Inclusie Agenda: op weg naar een gelijkwaardige samenleving

Door: Julia Jouwe en Nico Jouwe

In onze stad moet iedere inwoner volwaardig mee kunnen doen; dat is het recht van iedere Delftenaar. Maar in de praktijk kent Delft tal van fysieke, sociale en digitale drempels. Lang niet alle gebouwen, voorzieningen en organisaties zijn even toegankelijk voor alle Delftenaren. Een handicap, sociale achtergrond, gender of seksuele voorkeur blijken daarbij vaak een rol te spelen. De vorig jaar door de gemeente in gang gezette Lokale Inclusie Agenda moet deze vormen van onrecht aanpakken. Hoe denken ervaringsdeskundigen hierover? Het eerste deel van een drieluik over inclusie in Delft. 

Alien van der Werff op weg naar haar voertuig
Fotograaf: Julia Jouwe
‘Als je mij vraagt of ik vertrouwen heb in de gemeente, dan zeg ik “nee”’, zegt Alien van der Werff, docent TaalPlus bij ROC Mondriaan beslist. We praten met haar over haar jarenlange ervaringen als inwoonster van de binnenstad met een fulltime baan en een auto en een Kanta die voor de deur aan de gracht geparkeerd staan. De auto gebruikt ze om naar haar werk te gaan en de Kanta om zich te bewegen door de binnenstad. Door de cerebrale parese, een hersenaandoening die ze bij de geboorte opliep, loopt ze moeilijk. Met hier en daar een bankje op straat om uit te rusten op straat zou ze blij zijn. Maar die komen er niet vanwege de hangjongeren. Een metalen nietje langs de gracht waaraan ze zich kan vasthouden als ze aan de waterkant in haar auto stapt, komt er evenmin. Past niet in het stadsgezicht. De ambtenaar met wie ze hierover sprak, suggereerde dat ze beter kon verhuizen. Dan zijn er nog de vele paaltjes in de stad die de doorgang van de Kanta belemmeren. De gemeente heeft liever dat ze in een scootmobiel gaat rijden; die past wel door de paaltjes en is goedkoper, maar die vindt ze onveilig. Over de administratieve rompslomp die het gebruik van hulpmiddelen met zich meebrengt, kan ze uren vertellen. Toch gaat ze iedere dag vol goede moed naar haar werk. Maar de omgang met de gemeente heeft haar sceptisch gemaakt over de vraag of de Lokale Inclusie Agenda werkelijk tot een verbetering van de rechten van mensen met een handicap leidt.  

 

Vertrouwen 
Dat er nog een wereld te winnen is voor de Inclusie Agenda, staat als een paal boven water, vinden Claudia Mens en Netty Jongepier, mede-oprichters van Inclusie Collectief Delft (ICD). Maar ze zijn positief gestemd en zien veel vooruitgang. Op 6 maart 2023 schreven ze, samen met anderen, als toen nog Burgerinitiatief Inclusie Delft zijnde, een kritische brief aan B&W en de gemeenteraad. Daarin hielden ze het stadsbestuur voor nu eindelijk eens aan de slag te gaan en dat te doen ‘vanuit initiatieven die er al zijn’ in plaats van te wachten tot de noodzakelijke brede aanpak ‘op de tekentafel tot in details is uitgewerkt’. Inmiddels is de Lokale Inclusie Agenda van start gegaan (hierover meer in ons artikel van volgende week). Na de Week van de Toegankelijkheid in oktober vorig jaar startte de gemeente met overleggen met ervaringsdeskundigen. Hieruit is inmiddels het Toegankelijkheidsnetwerk gegroeid dat om de zes weken bijeen komt. De grootste winst sinds de komst van de Inclusie Agenda is volgens Mens ‘het vertrouwen in elkaar.’ Volgens Jongepier worden mensen met een handicap goed betrokken en 'wordt er gekeken naar ontoegankelijke plekken en hoe die kunnen verbeteren.’ Jongepier vindt het ook belangrijk dat het ICD en Toegankelijkheidsnetwerk zich niet samenvoegen: ‘Het Toegankelijkheidsnetwerk is bedoeld om signalen op te pikken en daar beleid op te baseren.’ Mens en Jongepier vinden het belangrijk dat daarnaast ook een onafhankelijk platform bestaat dat de ontwikkelingen kritisch volgt en zelf suggesties aandraagt. 

 

Te vrijblijvend 
Al is het aanpakken van inclusie relatief nieuw in Delft, internationaal staan inclusie en toegankelijkheid al vele jaren op de agenda. In 2016 ratificeerde Nederland het VN-verdrag Handicap. Daarmee nam de Nederlandse overheid de plicht op zich om de rechten van mensen met een handicap te waarborgen. Die verplichting ligt dus sinds 2016 op het bordje van alle Nederlandse gemeenten. Op 15 augustus jongstleden belegde de VN een hoorzitting waarin de Nederlandse aanpak nader onder de loep werd genomen. TU-studente Marissa van der Tol volgde het op de voet. Zij is mede-oprichter van Studable Delft, een belangenvereniging voor en door studenten met een beperking en geeft onder meer adviezen aan de TU Delft over toegankelijkheid. Volgens haar zijn belangenbehartigers die voor de VN-hoorzitting afreisden naar Genève niet tevreden. ‘De Nederlandse wetgeving is te vrijblijvend: er zijn geen sancties’, aldus Van der Tol die vindt dat dit ook op lokaal niveau, in onze stad, doorwerkt. Het duurde immers zeven jaar voordat Delft werk maakte van inclusie. ‘Deze Inclusie Agenda vraagt iets meer van de gemeente dan het wettelijke minimum, maar er moet en kan meer om recht te doen aan de rechten van Delftenaren met een handicap’, aldus van der Tol. Ook Zef Alsters vindt hoe er met toegankelijkheid wordt omgegaan nu nog te veel ‘een sluitpost’. Maar, als lid van het Inclusie Collectief Delft en als persoon met een visuele beperking ziet hij dat er langzamerhand meer bewustwording ontstaat. Hij is ervan overtuigd dat de gewenste verandering er uiteindelijk écht zal komen. ‘Dat duurt alleen nog jaren. Het gaat met kleine stapjes gepaard.’  

 

Segregatie 
Voor Gerard Gaal is de bewustwording die hij bij een gesprek bij busmaatschappij EBS ervoer een stap vooruit. Hij is lid van het Toegankelijkheidsnetwerk en kwam daardoor in gesprek met de busmaatschappij waar hij zijn gebrek aan toegang tot openbaar vervoer op tafel kon leggen. ‘Ze zeggen wel eens: in de tram en de bus kom je de hele samenleving tegen. Nou, niet dus. Veel mensen met een handicap komen er gewoon niet in. Het is eigenlijk een vorm van segregatie.’ Zelf beweegt Gaal zich voort in een rolstoel. ‘Tramlijn 1 kan ik sowieso niet binnenkomen. Maar die oude ontoegankelijke trams gaan er over een tijdje uit en dan komen er nieuwe modellen, net als lijn 19.’ Om een stadsbus in te komen, moet er een klep neergelaten worden, vertelt Gaal en in de praktijk gaat dat niet altijd goed. ‘Maar ik heb een manager gesproken van EBS en het feit dat wij elkaar hebben kunnen spreken en elkaars problemen begrepen, vind ik winst.’ Jongepier is het er mee eens. ‘Het is een kwestie van mensen aan elkaar linken, niemand sluit bewust iemand anders uit', zegt ze. Maar zelfs goede bedoelingen kunnen soms vooroordelen over mensen met een handicap bevestigen. Van der Werff vertelt hoe ze laatst haar rollator bijna in haar Kanta had getild toen een mevrouw erop stond om haar daarmee te helpen. ‘Mensen denken dat ik het niet kan, maar ik doe het meerdere keren per dag.’ 
Studenten spelen het toegankelijkheidsspel | Foto: Julia Jouwe
 
Twee kratjes breed 
Gerard Gaal was een van de ervaringsdeskundigen die vorige week aanwezig was in de stand van het Inclusie Collectief Delft op de Brabantse Turfmarkt, tijdens de OWEE week. Leden van het ICD en het Toegankelijkheidsnetwerk spraken er met studenten om ze bewust te maken van hun fietsparkeergedrag. Achteloos op de stoep geparkeerde fietsen zorgen op veel plekken in de stad voor ontoegankelijke situaties. ‘Via de Stadsverbinders van de Social Impact Hub zijn we in contact gekomen met twee afgestudeerde ontwerpsters van Industrieel Ontwerpen. Samen hebben we een checklist ontwikkeld voor studenten en zij hebben er een aantrekkelijk vormgegeven poster van gemaakt’, zegt Mens. De poster roept studenten op om stoepen tenminste ‘twee kratjes breed’ vrij te houden, omdat er dan een rolstoel door kan. In de stad spelen studenten met ontwerpster Vinciane van den Dwey het door haar en een collega ontworpen toegankelijkheidsspel. In dit bordspel moeten studenten een snoepballetje over een modelstoep langs slecht geparkeerde fietsen proberen te rollen. De studenten moeten er alleen een bril bij dragen waar ze nauwelijks iets doorheen zien. Het leidt tot hilarische taferelen. Het laat op een speelse, ludieke manier zien wat voor problemen slecht fietsparkeerdrag veroorzaakt voor mensen met een handicap, legt Van den Dwey uit.  Studenten krijgen de poster mee met de aanmoediging deze vooral op te hangen op plekken waar veel andere studenten hem zien. 

 

Focus op fysieke toegankelijkheid 
In de kraam op de OWEE week zijn ook de gemeente ambtenaren aanwezig. ‘Dat laat zien hoe betrokken ze zijn bij het verbeteren van de toegankelijkheid in Delft’, vindt Mens. Uit de huidige aanpak blijkt ook dat de nadruk van de Lokale Inclusie Agenda op dit moment ligt bij het verbeteren van de fysieke toegankelijkheid. Volgens de tekst van de agenda, die te lezen is op de website www.inclusieagendadelft.nl wil de gemeente ook werken aan sociale en digitale toegankelijkheid. Een woordvoerder van de gemeente laat weten dat deze vormen aangepakt worden in het nog op te werken beleidsterrein Inclusief Samenleven. Met name sociale toegankelijkheid, waarin ook discriminatie op basis van sociale achtergrond, huidskleur, gender of seksuele oriëntatie is opgenomen, is een actueel thema. Uit de manier waarop de gemeente het afgelopen jaar aandacht heeft besteed aan het slavernijverleden mag worden afgeleid dat ook de doorwerking van slavernij in hedendaagse discriminatie serieus wordt genomen. De gemeente laat via een woordvoerder weten dat in de drie vormen van inclusie (fysiek, sociaal en digitaal) dan ook geen prioriteit is aangebracht. Dat de focus nu op fysieke toegankelijkheid ligt, heeft te maken met de input uit het vorig jaar opgezette Toegankelijkheidsnetwerk. Daarin zaten vooral ervaringsdeskundigen met kennis over fysieke drempels. Dat die input nu leidt tot gemeentelijk beleid, is mede te danken aan het door burgers opgezette Inclusie Platform Delft. 

 

Evaluatie  
Op donderdag 29 augustus houdt de raadscommissie Sociaal Domein en Wonen een ‘beeldvormende vergadering’ over de Lokale Inclusie Agenda. Daarin laten de commissieleden zich informeren door ervaringsdeskundigen over de voortgang. Om het stadhuis beter toegankelijk te maken, krijgt de ingang van het stadhuis een rolstoelopgang. Binnen in het stadhuis zorgen de bodes ervoor dat alle ruimtes rolstoeltoegankelijk zijn. De bijeenkomst begint om 19.30 uur en is openbaar toegankelijk.  

 

Dit is het eerste artikel in een drieluik over de Lokale Inclusie Agenda. In het volgende artikel meer aandacht voor de aanpak van de gemeente. Deze reeks wordt mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van het Mediafonds Delft.