Heera Dijk (D66): ‘Toekomst van De Veste sneller duidelijk maken’
"Iedereen vindt cultuur belangrijk, maar de huidige plannen voor een nieuw theater moeten zorgvuldig worden overwogen", aldus Heera Dijk (D66). In de gemeenteraad wordt donderdag 13 juni vergaderd over de vernieuwing van het stadstheater. Burgemeester en wethouders beogen nieuwbouw ergens na 2028. Dijk kijkt naar het financiële plaatje en ziet: “De voortekenen zijn niet goed.”
Op een regenachtige ochtend in aanloop naar de raadsvergadering van donderdag 13 juni spreekt D66’er Heera Dijk haar zorgen uit tegen Omroep Delft: “De pijn zit erin dat er gewoon geen geld voor lijkt te zijn. We zien nergens dat we binnen afzienbare tijd voldoende geld hebben." Daar komt voor Dijk nog een ander principe bij: "We hebben het nu veel over een ‘open overheid’. Zeggen dat iets niet kan hoort daarbij. Daarnaast gaat dit ten koste van het Rietveld Theater.”
Samen met collega's van CDA, Volt en VVD wil zij de plannen voor de bouw van een nieuw theater op kosten van de gemeente stapsgewijs bepalen. Op deze manier willen deze partijen werken aan een 'gefundeerd perspectief' voor een nieuwbouw theater in de toekomst. Doel is niet af te wachten tot 2028. In plaats daarvan moet De Veste over een jaar laten zien hoe het financiële scenario er dan uitziet en in de jaren daarna de voortgang delen.
Hoge kosten
“Het college van B&W vraagt ons in dit besluit een keuze uit te spreken voor volledige nieuwbouw en daarbij voor een locatie in of nabij de binnenstad.” Zo legt Dijk uit. Volledige nieuwbouw kost tientallen miljoenen. En zelfs als er een nieuw theater staat, dan blijft het theater geld kosten: “Het structurele tekort voor de exploitatiekosten van het theater bedraagt dan jaarlijks 1 tot 2,5 miljoen euro, dat zullen wij als gemeente jaarlijks moeten gaan betalen. Dat is bijna ons hele cultuurbudget.”
Dat komt bovenop de 85 miljoen die naar schatting nodig is om een nieuw theater neer te zetten. Of die 85 miljoen genoeg is, is nog maar de vraag: waarschijnlijk pakt het duurder uit, aangezien er nog jaren aan inflatie overheen gaan voordat er gebouwd wordt en omdat de infrastructuur moet worden aangepast. Deze kosten zijn nu niet meegenomen in de scenario’s over nieuwbouw.
Doorschuiven
Ze wijst nogmaals naar het besluit dat gevraagd wordt van de raad: ‘Een voorkeur uitspreken voor een locatie in of nabij de binnenstad’. Dijk: “Het voelt alsof ze eigenlijk al uitgaan van verhuizing. Met de wens van 800 zitplaatsen gaat het nooit passen op de huidige locatie. Denk alleen al aan de Zuidpoortgarage die zoveel extra bezoekers niet aan kan."
“Het is niet zo dat er een financiële meevaller zit aan te komen”, verwacht Dijk. De gemeente bevindt zich juist in zwaar weer. De D66’er kan zich dan ook niet vinden in het plan om de financiële mogelijkheden voor een nieuw theater pas in 2028 te verkennen: “Dat is de beslissing doorschuiven naar een volgende gemeenteraad.”
Wat dan?
Dijk zegt niet dat er dan maar niets gedaan moet worden om een nieuw theater te realiseren. Wel zou ze graag zien dat het geld voor een nieuw theater ergens anders vandaan komt dan uit de alsmaar legere gemeentekas. “Er zijn verschillende groepen in de stad, zoals ondernemers en de TU Delft, die zeggen theater heel belangrijk te vinden. Laat hen meefinancieren.” Hierbij komt volgens Dijk ook een kans voor De Veste: "Op deze manier kunnen ze hun waarde voor de stad aantonen."
Ze vergelijkt deze optie met de verbouwing van het Prinsenhof, die ook voor het meerendeel betaald wordt door externe geldschieters. Dijk wil daarbij een jaarlijks verslag naar de gemeenteraad, zodat de raad op de hoogte is van hoeveel geld externe financierders bereid zijn om in dit in dit project te investeren. Dijk zegt: “Hierdoor kunnen we elk jaar bepalen of en hoe het haalbaar is, en hoeven we niet te wachten op een verkennend onderzoek in 2028.”
Rietveld
"In alle commotie rondom De Veste vergeet je bijna dat we nog een theater hebben", merkt Dijk op. Ze wilt dat de gemeente wel geld uitgeeft om dit theater te ondersteunen in hun verbouwing: “Dit theater bestaat niet uit het gebouw, maar uit de mensen. Met hun vele vrijwilligers creëren ze een wijd en kwalitatief aanbod, met ruimte voor popmuziek en jong talent.”
Wethouder Frank van Vliet zegt tot nog toe altijd dat De Veste en het Rietveld niet met elkaar te vergelijken zijn, omdat de eerste een groot, professioneel stadstheater is, terwijl de ander een klein ‘zakvesttheater’ is, dat bestaat om ruimte te bieden aan opkomend talent. Dijk zegt daartegen: “Het Rietveld biedt alles wat in onze cultuurambities zit.”