk waar dat we te weinig geld krijgen vanuit het Rijk. Maar ik vind dat het college zich daar teveel achter verschuilt. De stad wordt op het moment teveel bekeken als verdienmodel, alles dat we doen moet geld opleveren. Dat terwijl we steeds meer wegbezuinigen. We moeten het juist andersom aanpakken.’
‘Stad teveel een verdienmodel’
In het herstelplan werden al flinke bezuinigingen gedaan op de cultuur in Delft, bibliotheek DOK moest weer bezuinigen en ook de Werkinstelling ‘Werkze!’ krijgt minder geld. Iets dat voor de SP onbegrijpelijk is. ‘Dat terwijl veel geld gewoon wegvloeit naar projecten waar de bewoners niets van terugzien.’
Volgens haar wordt de stad teveel gezien als een groot verdienmodel en teveel geleid als bedrijf. ‘We geven bijvoorbeeld ontzettend veel geld uit aan stadsmarketing. Het lijkt erop alsof het gemeentebestuur niet doorheeft wat er in de stad speelt, we kunnen het geld dat we nu vrijmaken voor de economie beter investeren in onze inwoners’, sluit Van Rossum af.