Komt er een West-Papoea museum in de Vlamingstraat?
De ChristenUnie heeft burgemeester en wethouders verzocht mogelijkheden te onderzoeken een West-Papoea museum te maken van de Vlamingstraat 22. Dit naar aanleiding van berichtgeving van het AD. Deze krant meldde eerder dat de laatste bewoner van dit huis door huurcorporatie Stedelink uit is gezet, terwijl dit huis gezien kan worden als erfgoed voor de uit hun thuisland gedreven Papoea’s.
Middels schriftelijke vragen aan het college van B&W uit de ChristenUnie zorgen over de situatie waarin deze mensen zitten. “Voor mensen die na de annexatie van West-Papoea door Indonesië vanuit West-Papoea naar Nederland moesten vluchten, is er geen ander erfgoed bereikbaar dan wat zij hier in Nederland sinds de jaren '60 hebben kunnen opbouwen.” Hierbij schrijft de christenlijke partij: “De genocide in West Papoea is nog steeds gaande en jonge Papoea’s vrezen voor het einde van het volk.” Juist hierom is het volgens de ChristenUnie goed om met het belang van deze mensen rekening te houden. Daarom stelt de CU fractie de vraag: “Is het college bereid de route te onderzoeken om het pand tot historisch erfgoed te bestempelen (zoals bijvoorbeeld met sommige Molukse wijken gebeurd)?” Daarbij wil de ChristenUnie dat er wordt gekeken naar ‘mogelijkheden om dit pand als West Papoea museum voort te laten bestaan’.
Ook wil de coalitiepartij dat er aandacht is voor de uit huis gezette laatste bewoner. “Is het college bereid aan Stedelink te verzoeken om de verkoop in dit kader voorlopig te schorsen en haar zorgplicht toe te passen en de laatste huurder onderdak te bieden?” Reden voor Stedelink om de man uit huis te zetten is dat het pand in de verkoop gaat. De ChristenUnie vraagt in verband met hun andere verzoeken of B&W in overleg kan met Stedelink, om ervoor te zorgen dat het huis toch niet in de verkoop gaat.