Geldzorgen in gemeenteraad: ‘Kadernota straalt armoede uit’

Waar geeft de stad zijn geld aan uit? Vanavond staat deze vraag centraal bij een vergadering in het stadhuis. Financieel zit Delft, evenals andere Nederlandse gemeenten, in onzekere tijden. Omroep Delft vroeg verschillende raadsleden hoe er met dit feit moet worden omgegaan. Wat maken zij van de plannen in de kadernota? Wat vinden zij nu belangrijk?

Stadhuis in Delft | Foto: Willem de Bie
Jolanda Gaal - Onafhankelijk Delft 
Mevrouw Gaal stoort zich aan de ‘kroonjuwelen’ die burgemeester en wethouders middels de kadernota veilig proberen te stellen: “Andere kroonjuwelen dan wij, van Onafhankelijk Delft, graag zouden zien voor onze inwoners.” Ze legt uit: “Veiligheid voor alle inwoners staat bij ons op nummer één. Deze laat zeer te wensen over.” 

 

Over de financiële onzekerheid is de fractievoorzitter van Onafhankelijk Delft helder: “Wij zullen allemaal eerlijk moeten zijn naar de Delftse inwoners. De kans dat de bezuinigingen hen allen gaat treffen is reëel.” Ook maakt ze zich zorgen over geld dat nodig is voor onderhoud: “Hier is de afgelopen jaren niet zorgvuldig mee omgegaan. Hoe langer je wacht met onderhoud, des te duurder het wordt. Monumentale bruggetjes vertonen grote scheuren.” 

 

Grote zorg blijft voor Gaal de veiligheid van inwoners. Zij benoemt onder meer het verdwijnen van zebrapaden en de aanwezigheid van fijnstof. Deze zaken aanpakken is voor haar prioriteit, met het realiseren van een nieuw zwembad. Om hier geld voor vrij te maken zegt zij: “Wat ons betreft kan de aanleg van de Gelatinebrug zwaar versoberd worden, en het fietspad door het groene landschap naar Rotterdam uitgesteld.” 

 

Joost van der Sluis - SP 
Van der Sluis, fractievoorzitter van de Delftse afdeling van de Socialistische Partij, is het niet eens met de financiële keuzes van het college van B&W. Hij schrijft: “Wat uit de kadernota vooral blijkt is dat er geld aan de verkeerde dingen wordt uitgegeven. Ondersteuning van beginnende en bestaande bedrijven, vage lobbyclubs om zogenaamd de economie te stutten, een extreem dure fietsbrug.” Wat Van der Sluis  betreft valt dit allemaal onder de noemer ‘technische, economische belangen’. 

 

De SP’er ziet dat dit geld ten koste gaat van andere zaken: “Er is geen geld voor ontspanning en cultuur.” Hij geeft hierbij enkele voorbeelden: “Evenementen, de kinderboerderijen (alleen eenmalig), sport, theater De Veste, de (zelfstandige) buurthuizen, oefenruimtes, ga zo maar door.” 

 

Zorgen zijn er bij de socialistische fractievoorzitter ook over hoe de stad zich verder gaat ontwikkelen: "Het lijkt erop dat de coalitie in de toekomst vooral wil gaan bezuinigen op de zorg, ondersteuning van kinderen en arme gezinnen en ouderen. Dat ziet er ook niet best uit.” 
Theater de Veste, ter illustratie
 
Bram Stoop - Hart voor Delft 
“Deze kadernota straalt armoede uit”, vat Hart voor Delft-fractievoorzitter Bram Stoop samen. Hij licht toe: “Er is geen dekking voor nieuwe projecten.” Hij wijdt hierbij uit over hoe dit kan: “Het nu demissionaire kabinet heeft bepaald dat er drie miljard minder gaat naar gemeenten. Daardoor gaan er vanaf 2026 twintig miljoen minder naar Delft. Wat hem betreft moet het college aan de slag om een plan te maken om zich voor te bereiden op deze financiële noodsituatie: “Ze doen te nonchalant over deze situatie.” Dit vindt hij een zeer serieuze tekortkoming van de bestuurders: “Als je dit als werknemer van een bedrijf doet, wordt je op staande voet ontslagen.” 

 

Stoop vertelt daarbij dat er vanuit zijn partij geen moties komen bij de discussie over deze kadernota. “Als je naar de afgelopen raadsvergaderingen kijkt, dan wordt er alleen over moties gepraat, maar het debat vindt niet plaats.” In plaats van het politieke spel met moties, wil Stoop een plan zien: “We willen voorbereidingen zien.” Daar moet het van hem over gaan. Hij zegt daarbij: “Nu zeggen de wethouders eigenlijk dat het volgende college het maar op moet lossen.” 

 

De door B&W opgestelde kadernota staat in het teken van ‘doorgaan op de ingeslagen weg’. Stoop reageert: “We kunnen niet door op de ingeslagen weg.” Hij verklaart hierbij: Als raadsleden zijn we er om de wethouders te controleren en om kaders te stellen. Goede financiële kaders horen daarbij.” Daar  moet wat hem betreft nog veel werk aan gebeuren. Hij en zijn partij willen dat het college binnen een paar maanden met een plan komt voor de financieel zware tijden die op komst zijn. Hierin zegt hij dat zijn partij bereid is oplossingsgericht mee te denken. 

 

Lisanne Fung Fen Chung - STIP 
Lisanne Fung Fen Chung meldt namens STIP dat ook zij zien dat er financieel zware tijden aankomen. Echter zegt zij hierbij: Voor STIP is het prioriteit nummer één om te blijven investeren in belangrijke opgaven voor onze Delftenaren. Dit moeten en kunnen we ook nog steeds dit jaar doen.  

 

Ze licht toe: “We zullen de middelen efficiënt moeten inzetten.” Dit kan volgens haar door het geld in te zetten voor zaken die ‘domeinoverstijgend’ zijn en dus meerdere vliegen in één klap slaan. Fung Fen Chung noemt: “De openbare ruimte, het bijbouwen van woningen en het effect hiervan op de kwaliteit van leven voor Delftenaren.” 

 

“We zijn erg blij met de inzet op de drie grote uitdagingen in de stad: de energietransitie, Delft West en Innovatie District Delft. Hier hebben we de komende jaren de grootste opgaven, dus we zijn tevreden dat dit goed opgepakt is.” Zegt de vertegenwoordiger van de studentenpartij. Problemen ziet zij echter ook: “STIP maakt zich zorgen dat er geen studentenwoningen zijn bijgebouwd dit jaar, terwijl de tekorten alleen maar toenemen. Daarnaast is het mentale welzijn van jongeren kwetsbaar en neemt eenzaamheid toe, onder jongeren en ouderen.” Over mogelijke oplossingen zegt ze: “Hierbij denken we aan meer ontmoeting in de openbare ruimte, bij evenementen, maar ook bij mensen thuis door collectieve woonvormen.” Dit laatste sluit aan bij een punt waar STIP zich in het bijzonder hard voor wil maken: “STIP zet zich in op huisvesting. De stad groeit met 15.000 woningen, dus we moeten goed nadenken over hoe we onze ruimte gaan benutten en verdichten.” 

 

Frank Visser - CDA 
“De nadruk ligt op het uitwerken en afmaken van voorstellen. Dit zal te maken hebben met de financiële voorstellen.” Aldus Frank Visser, fractievoorzitter van het CDA. Hij is hierbij blij dat er uitwerking wordt gegeven aan moties van zijn partij, die betrekking hebben op lokale media en kinderboerderijen, ‘ook al kan je verschillen van mening over of er genoeg wordt gedaan’. Er zijn ook dingen die het college wat Visser betreft extra kan doen: “Er is meer dan alleen Delft-West. Daar lopen bijvoorbeeld projecten met maatschappelijke diensttijd. Als CDA vinden we dat heel goed, maar we zouden het graag Delft-breed zien.” Ook zou hij graag meer middelen zien om criminele ondermijning tegen te gaan. 

 

“Er is veel onzekerheid”, zegt de Christendemocraat over de financiële situatie. Naast het ‘Ravijnjaar’, benoemt Visser hierbij dat de uitwerking van het regeerakkoord op hoofdlijnen nog moet komen en dat de spreidingswet op losse schroeven staat. Door al deze zaken zegt Visser: “Het is belangrijk om behoedzaam te werk te gaan.” Hierbij is het volgens hem belangrijk dat ‘de gemeenteraad goed geïnformeerd wordt en aan het stuur zit’.  

 

Een paar dingen zijn hierbij van belang, volgens de CDA’er. Hij noemt: “Er moet realistisch geraamd worden.” Dit houdt in dat er goed ingeschat moet worden hoeveel een project van de gemeente gaat kosten. Visser wijst er hierbij op dat er doorgaans meer geld over blijft dan gedacht: “We kunnen dus misschien wel meer dan we denken.” Tenslotte ziet Visser dat er in de politiek veel aandacht gaat naar de kadernota en de plannen voor het komende jaar, maar een stuk minder naar de jaarstukken en de verantwoording over het afgelopen jaar: “Het zou volgens het CDA daarom goed zijn om een apart verantwooordingsdebat te hebben, los van de kadernota.”