Is er genoeg geld om evenementen te organiseren in Delft?

Er komen subsidieplafonds voor evenementen. Het is daarmee de vraag voor organisatoren van evenementen of ze genoeg geld krijgen om te doen wat ze zouden willen doen. Reden voor deze politieke keuze is volgens wethouder Maaike Zwart dat ‘gemeenschapsgeld een schaars goed is’.

Evenement op de markt, ter illustratie
Dat schrijft de STIP-wethouder in het voorwoord van het nieuwe ‘evenementenkader’. In dit document staat het nieuwe beleid rondom de gemeentelijke ondersteuning van de vele evenementen in de stad omschreven. Dit evenementenbeleid werd besproken tijdens de gemeenteraadsvergadering van donderdag 13 juni. Sommige raadsleden zagen de subsidieplafonds maar al te graag. Dimitri van Rijn, die namens de VVD immer op de centen let, merkte op dat de plafonds ‘als muziek in de oren’ van zijn partij klonken. Voor anderen is de maximale subsidie een noodzakelijk kwaad. 

 

Wie krijgt subsidie? 
Ook de manier waarop subsidie verdeeld wordt verandert. Voorheen was het een kwestie van ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. In plaats daarvan heeft het stadsbestuur besloten enkele criteria op te stellen. De organisatoren die plannen voor evenementen voorleggen die het beste voldoen aan deze criteria krijgen als eerste een deel van de subsidiepot. 

 

Op de door het college voorgelegde criteria was kritiek in de raadszaal. Lisette de Jongh Swemer sprak namens Hart voor Delft: “Het lijkt wel alsof dit een discussie is die alleen over duurzaamheid gaat. Straks moeten alle leuke dingen eerst door een politieke molen.” Wethouder Zwart pareerde deze kritiek door erop te wijzen dat duurzaamheid slechts een van de criteria is, naast zaken als economische waarde, afwisseling in tijd en locatie in de stad, inclusiviteit en veiligheid. 

 

Overleg 
De partijen STIP, SP, PVDA en VOLT deden bij dit evenementenbeleid een voorstel om door de gemeente overleg tussen verschillende organisatoren te faciliteren. Wethouder Zwart ondersteunde deze motie: “Er is veel behoefte bij organisatoren om te verduurzamen, maar weinig kennis.” In het bijzonder op het gebied van verduurzaming was het, haars inziens, een goed idee om de verschillende evenementenmakers bij elkaar te brengen, om kennis uit te wisselen en meer samenwerking te bevorderen. Julian Gommers, raadslid namens STIP, stelt zich hierbij voor dat organisatoren gezamenlijk generatoren inslaan, om de kosten te delen.  

 

Niet iedereen in de raadszaal was ervan overtuigd dat het opstarten van deze gesprekken een taak van de gemeente is. Bert van der Woerd van de ChristenUnie vatte zijn standpunt in deze discussie samen met de woorden ‘Overheid waar nodig, niet waar overbodig’. Zorgen waren er ook over de kosten. Dit plan zou immers werk van ambtenaren kosten, en CDA’er Gerrit Jan Valk hielp de rest van de raad herinneren: “ambtenaren inzetten kost gewoon geld.” Ondanks deze kritiek was de meerderheid van de raad te porren voor het voorstel. Evenementenorganisatoren zullen dus een uitnodiging verwachten.