‘Dubbel gevoel bij sluiting van De Gist, maar het besluit was onontkoombaar’

Vorige week berichtte Omroep Delft dat de Gistfabriek eind 2025 gaat sluiten. Dat nieuws leidde tot veel emoties in de stad. Tot weemoedige herinneringen. Begrijpelijk. Het bedrijf heeft zoveel betekend voor de arbeiders die er werkten en die er nog werken, en voor de stad. Maar er gloort ook iets nieuws, op het historische Gist-terrein. De oude arbeidersfabriek maakt plaats voor een ultramodern kenniscentrum, met een bedrijfsfilosofie die opmerkelijke overeenkomsten vertoont met de idealen destijds van Gistfabriek-oprichters Jacques en Agneta van Marken-Matthes. Journalist Henk de Kat van Omroep Delft beschrijft het in een analyse over toen, nu en straks.

Vandaag (maandag 17 juni) DEEL 1: De Gistfabriek tot nu toe. Morgen DEEL 2: De biotechnische toekomst in Delft.

Luchtfoto terrein 'Gist' | Foto: Stadsarchief Delft
Monument 
Op een verweerde, al half begroeide muur langs de Wateringsevest in Delft, net voor het Kalverbos, staat nog steeds in fiere maar inmiddels nostalgisch aandoende letters te lezen: ‘Koninklijke Nederlandsche Gist en Spiritusfabriek’.   

 

De tekst stamt uit een lange periode, die voor de stad van eminent belang is geweest. De nu bijna voorbije tijd van de Gistfabriek. Een begrip, een monument, die fabriek. Veel Delftenaren hebben er gewerkt, soms vader én zoon. Of ze zijn geboren in een Gistfabriek-gezin, in het Agnetapark. En nu de aangekondigde sluiting… Nog dik anderhalf jaar, dan verlaat de laatste Gistfabrieker de poort. Ontslagen, per eind december 2025.   

 

Het is het gevolg van ‘andere tijden’. Met andere bedrijfsvormen, waarbij zeker ook de invloed geldt van multinationals. Die rationeler, en groter denken. Locatie-manager Fedde Sonnema van dsm-firmenich in Delft, zoals de huidige bedrijfseigenaar van de Gistfabriek tegenwoordig heet, in een interview met Omroep Delft: “Zoveel Delftenaren zijn betrokken of dat geweest bij ‘De Gist’. Ik snap de emoties, dus het nemen van dit besluit geeft een dubbel gevoel. Maar het was onontkoombaar.” 
Locatie-manager Fedde Sonnema (dsm-firmenich) en Cindy Gerhardt (Planet B.io) | Foto: Henk de Kat
Focussen 
“Een bedrijf maakt altijd zijn afwegingen in waarop je je wilt focussen. Dat gold in de tijd van Van Marken, en dat geldt heden ten dage zeker. De aangekondigde sluiting per eind volgend jaar is overigens geen besluit van ‘de Zwitsers’, zoals je nu wel eens hoort nadat DSM vorig jaar is gefuseerd met het Zwitserse geur- en smaakstoffenbedrijf Firmenich. We zijn nu één heel groot bedrijf, dsm-firmenich. Een bedrijf met wereldwijd een omzet van 13 miljard euro, waar 30.000 man werken. Op de oude Gist-locatie is nu het hoofdkantoor gevestigd van één van de vier ‘divisies’ die dsm-firmenich heeft. Wij vormen in Delft de divisie Taste, Texture & Health (smaak, mondgevoel en gezondheid) met een omzet van 3 miljard euro. En bij ons werken hier nu 900 man. 
 
Op dat totaal van de Delftse omzet van die 3 miljard euro is de afdeling gistextracten 120 miljoen euro. Dat is best substantieel, maar er zit onvoldoende groeipotentie en onvoldoende rendement in. Ik ben me heel erg bewust van de emoties, maar de sluiting straks van ‘de Gist’ is een rationeel besluit van het bedrijf geweest. Er wordt onvoldoende verdiend om de productie van gistextracten structureel te kunnen voortzetten.”  
 
Met de sluiting per 1 januari 2026 verdwijnt nogal wat van de erfenis van Jacques en Agneta van Marken-Matthes. Alhoewel: Die oude Nederlandsche belettering langs de Wateringsevest blijft bestaan, verzekert Cindy Gerhardt, directeur van Planet B.io, de onafhankelijke stichting die het ecosysteem op de Biotech Campus Delft ontwikkelt. “Dat is een beschermd stadsgezicht.” En die bescherming geldt ook voor andere oudere gebouwen langs de Wateringsevest. En natuurlijk ook voor het oude grote hoofdkantoor, dat al eerder is opgekocht door BOEi, die dit monumentale pand op dit ogenblik verbouwt voor verhuur. 

 

Sociale ondernemers 
Het echtpaar Van Marken-Matthes stichtte in 1869 hun Gistfabriek met een voor eind 19e eeuw opmerkelijk begrip voor het welzijn van hun arbeiders. ‘Sociale ondernemers’, noemden ze zich. ‘Ze’, want het was in een tijdperk, eind 19e eeuw, dat in Europa ineens meer van die jonge, enthousiaste zakenmensen opstonden. Dat gebeurde in Frankrijk, Duitsland en Engeland. Ze kenden elkaar, ze hadden ook persoonlijk contact met elkaar.

 

“Van Marken ontmoette die collega-entrepreneurs bijvoorbeeld op bijeenkomsten in Parijs”, vertelt de Delftse Gistfabriek-kenner Jan van der Mast aan Omroep Delft. Ze deelden daar met elkaar hun spirit, en hetzelfde zorgzame oog voor de omstandigheden van hun werknemers. “Van Marken deed er het idee op voor een ondernemingsraad”, weet Van der Mast. Revolutionair, voor die tijd. Ook de bedrijfsstrategie van die jonge ondernemers kwam overeen. Namelijk: Een fabriek beginnen met een simpel product, waaraan destijds grote behoefte was.   

 

Liverpool 
Zo trok Jacques van Marken naar Oostenrijk, om daar de kunst van het gist maken af te kijken bij bakkerijbedrijf Fleischman. Want kwalitatief goed gist, altijd betrouwbaar van samenstelling, daar was ook bij Nederlandse bakkers grote behoefte aan. De uit Oostenrijk meegenomen methode werd in Delft een eclatant succes. Fleischman liet Van Marken prijzend weten: “De leerling heeft de leraar overtroffen”, aldus Van der Mast.
 
In Liverpool deed het echtpaar William en Elizabeth Lever op frappante manier hetzelfde als de Van Markens in Delft. Ook zij legden zich toe op het maken van in wezen iets heel eenvoudigs – zeep. ‘Sunlight’ zeep, dat wereldwijd bekend werd. Het naar hun achternaam vernoemde bedrijf, Unilever, is vandaag de dag als multinational nog een begrip. 
Het echtpaar Van Marken-Matthes | Foto: Stadsarchief Delft
Agnetapark 
En ook hun werknemerszorg was identiek. Niet verwonderlijk is, want De Van Markens en de Levers kwamen als koppels soms bij elkaar op bezoek. In Delft kocht Jacques van Marken in 1881 voor het transport van zijn gist en spiritus een stuk grond aan de Schie. Met daarachter een terrein waar hij toen ongekend ‘luxe’ arbeiderswoningen liet bouwen in een groene setting: het Agnetapark. Kort daarna volgde William Lever in Liverpool het voorbeeld van Van Marken. Hij kocht in 1887 voor zijn fabriek ook een stuk aan een rivier, de in die stad veel bezongen Mersey. En hij bouwde er Sunlight City, een met het Agnetapark opmerkelijk vergelijkbare groene woonwijk, wel een stuk groter opgezet.

 

Saillante andere overeenkomst is trouwens dat zowel in Delft als in Liverpool de nog lange tijd door de fabriek beheerde arbeiderswoningen in de laatste decennia allemaal – en voor aanzienlijke bedragen – zijn verkocht aan particulieren. Die overigens, opnieuw zowel in Delft als Liverpool, verplicht zijn om het uiterlijk van hun unieke parkwoningen te handhaven in de historische stijl. 
 
Bacinol 
De Gistfabriek in Delft, met spiritus als nevenproduct, kreeg er later – lang na het overlijden van Van Marken in 1906 – nog de penicilline bij, een bacteriëndodend geneesmiddel. Dat medicijn was al in 1928 ontdekt, door de Schotse arts Alexander Fleming. Het werd echter aanvankelijk niet in gebruik genomen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zetten Amerika ineens alles op alles om zo’n middel te kunnen gebruiken tegen besmette oorlogsverwondingen. In Delft begon een groep onderzoekers al in 1940 in de toen door de Duitsers bezette Gistfabriek met zoeken naar een eigen penicilline. Dat gebeurde in het geheim, onder de codenaam ‘Bacinol’. Dat lukte, de bezetter had niets in de gaten.  

 

In 1945 paste dokter Verschuyl, bedrijfsarts van de Gistfabriek en chirurg-gynaecoloog in het Bethel ziekenhuis, het lokale middel voor het eerst toe op een 19-jarige jonge vrouw met een dodelijk lijkende infectie. Zij genas in rap tempo. Dat leidde in 1946 tot het begin van ook de penicilline productie in Delft. Vanaf 1951 werd de Gistfabriek één van de grootste producenten ter wereld van dit antibioticum. En hoewel de gist-productie eind december 2025 dus stopt: Die productie van penicilline blijft in Delft wél bestaan, zegt de huidige directeur Fedde Sonnema tegen Omroep Delft. Alleen door een ander bedrijf, dat zich naast dsm-firmenich heeft gevestigd op de Biotech Campus Delft, zoals de locatie van Gist- en Calvé aan de zij-arm van de Schie tegenwoordig wordt genoemd. 
Arbeiders in de Gistfabriek | Foto: Stadsarchief Delft
Einde industrieel tijdperk 
Met de Gistfabriek verdwijnt eind volgend jaar een voor de stad monumentaal bedrijf, met zijn industriële werkprocessen van ruim een eeuw geleden, de daarbij behorende vakmatige trots en stedelijke glorie, en de bijzondere sociale gedachte van de Van Markens erachter.  

 

Zo’n vijftig jaar geleden zetten de veranderingen al in. Wereldwijd groeide een bedrijfsmatige en financiële hang naar grotere verbanden. Naar clustering van producties. Dat leidde in 1968 tot de eerste fusie van de Gistfabriek, met Brocades. Die combinatie mocht zich in die Liverpoolse Beatlestijd nog de ‘Koninklijke Gist-Brocades’ noemen. Die eretitel verdween toen in 1998 het voormalige Koninklijke staatsmijnenbedrijf DSM uit Limburg deze fusiegroep overnam. Daarmee al werd de Delftse locatie echt onderdeel van een multinationaal opererende organisatie.
  
De laatste tien jaar sloeg dat DSM in Delft zelf een nieuwe richting in, zegt Fedde Sonnema, de directeur nu van dsm-firmenich Delft. Een koers die erop neerkomt dat de vroegere fabrieksarbeiders meer en meer plaats maken voor jonge onderzoekende wetenschappers. Maar wél met de bedrijfsmatige insteek om daarbij op een eigentijdse manier ‘maatschappelijk goed te doen’.  Sonnema tegenover Omroep Delft: “Eigenlijk net, als wat de Van Markens destijds nastreefden”.  
 
Zoetmiddel 
De nieuwe bedrijfsfilosofie van DSM is namelijk gericht op bedenken van het duurzamer fabriceren van ingrediënten om voedingsmiddelen en dranken gezond en lekker te maken, met duidelijk oog voor het milieu. Dat werd in 2019 ook publiekelijk getoond. Die ‘openbaring’ vond plaats tijdens een expositie in het oude Grote Kantoor aan de Wateringseweg ter gelegenheid van het 150-jarige bestaan van de Gistfabriek. Veel bezoekende Delftenaren raakten door de uitleg op die tentoonstelling onder de indruk over wat toen al allemaal gebeurde in de nieuwe laboratoria, die inmiddels enigszins uit zicht achter een aantal oude Gist-panden waren gebouwd. Jonge wetenschappers legden in dat jubileumjaar bij voorbeeld al uit hoe op een ‘groenere’ manier een in Cola gebruikt zoetmiddel kan worden gemaakt. Niet chemisch, maar veel duurzamer door het gebruik van microben en genetische modificatie. 
 
Fusie Firmenich 
Sinds die expositie in 2019 is die geëngageerde bedrijfsfilosofie almaar prominenter geworden. In dat jaar sprak het DSM-bestuur ook duidelijk als beleidslijn uit dat het oude Gistfabriek-terrein een kwalitatief hoogstaand wetenschappelijk centrum zou moeten gaan worden. Een centrum waar ook huisvestingsplek mogelijk is voor ‘derden’, jongere bedrijfjes die actief zijn in de biotechnologie: de nieuwe lijn. Het werd de geboorte van ‘Biotech Campus Delft’.  

 

De fusie in mei 2023 met het Zwitserse private investeringsbedrijf Firmenich heeft de al ingezette vernieuwingsdrang van DSM Delft eigenlijk een nieuwe impuls opgeleverd voor die koers, blijkt uit het verhaal van Sonnema.  
Ooit, in 1895, begon Firmenich in Zwitserland als een lokaal familiebedrijf. Net als de Gist. En eveneens gericht op een ‘simpel’ product: parfums. Nog zo’n vergelijking met Delft: In die tijd had Agneta van Marken-Matthes hier ook haar eigen, en behoorlijk succesvolle parfumfabriekje. Maar dat haalt niet bij de ontwikkeling die Firmenich doormaakte. Sonnema: “Dat werd één van de vier grootste bedrijven ter wereld in geur- en smaakstoffen.”  

 

Maar Firmenich bestaat niet meer apart, en straks is ook de Gistfabriek weg. Het is in Delft nu dsm-firmenich. Een zeer grote speler op de wereldmarkt. En directeur Fedde Sonnema verwacht er nog veel meer van. 
 
Morgen op de site en app van Omroep Delft: Deel 2 van het interview met Sonnema en Gerhardt, over de groei die ‘Bio Campus Delft’ naar hun inschatting de komende decennia nog gaat beleven, met jonge bedrijfjes erbij.