Kadernota aangenomen, en nu?
De politieke plannen voor 2025 zijn gemaakt. Afgelopen donderdag heeft de gemeenteraad de kadernota voor dit jaar vastgesteld. Daarmee is er een belangrijke stap gezet in de richting van de begroting voor 2025, waaraan verder wordt gewerkt na het naderende zomerreces.
Een jarige burgemeester Van Bijsterveldt vroeg de raadsleden om applaus nadat de kadernota was aangenomen. Niet voor haarzelf, of voor de wethouders die met haar politiek verantwoordelijk zijn voor dit beleidsstuk waarin de begroting voor komend jaar wordt voorbereid. Nee, ze vroeg applaus voor de ambtenaren die deze plannen op papier zetten: “Ga ervan uit, zij zijn nu al weer aan het nadenken over de begroting.” Het proces blijft rollen, zoveel was duidelijk deze donderdagavond. Politiek was er weinig weerstand tegen de nu aangenomen kadernota. Hart voor Delft, Onafhankelijk Delft en SP stemden tegen, maar het overgrote deel van de gemeenteraad had geen bezwaar tegen de kadernota.
‘Gezellig blijven’
Een makkelijke periode zal het niet zijn voor de onvolprezen ambtenaren die de begroting rond moeten krijgen. Zoals vaker gezegd, staat de gemeente voor financieel onzekere tijden. Hoe onzeker? Bram Stoop meldde in het debat dat de gemeente als gevolg van de bezuiniging op het gemeentefonds door de rijksoverheid twintig miljoen euro per jaar minder te besteden krijgt. In de kadernota staat dat het exacte tekort vanaf 2026 nu nog niet bekend is. En wethouder Martina Huijsmans schat in een gesprek tussen haarzelf, enkele mede-wethouders en Omroep Delft in dat er in 2026 een slordige 5 miljoen nodig is om de begroting sluitend te krijgen.
Waar dat geld vandaan moet komen staat nog niet vast. In de kadernota staan besparingsopties, die uiteindelijk moeten leiden tot een ‘handelingsperspectief’. Veel van de opties hierin zijn, in de woorden van Huijsmans, ‘van technische aard’. Ze verklaart deze keuze: “We zijn een stad die groeit en het moet ook gezellig blijven. Er moeten evenementen zijn en cultuur. Kinderen moeten gratis naar de bibliotheek kunnen, zeker ook omdat boeken waarschijnlijk duurder worden. Op dat soort dingen willen we eigenlijk niet bezuinigen.”
Ambtenaren
Eén opvallende zin in de hieraan gewijde passage in de kadernota luidt: “In dit kader onderzoeken we de omvang van de gemeentelijke organisatie in relatie tot andere gemeenten.” Hierbij rijst de vraag of ambtenaren te vrezen hebben voor hun baan, als blijkt dat de gemeente Delft in bepaalde afdelingen meer mensen in dienst heeft dan nodig. Huijsmans zegt echter dat ontslagen niet aan de orde zijn. Echter legt ze uit: “Het inhuren van iemand is vaak duurder dan het in dienst hebben.” Hier kan de gemeente wat haar betreft dus efficiënter in worden. Ook zegt ze hierbij: “Er zijn bij allerlei taken wel vragen of en hoeveel mensen we nodig hebben, dus daar zit gewoon de mogelijkheid het slimmer te organiseren. Dan kunnen we met minder mensen hetzelfde werk doen.” Dat meer doen met minder mensen ziet Huijsmans dus niet gebeuren door mensen te ontslaan, maar: “We hebben mensen die over niet al te lange tijd met pensioen gaan. Ik denk dat daar nog wel wat ruimte zit.”
Dit is niet de enige manier om aan geld te komen. Er wordt gewerkt aan meerdere opties. Of het genoeg is moet blijken. Sommige leden van de gemeenteraad vrezen dat de plannen van burgemeester en wethouders niet voldoende zullen zijn. Bram Stoop (Hart voor Delft) beweert bijvoorbeeld dat ‘het college de situatie niet serieus genoeg neemt’. Wethouder Huijsmans is een andere mening toegedaan: “Die 5 miljoen zal je niet uit één onderwerp halen. Er zijn allerlei verschillende richtingen waar je een deel kan vinden. Daarnaast hopen we dat er nog iets van perspectief zal worden geboden door het nieuwe kabinet.”
Dicht op bewoners
Of het kabinet daadwerkelijk soelaas zal bieden is natuurlijk nog maar de vraag. Huijsmans vindt echter wel dat het voor Delft, in samenwerking met andere gemeenten in de VNG, tijd is om zich ‘strijdbaarder op te stellen’. Hierbij wijst ze op het belang van gemeenten als bestuurslaag die dichter op bewoners staat: “Als wij het kantoor hier uitlopen dan komen we ze meteen tegen en worden we ook aangesproken als we dingen niet doen zoals ze het liever zouden zien.”
Ondanks de financiële onzekerheid, zegt Huismans dat zij en haar collega’s ‘niet bij de pakken neerzitten’. Dat wil in dit geval zoveel zeggen als ‘er wordt nu nog gewoon geld uitgegeven'. En een groot deel van de gemeenteraad staat hier dus ook achter. Sterker nog, één van de aangenomen moties van de gemeenteraad draagt de wethouders op om drie miljoen euro vrij te maken om uit te geven aan culturele instellingen. Later dit jaar moet er een ‘Integraal Huisvestingsplan Cultuur’ komen, waarin staat wat de verschillende culturele instellingen aan gebouwen nodig hebben. Door de aanvaarde motie is er dus 3 miljoen euro beschikbaar om een deel van de huisvestingsplannen uit te voeren.
Rietveld
Toevallig komt deze drie miljoen euro goed overeen met wat er nodig is voor het Rietveld Theater. En al even toevallig is de motie mede opgesteld door Heera Dijk (D66), die er eerder al voor pleitte dat de gemeente het Rietveld zou moeten ondersteunen. Over deze ‘toevalligheden’ zegt verantwoordelijk wethouder Frank van Vliet: “Dit komt natuurlijk niet uit de lucht vallen.”
Over de beslissing van de gemeenteraad om die drie miljoen voor het gehele IHP en niet specifiek voor het Rietveld te reserveren zegt hij: “Je wil geen valse verwachtingen wekken.” Hierbij merkt hij op dat het Rietveld ‘grappig genoeg’ in het hele debat niet genoemd is: “Maar tegelijkertijd heeft het natuurlijk alles met elkaar te maken.” De wethouders zijn blij met deze beslissing, want als blijkt dat het geld beter besteed kan worden aan andere culturele instellingen, is dat op deze manier ook mogelijk.
Trots
Belangrijke reden om te blijven investeren, ondanks financieel moeilijke tijden, is dat de wethouders menen dat er simpelweg een hoop moet gebeuren. Het inwoneraantal groeit en voor al die mensen zijn voorzieningen nodig: van scholen tot sportvelden, van evenementen tot groenvoorziening. Uitdagingen zijn er te over in Delft, bijvoorbeeld om voor dat alles ruimte te vinden. Er moeten huizen bij, er moet vergroend worden, er moet ruimte zijn voor cultuur. Ook wijst wethouder Maaike Zwart, die onder meer economie in haar portefeuille heeft, erop dat 10 procent van de nieuwbouw voor bedrijfsruimte gereserveerd moet worden. Wethouder Huijsmans stelt: “Misschien meer nog dan geld is ruimte de grootste uitdaging in Delft.”
Zwart zegt over de bedrijfsruimte dat er in Delft bijna geen leegstand is: “Terwijl dit, kijkend naar omliggende gemeenten, verre van vanzelfsprekend is.” Volgens Zwart mogen Delftenaren hier best trots op zijn. “Als je dit aan de gemiddelde Delftenaar vraagt, zal deze het niet weten. Maar Delft is veruit de beste plek in Nederland om een onderneming op te starten.”
Dat is natuurlijk een mooi verhaal. Feit blijft echter dat de komende jaren qua gemeentefinanciën onzeker blijven. Huijsmans erkent ook dat er ‘wellicht moeilijke keuzes komen’. Of het lukt de financiële situatie op orde te houden met technische maatregelen waar de bevolking relatief weinig van merkt, is ongewis. Nu de kadernota erdoor is, zit het politieke seizoen er zo goed als op. De komende weken zijn er nog enkele laatste ‘veegvergaderingen’. Daarna is er de zomerstop. Eind augustus komt de gemeenteraad daarna weer bijeen.