Flexwoningen een jaar later: deels succes, deels afwachten

Een jaar geleden verscheen in Delft op Zondag en op de website van Omroep Delft het eerste deel van een tweedelige serie over flexwoningen, die op dat moment net gebouwd waren aan de Mozartlaan en bij de Brasserskade gebouwd zouden gaan worden. Nu, een jaar later, interviewt Lex Veldhoen dezelfde mensen: wat is er intussen gebeurd, hoe bevallen de woningen en hebben buurtbewoners overlast ervaren?

Vladimir, Olga en Polina voor de flexwoningen
 
Mozartlaan: de bewoners
De 19-jarige Maksim kwam vorig jaar in een flexwoning op de eerste verdieping te wonen. Hij heeft nu lang golvend haar en komt net op de fiets thuis van zijn werk. De flexwoning bevalt hem en hij wil in Nederland blijven: ‘Hier zijn voor mij meer mogelijkheden; ik werk als fietsmonteur en heb vorige week mijn diploma gehaald. Nederland is een fietsland. Alleen, er zijn geen bergen. Ik kom uit een heuvelgebied in Centraal Oekraĭne. Daar reed ik als dertienjarig jongetje heuvels af, zonder helm of remmen en we maakten springschansjes; erg leuk. Hier ben je in fietsparken in twee minuten beneden. En het weer is hier grillig. Misschien wil ik later naar een ander Europees land.’ De 28-jarige Lidya werkte vorig jaar bij de Makro in Amsterdam: ‘Nu in Delft. Ik ben heel blij met dit huis.’ Je zei vorig jaar dat je een flat hebt in Kiev. Is die er nog? ‘Sinds een bombardement werkt de elektriciteit niet meer, maar hij is niet ingepikt door anderen. Het is er nu erg gevaarlijk. Ik heb acht vrienden verloren. Ik stuur naast geld ook hygiënische spullen en kleren naar een Rehabilitatiecentrum in Kiev en probeer hier Oekraïense vluchtelingen aan werk te helpen.’ Waar ben je over tien jaar? ‘De situatie wordt slechter in de wereld. Met migranten hier, China en Taiwan, Israël en de Palestijnen. Dus ik kan niet eens voorspellen waar ik volgend jaar ben.’ Vladimir en Olga, beiden 67, beiden ingenieur, komen uit de stad Mykolajiv. Olga vertelt: ‘Onze jongste zoon kwam na zijn afstuderen in Delft werken. Hij woont hier bijna 5 jaar. Aan het begin van de oorlog werd Mykolajiv belegerd, met veel granaaten raketinslagen. We waren heel bang, woonden vlakbij een grote militaire fabriek en zijn na een week met mijn schoondochter en twee kleinkinderen gevlucht via Moldavië. De buren passen op onze flat, er is geen water en vaak geen elektriciteit. Er wonen nog maar weinig mensen in Mykolajiv. We verbleven eerst in de Delftse Hout, toen in de Diepenbrockstraat, daarna in de Marcushof. Dit is heel goed, niet gehorig en er is vlakbij een park, waar we wandelen. We leren samen met onze schoondochter Nederlands. Kleinzoon Nazar en kleindochter Polina gaan naar school. Nazar is lid van voetbalclub Concordia. Polina doet aan modern dansen en zwemmen.’ Wilt u na de oorlog terug naar Oekraïne? Olga: ‘Mijn stad is half vernietigd, ook de fabriek waar mijn man, oudste zoon, schoondochter en ik werkten. Ik weet niet wat er gaat gebeuren.’ 
 
Mevrouw Weeber bij de Gaegh flat en de toegang tot de flexwoningen
 
De omwonenden
Tegenover de oprit naar de flexwoningen woont de 96-jarige mevrouw Weeber in de Gaeghflat. Ze vertelt: ‘We moesten afwachten. Je kan nooit tevoren zeggen: het zal wel goed gaan. Maar het gaat prima. Je hoort ze niet, ziet ze niet. Als het overal zo was, zou niemand er een hekel aan hebben. Ik denk dat het aan de mensen ligt, die oorlogsvluchteling en meer Europees zijn. Anderen komen uit Afrika of Marokko, een hele andere cultuur, die houden de eigen cultuur aan.’ De procedure met de gemeente verliep minder goed? ‘Ja, we hebben geen inspraak gehad, op een bijeenkomst hadden de mensen niks in te brengen. Ze plaatsen ze altijd bij de gewone mensen. Nooit in dure wijken. Ik zou willen dat ze zoiets ook bouwen voor jongelui die op zichzelf willen wonen, niet van zestien, zeventien jaar, maar in de dertig, die hun wilde haren kwijt zijn. Waarom kan dat niet? En geen studenten, dan hebben we iedere week feest. Over een paar jaar is de situatie met Oekraïne misschien veranderd. We weten niet wat we dan gaan krijgen.’ Ron Erades, gepensioneerd hoofdinspecteur van politie woont tegenover de toegang van de flexwoningen. Merkt u iets van de tijdelijke bewoners? Overlast? ‘Nee, ik vind het hele vriendelijke, nette mensen. Ik laat er regelmatig de hond uit. Dan zijn ze bereid tot een praatje en zwaaien vriendelijk. Wel hadden we bezwaar tegen asielzoekers. Je ziet hoe het in Ter Apel eraan toe gaat; dat zijn toch verontrustende berichten.’ Vorig jaar hekelde hij de onveilige verkeerssituatie in de bocht bij de flexwoningen: ‘Daar is niets aan veranderd, sterker nog, er is een parkeerterrein bijgekomen voor zo’n veertig auto’s en de gas- en waterleiding is vervangen. De opengebroken stukken zijn opgevuld met stenen. Fietsers en bromfietsers rijden daar met een grote boog om heen. Als dan net uit tegenovergestelde richting een auto komt, heb je problemen. Er rijden hier ontzettend veel schoolkinderen. Het is wachten op het eerste incident. Wethouder Huijsmans van verkeerszaken schuift het elke keer af.’ 

 

De gemeente
Gemeenteraadslid Sylvia Grobben (Hart voor Delft) zei vorig jaar dat er geen inspraak had plaatsgevonden volgens de wettelijke eisen en dat ze er voor ging knokken dat de wijk er alsnog bij betrokken werd. Is dat gebeurd? Grobben: ‘Nee, de angst was dat er asielzoekers zouden komen, maar dat is niet gebeurd. Vanuit de wijk zijn ook geen bezwaren meer gekomen. Ze hebben op dat terrein wel enorme wateroverlast gehad. Dat kwam omdat het allemaal heel haastig was neergezet. Nu ziet het er aardig uit.’ Wethouder Schrederhof is blij met het resultaat: ‘De bewoners zijn tevreden en die plek functioneert goed.’ Hoe kijkt u terug op de gevolgde procedure? ‘Wij hebben de bewoners geïnformeerd met een brief en daarna een avond voor hen georganiseerd. Zo’n avond werkt heel goed. Maar het kan altijd een tandje beter.’ Bewoners zeggen: ‘Alles was al besloten.’ ‘Ja, dat klopt, het was inderdaad alleen voorlichting die avond.’ Volgens Schrederhof zijn er geen negatieve reacties uit de buurt gekomen: ‘Nee, er speelt altijd wel iets, over verlichting of grof vuil. Maar dat heb je bij reguliere bewoning ook. Er is één keer geklaagd over geluidsoverlast vanwege een barbecue. Daar werd actie op ondernomen, de bewoners werden erop geattendeerd.’ De flexwoningen zouden er vier, vijf jaar staan. Wat gaat daarna gebeuren? ‘Het idee is in de toekomst woningen te ontwikkelen. Ik ben geen wethouder van Ruimtelijke Ordening en weet niet exact de planning. De vraag is of je die flexwoningen ergens anders kunt plaatsen. Dat moet je dan allemaal opnieuw afwegen.’ Over de verkeerssituatie: ‘Ik heb doorgekregen dat de toerit aangepast is. Er hebben geen geregistreerde ongevallen plaatsgevonden. Maar als iemand problemen ervaart, staat de gemeente open voor contact en gaan we er samen naar kijken.’ 
Het terrein van de voormalige sporthal bij de Brasserskade
 
Een jaar later aan de Brasserskade
Op het terrein van de vroegere sporthal waren ook flexwoningen gepland; het enige wat er gekomen is, is meer en hoger onkruid. Wethouder Schrederhof: ‘We willen zo snel mogelijk bouwen, echt, ongeveer 90 woningen, voor statushouders en reguliere spoedzoekers. Met Vidomes, die het gaat beheren, zijn we stevig aan het puzzelen. Vanuit de landelijke regelgeving of overheid spelen geen beperkingen, maar het is lastig iets tijdelijks neer te zetten, bouwrijp te maken, aan te sluiten op riool, gas, water en licht. Dat zijn we aan het uitpluizen en blijkt lastiger dan voorzien.’ Maar het is toch doodzonde dat je het een jaar op z’n beloop laat, terwijl er zo’n woningnood is. Ligt dat aan de gemeente of aan Vidomes? ‘Aan de ingewikkeldheid en of de exploitatie sluitend te krijgen is.’ Wat vinden de omringende sportverenigingen ervan? ‘Wij hebben een informatieavond georganiseerd. Daar kwamen best wel genuanceerde reacties naar voren.’ Woningcorporatie Vidomes weigert een interview te geven door een van de verantwoordelijke bestuurders en doet het af met schriftelijke antwoorden, gegeven door een ‘communicatieadviseur a.i.’. Daaruit blijkt dat Vidomes al eind 2021 benaderd werd door de gemeente i.v.m. de flexwoningen. Op de vraag wanneer ze er staan, is het antwoord: ‘In ieder geval niet dit jaar. U kunt eerder denken aan 2025 of 2026.’ Vidomes weigert ook een bestuurder de vraag te laten beantwoorden of het, gezien de grote woningnood, niet dieptreurig is dat de flexwoningen er vermoedelijk pas over twee jaar zullen staan, terwijl ze aan de Mozartlaan binnen enkele maanden gerealiseerd konden worden, zo snel dat daar van inspraak door de buurt geen sprake kon zijn. 
 
Sportvelden of flexwoningen?
Gemeenteraadslid Grobben: ‘Die sportverenigingen willen dat terrein gebruiken voor uitbreiding en herverdeling van hun velden.’ Fractievoorzitter Bram Stoop vult haar aan: ‘Dit plan kwam twee jaar geleden voor ons en de sportvereniging als een complete verrassing. Ook de onverwachte sloop van de sporthal gebeurde zonder overleg met de sportverenigingen. Die hebben gezegd dat ze gaan procederen tot de Raad van State aan toe als die flexwoningen doorgaan.’ Op de uitspraak van Schrederhof over de exploitatie reageert Grobben: ‘Dat moet toch niet moeilijk zijn? Vanuit het Rijk is een enorme stroom geld beschikbaar. Volgens mij hoeft Delft daar niet veel aan bij te dragen.’ Ziet Hart voor Delft liever sportvelden of flexwoningen? ‘We zijn voor een herverdeling van velden, maar woningbouw staat ook hoog in ons vaandel. Het zou een mix moeten zijn. Eerst moet er duidelijkheid komen, de berichtgeving is heel summier; ik denk dat de wethouder het zelf ook allemaal niet weet.’ Uit de reacties hierboven blijkt dat de flexwoningen aan de Mozartlaan een succes zijn geworden. Anders ligt dat bij de Brasserskade. Wethouder Schrederhof was vorig jaar nog optimistisch, zei dat er zicht was op overheidssubsidie. DHC-voorzitter John van Zweden die vorig jaar ventileerde: ‘Je moet die asielzoekers en statushouders ergens kwijt, maar ik heb helemaal niets met die gasten’ lijkt voorlopig niets te vrezen te hebben, want volgens Vidomes kan het weleens tot 1926 gaan duren. Grobben gaat nog verder: ‘Door het andere beleid van de nieuwe regering gaan wellicht minder buitenlandse mensen Nederland binnenkomen; dat kan de plannen ook beïnvloeden.’ En zo lijkt deze ontwikkeling – er gaat niets de grond in, er komt alleen maar onkruid uit – te passen in een falend landelijk beleid, waarbij nieuwbouw en betaalbare huisvesting een schaars goed geworden zijn. 

 

Deze serie is mede mogelijk gemaakt dankzij steun van het Delftse Mediafonds.