Lokale Inclusie Agenda: waarom duurde het zo lang?

Met de Lokale Inclusie Agenda die deze maand wordt besproken in de gemeenteraad, voert het college van B&W een motie uit die acht jaar geleden werd ingediend. Het raadslid dat destijds de motie indiende is nu de wethouder die hem uitvoert. Het traject om de Inclusie Agenda tot stand te brengen bleek lang. Met welke drempels kreeg de Inclusie Agenda zelf te maken?

Bode stadhuis houdt deur open voor Gerard Gaal | Foto: Julia Jouwe
Door Nico Jouwe en Julia Jouwe
 
Op 30 juni 2016 dient Joëlle Gooijer, dan nog raadslid  van de ChristenUnie, tijdens een gemeenteraadsvergadering een motie in die het college van B&W oproept voor het einde van dat jaar een Lokale Inclusie Agenda op te stellen. De Tweede en Eerste Kamer hebben immers net het VN-Verdrag Handicap geratificeerd, legt ze uit. Dat betekent dat gemeenten verplicht worden om de samenleving toegankelijk te maken voor iedereen.  

 

Drempels 
Er zijn overal zichtbare en minder zichtbare drempels die personen met een handicap belemmeren om volwaardig mee te doen in de maatschappij. De verplichting die Nederland met de ratificatie op zich heeft genomen, gaat grote gevolgen hebben voor de gemeente en daarom roept Gooijer het college op alvast werk te maken van een flinke inventarisatie. Knelpunten, wettelijke plichten en financiële kaders moeten in beeld gebracht worden. Ook moet duidelijk worden hoe bij de uitvoering van de zorgwetten (Wmo, Jeugdwet en Participatiewet), waar de gemeente sinds kort verantwoordelijk voor is, wordt bijgedragen aan inclusie. Verder moeten de doelgroep, mensen met een handicap, en organisaties in de stad betrokken worden, zo zet Gooijer de opdrachten op een rijtje.   
 
Eerst wachten 
De gevolgen van de ratificatie van het VN-Verdrag Handicap leiden in de bewuste gemeenteraadsvergadering van 2016 niet tot een nadere uitdieping. De raad steunt in grote meerderheid het voorstel van Gooijer, maar maakt er weinig woorden aan vuil. Op de agenda staat de Kadernota 2017, waarin het college de grote lijnen van het beleid en de financiële kaders voor de komende jaren schetst. Verantwoordelijk wethouder Raimond de Prez (PvdA) reageert niet echt enthousiast op Gooijers motie, die toch mede is ingediend door zijn eigen partij (en de Fractie Van Koppen). Hij wil eerst wachten op uitgewerkte wettelijke regelingen uit Den Haag. Delft is nu nog niets verplicht, vindt hij. “U kunt toch alvast mensen uitnodigen voor overleg of knelpunten in beeld brengen”, dringt raadslid Gooijer aan. Maar daar heeft de wethouder geen mensen voor. Die zijn druk bezig met andere dingen. Als Gooijer de termijn voor het opstellen van de Inclusie Agenda in de motie verschuift naar het derde kwartaal van 2017, zegt de wethouder geen bezwaar te hebben tegen de motie. 
 
Stadsportemonnee 
Ondanks dat de gemeenteraad met een flinke meerderheid (alleen de VVD en Onafhankelijk Delft stemden tegen) het college heeft opgedragen een Inclusie Agenda op te stellen, wordt er in de rest van de collegeperiode tot 2018 weinig meer van vernomen. Vermeld moet worden dat Delft in die periode nog volop te maken heeft met de gevolgen van de financiële malaise, nadat het de financiële grip was verloren op de grote infrastructurele projecten in de Spoorzone en de Harnaschpolder, met miljoenentekorten als gevolg. Wellicht heeft het gebrek aan enthousiasme voor inclusie met de slecht gevulde stadsportemonnee te maken. Maar ook het volgende college, dat in 2018 aantreedt, maakt geen werk van de Inclusie Agenda. In het optimistisch getoonzette bestuursprogramma uit 2018, waarin de termen ‘stevig’, ’sterk’, ‘maakindustrie’, ‘mobiliteitstransitie’ en ‘energietransitie’ de boventoon voeren, komt de term ‘Inclusie Agenda’ niet voor.  
 
Geen extra inzet 
In het voorjaar van 2019 vraagt Ingrid Lips van GroenLinks aan het college hoe het nu eigenlijk met de Inclusie Agenda staat. Het college antwoordt dat het al via de prestatieafspraken met Delft voor Elkaar aan inclusie werkt. Ook in de manier waarop de gemeente werkt met de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet, waarbij ‘inwoners zoveel mogelijk in hun kracht worden gezet’, geeft de gemeente invulling aan inclusie. Met ‘mensen met een beperking’ en hun belangenbehartigers heeft de gemeente nog geen contact gezocht, schrijft het college. Extra inzet staat niet in de planning. De raad besluit de motie uit 2016  nog niet als afgedaan te beschouwen. Het zal pas tot eind 2023 duren eer er een heuse Lokale Inclusie Agenda komt. 
 
Stadsgesprekken 
De verkiezingsuitslag van 2022 leidt ertoe dat de vier partijen die al sinds 1998 de kern van de opeenvolgende Delftse colleges vormen (GroenLinks, STIP, D66 en de PvdA), na twee periodes met de VVD geregeerd te hebben nu met de ChristenUnie in zee gaan. Volgens STIP-informateur Pieter Guldemond levert deze combinatie inhoudelijk de meeste overeenkomsten. Dat betekent dat CU-lijsttrekker Joëlle Gooijer wethouder wordt. De partijen belonen daarmee de constructieve politiek die de christelijke partij de afgelopen jaren heeft bedreven. In het coalitieakkoord schrijven de collegepartijen dat Delft een ‘toegankelijke, diverse en inclusieve stad’ moet zijn. In de tweede helft van dat jaar organiseren TOPDelft en de Adviesraad Sociaal Domein goed bezochte stadsgesprekken over inclusie. Dit leidt tot de oprichting van een groep betrokken ervarings- en andere inclusiedeskundigen die zich als burgerinitiatief presenteert en inmiddels luistert naar de naam Inclusie Collectief Delft (ICD). Zij zien zichzelf als maatschappelijke ‘kartrekker’ van de lokale inclusie en voeren in de maanden daarna de druk op het college flink op.
Inclusie Collectief Delft in gesprek met delftse politici | Foto: Julia Jouwe
 
‘Niets over ons zonder ons’ 
In januari 2023 stuurt wethouder Gooijer een notitie naar de gemeenteraad waarin ze uitlegt welke acties de gemeente heeft ondernomen en hoe de Lokale Inclusie Agenda vorm aan het krijgen is. “Via gesprekken met inwoners, ervaringsdeskundigen en belangenorganisaties zijn ervaringen uit de stad opgehaald. De gemeentelijke organisatie is ook meegenomen in het onderzoek naar plannen en mogelijkheden om de inclusie te verbeteren. Deze verkennende fase heeft geresulteerd in een aantal voorstellen om de inclusie te vergroten, in de stad en binnen de gemeentelijke organisatie.” Onder het motto ‘Niets over ons zonder ons’ wordt de oprichting van een toegankelijkheidsnetwerk  aangekondigd om ‘ervaringsdeskundigen een volwaardige rol te geven in het komen tot keuzes voor acties’. Deze netwerkgroep zal tot stand komen na de Week van de Toegankelijkheid in oktober 2023. In de notitie staat verder een opsomming van een reeks bestaande initiatieven die bijdragen aan de inclusiviteit van Delft. Het gaat om tal van activiteiten binnen de thema’s wonen, vrije tijd, werk en inkomen, mobiliteit en gezondheid. Er lijkt al heel veel te gebeuren. Maar het burgerinitiatief is niet overtuigd en schrijft een kritische brief. 
 
Gelijkwaardig leven 
De kritiek van het ICD liegt er niet om: “Wij missen in de eerste plaats visie, missie én ambitie”, staat in een brief van 15 februari 2023 aan het stadsbestuur. Ook mist het burgerinitiatief “een duidelijke stellingname waaruit blijkt dat de gemeente uitsluiting van mensen met een beperking onacceptabel vindt en actief tegen wil gaan.” Daarnaast ontbreken er concrete, meetbare doelen en benadert de gemeente de doelgroep als ’kwetsbaar en hulpbehoevend’ en niet als mensen wier recht op een gelijkwaardig leven wordt geschonden. De nadruk ligt te weinig op de beperkingen in de maatschappij. Na de bespreking in de raadscommissie op 23 februari 2023 zijn de leden van het ICD opgetogen over de reacties van de commissieleden, die actief aan de slag willen met de Inclusie Agenda. Maar nu is wethouder Gooijer te afwachtend en terughoudend, volgens het burgerinitiatief. Dat is opvallend, want dat was in 2016 precies het verwijt dat toen nog raadslid Gooijer maakte aan wethouder De Prez: ga niet alles eerst uittekenen, maar ga alvast van start.  
 
Co-creatie 
Tijdens de vergadering van de gemeenteraad in maart 2023 roepen alle fracties middels een motie wethouder Gooijer op voortvarend en in co-creatie met de stad de Inclusie Agenda op te stellen. In juli geeft de wethouder een verslag van de vervolgstappen. Er komt een Toegankelijkheidsnetwerk met ervaringsdeskundigen en eind van het jaar is helder hoe de Lokale Inclusie Agenda eruit komt te zien. De gemeente heeft ook een ervaringsdeskundige ‘aanjager’ voor het platform gevonden die in augustus aan de slag gaat. De overleggen met de stad verlopen volgens plan en tijdens de Week van de Toegankelijkheid, in oktober vorig jaar, worden tal van activiteiten georganiseerd. In de opzet van de gemeente is het Toegankelijkheidsnetwerk leidend. “Waar nodig wordt het netwerk door betrokken beleidsambtenaren ondersteund, bijvoorbeeld vanuit cultuur, openbare ruimte of communicatie. Dit contact wordt aangejaagd door de betrokken beleidsambtenaar van de afdeling Samenleving en de regisseur publiek belang”, vertelt een woordvoerder van de gemeente. ‘Regisseur publiek belang’ is de ambtelijke functienaam van de aanjager die het Toegankelijkheidsnetwerk ondersteunt. 
 
Dynamische agenda 
Eind 2023 is het dan zover, de tekst van de Lokale Inclusie Agenda wordt gepresenteerd. Het is een ‘dynamisch document’, dat wil zeggen dat de inhoud gaandeweg steeds wordt bijgesteld. Dit gebeurt op basis van de input uit de stad en het Toegankelijkheidsnetwerk. Begin dit jaar ziet een aparte website het licht (www.inclusieagendadelft.nl), waar de inhoud en de aanpak is terug te lezen. Op dinsdag 10 september aanstaande is het woord aan de politiek. Dan vergadert de raadscommissie Sociaal Domein en Wonen over de Lokale Inclusie Agenda. Ook een door de Adviesraad Sociaal Domein opgesteld advies komt dan aan de orde. In de aanloop naar die vergadering lieten leden van deze commissie en de commissie Ruimte en Verkeer zich afgelopen donderdagavond op het stadhuis in een ‘beeldvormende vergadering’ informeren door vertegenwoordigers van het Inclusie Collectief Delft. Delftenaar Gerard Gaal is als ervaringsdeskundige zowel lid van dit onafhankelijke collectief als van het Toegankelijkheidsnetwerk. Hij hield de politici een ongemakkelijk beeld voor. Vijftien op de honderd mensen heeft een handicap, vertelde hij. Als je op een willekeurige zaterdag door de stad gaat en honderd mensen tegenkomt, zie je die vijftien niet. Om ze tevoorschijn te halen moet de samenleving veranderen. Gaal zag toch vooruitgang. Hij had er ook een woord voor: ‘babystapjes’.  
 
Dit is het tweede artikel in een drieluik over de Lokale Inclusie Agenda. Volgende week: zijn alle drempels nu genomen en hoe gaat het verder? Deze reeks wordt mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van het Mediafonds Delft.