Grote zorg in Delftse gemeenteraad over Schieoevers Zuid
Al jaren werkt de gemeente aan plannen voor bedrijventerreinen aan de Delftse Schie. Deze plannen kwamen eerder deze maand in gevaar doordat de Provinciale Staten het zuidelijke deel van de Schieoevers bestemden als ‘niet te transformeren gebied’. Verschillende partijen in de gemeenteraad willen weten wat dit besluit voor gevolgen heeft.
Een belangrijke reden voor de provincie om de Schieoevers de status van ‘niet te transformeren’ te geven is dat daar bedrijven zijn die ‘van provinciaal belang’ zijn. Groenlinks, CDA, PVDA, STIP en Volt stellen nu schriftelijke vragen aan burgermeester en wethouders.
Deze vijf partijen willen weten om welke bedrijven dit gaat en of er nog ruimte is om bedrijven toe te voegen in dit gebied. De kern van het probleem is namelijk dat een aantal bedrijven die zich nu in het noordelijke deel van de Schieoevers bevinden, volgens de plannen naar het zuiden moeten. De vijf partijen drukken de vinger op deze zere plek met de vraag: “Waarom komt het plan om bedrijven te verhuizen van Schieoevers Noord naar Schieoevers Zuid in het gedrang als de provincie vasthoudt aan de beschermde status van het bedrijventerrein?”
Onbenut arbeidspotentieel
“Delft heeft naar verhouding een groot onbenut arbeidspotentieel”, aldus de vijf partijen. Hiermee bedoelen ze dat er in Delft relatief veel mensen zijn die kunnen werken, maar het niet doen. Een oorzaak hiervan is volgens hen: “een groot tekort aan bedrijfsruimte”. De Schieoevers Zuid zouden volgens hen mede een oplossing zijn voor dit probleem.
Verder constateren zij: “Op het terrein van werkgelegenheid, toegevoegde waarde en brede welvaart blijft Provincie Zuid-Holland achter bij andere regio’s.” Als onderdeel van het ‘Innovatiedistrict Delft’ kunnen de Schieoevers Zuid bijdragen aan een oplossing voor die achterstand. Daaruit volgt de vraag:“wat is het belang van het Innovatiedistrict Delft voor de regio? Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van een intelligent warmtenetwerk, initiatieven gericht op een transitie naar een circulaire economie en de regelluwe zone bij de Green Village. (Een gebied waar innovaties sneller getest kunnen worden, omdat er geen rekening gehouden hoeft te worden met de regulaties die gelden in reguliere (bouw)projecten, red.)”