Historicus Nancy Jouwe over excuses slavernijverleden: ‘een eerste stap’
Eén van de onderzoekers van het rapport over het Delftse slavernijverleden, waar de burgemeester dinsdagavond namens het stadsbestuur excuses voor aanbood, is Nancy Jouwe. Zij is cultuurhistoricus, en heeft de reactie van de gemeente uiteraard gevolgd, wat vond zij ervan?
Woensdagochtend was Jouwe te gast in de radiostudio, bij Frans van Rijnswou. Over de telefoon weliswaar, ze is namelijk even onder de wol. Dit neemt niet weg dat ze een scherpe analyse en reactie kon geven tijdens Delft Centraal van 20 december.
Jouwe verwachtte de excuses eigenlijk al wel. “Er lig in Delft zo ontzettend veel bewijs voor betrokkenheid bij de VOC en de WIC, dat je er eigenlijk niet omheen kan. De excuses zijn een eerste stap in het creëren van bewustwording.” Niet alleen de bewustwording is volgens Jouwe van belang: “De burgemeester had het over onzichtbare ketenen. Daarmee geeft zij aan dat mensen de impact van die tijd van slavernij nog steeds voelen.”
Racisme en discriminatie
Dat het slavernijverleden na minstens 150 jaar nog steeds te voelen is, ligt hem in het feit dat veel nakomelingen van tot slaaf gemaakten te maken hebben met racisme en discriminatie. “Hopelijk biedt zo’n excuses de ruimte om verder aandacht te besteden en energie te steken in een samenleving die dit soort zaken serieus neemt.”
Als voorbeeld noemt zij: “Bij de schooladviezen in groep 8 of bij het zoeken naar een stage is er nog altijd veel discriminatie. Maar ook hoe we naar elkaar omkijken.” Volgens Jouwe is de excuses van dinsdagavond ook een erkenning dat juist dit soort problemen zo lang al gaande zijn. “Excuses zijn een eerste stap, een opening naar een volgende fase.”
Weerstand
De excuses, maar ook het voorafgaande onderzoeksrapport, krijgen ook weerstand. “Er is een groep Delftenaren die het er niet mee eens is. Om een voorbeeld te noemen: aan het begin was Osepa (raadslid GroenLinks, red.) vaak alleen aan het strijden voor de erkenning van deze geschiedenis.”
Desalniettemin was er na de toespraak van de burgemeester een lang applaus, en volgde een staande ovatie. “Dat applaus was niet alleen voor de woorden van de burgemeester, maar ook zeker voor de erkenning. Voor heel veel mensen voelt zo’n erkenning al als een oplossing. Het laat ook zien dat dit gevoel echt leeft”, aldus Jouwe.
Niet de enige
Delft is niet de eerste stad waarin excuses zijn gemaakt voor het slavernijverleden. Een groot aantal steden ging voor. Ook de koning en demissionair premier Mark Rutte deden dit. Critici van de spijtbetuiging zouden kunnen denken dat een landelijk excuus wellicht al genoeg is.
Hierover zegt Jouwe: “Er zit een politiek aspect en een onderzoekend aspect aan de excuses. Het politieke aspect is dat je met excuses meer aandacht genereert, ook voor de landelijke geschiedenis. Het onderzoekend aspect richt zich meer op het feit dat het koloniale verleden zich in verschillende plekken ontpopte. Hier is in de 20ste eeuw weinig tot geen aandacht aan gegeven.”