'Machtsinstituut MRDH knabbelt aan democratisch proces'

‘Een machtsinstituut’, zo noemt gemeenteraadslid Marcel Koelewijn (Hart voor Delft) de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Deze organisatie is ontstaan uit een gemeenschappelijke regeling tussen gemeenten en houdt zich voornamelijk bezig met verkeerszaken die van belang zijn voor die gemeenten. In gesprek met Omroep Delft betoogt Koelewijn dat deze gemeenschappelijke regeling ertoe geleid heeft dat het democratisch proces omzeild wordt.

Marcel Koelewijn | Foto: Alyssa van Heyst Fotografie
De bekendste ‘uitwas’ van de projecten van de MRDH in Delft is, volgens Koelewijn, de metropolitane fietsroute die tussen Rotterdam Alexander en het centrum van Delft moet komen. Deze beoogde fietssnelweg is de Delftse politicus direct ook een doorn in het oog. De kosten voor de fietsroute zijn astronomisch te noemen. Eén onderdeel van de route is de veelbesproken Gelatinebrug. Uit schriftelijke vragen van de heer Koelewijn aan B&W bleek onlangs dat deze fietsbrug ruim 27 miljoen euro moet kosten. Ondanks dit stevige prijskaartje, lijken B&W dit geen probleem te vinden: “De verwachting is dat voor de Gelatinebrug de financiële bijdrage hoog genoeg is om binnen de kaders van de raad te blijven.”

 

Prioriteitenlijst
De financiële bijdrage waarover hier gesproken wordt, moet voor een deel van de MRDH komen. Tegen Omroep Delft is Koelewijn duidelijk over wat hij hiervan vindt: “Dat is verschoven gemeenschapsgeld." Hierbij wijst Koelewijn erop dat het budget van de MRDH uiteindelijk ook van de 21 samenwerkende gemeenten afkomstig is. Wat het Hart voor Delft-raadslid betreft kan belastinggeld beter anders besteed worden: “Op één een buitenzwembad, op twee ondersteuning van de sport, dan moet er in het sociaal domein ook echt iets gebeuren aan jeugdzorg. Zo vormt er zich wat ons betreft vanzelf een prioriteitenlijst.”

 

Een fietsroute naar Rotterdam, met dure brug over de Schie, bungelt op de prioriteitenlijst van Koelewijn ver onderaan. Ook benoemt Koelewijn de toekomst van Theater De Veste: “Ik ben echt een theaterdier. Ik heb de gids voor het komende seizoen gezien en ik ga naar veertien voorstellingen. Maar gemiddeld gaan Delftenaren slechts één of twee keer per jaar naar het theater. Een nieuw theater is dan ook geen prioriteit voor ons, alhoewel we het ook graag zouden willen.”

 

‘Het probleem’
Koelewijn hoeft niet lang na te denken over de vraag hoe het kan dat er dan toch zo veel geld wordt gereserveerd voor het fietspad: “Daar zit het probleem. Dat komt doordat het via de MRDH gegaan is.” In het geval van de Gelatinebrug, onderschrijven de antwoorden van B&W op de vragen van Koelewijn opnieuw de rol van de MRDH in de besluitvorming: “Deze Maatwerkafspraken hebben betrekking op de financiële bijdrage van de MRDH en het uiterlijke moment van realisatie. De MRDH neemt hierover een besluit.”

 

De ‘maatwerkafspraken’ die hier beschreven worden zijn afspraken tussen de MRDH en de gemeente over de bekostiging en het bouwtraject van de Gelatinebrug en van een fietsecoduct over rijksweg A13, een ander controversieel onderdeel van de fietsroute naar Rotterdam Alexander. In dit antwoord zeggen burgemeester en wethouders dus dat de beslissing hieromtrent bij de MRDH ligt.

 

Versplintering
Koelewijn hekelt deze constructie: “Uiteindelijk is de besluitvorming zo versplinterd dat een wethouder als Martina Huijsmans (D66) makkelijk kan roepen: ‘Dit is daar al besloten.’” Hij merkt daarbij op: “Het is een wirwar en niemand weet meer waar het over gaat.”

 

De structuur van de MRDH is zo dat wethouders en burgemeesters in de bestuurscommissies zitten. In die bestuurscommissies worden plannen uitgewerkt. Raadsleden, de gekozen volksvertegenwoordigers, zijn alleen vertegenwoordig via zogeheten ‘adviescommissies’. Zoals deze naam al suggereert, hebben deze commissies feitelijk weinig invloed op de besluitvorming binnen de MRDH. Koelewijn: “De MRDH staat verder van het democratisch proces, dat hierdoor enorm onder druk komt te staan.”

 

Rapporten
Deze uitspraken van Koelewijn worden deels ondersteund door een recent rapport van de Haagse rekenkamer. Dit rapport, getiteld ‘Sturen op verlengd lokaal bestuur’, kwam 5 juni uit. Hierin is het volgende te lezen: “Door deelname aan een gemeenschappelijke regeling, zoals de MRDH, staan gemeenteraden op afstand van besluitvorming.” Ook een ouder rapport van de Rotterdamse rekenkamer, ‘Bijdragen aan de regionale economie’, leidt tot zorgen: “ Raadsleden in de adviescommissie hebben formeel geen invloed. Of adviezen worden gebruikt hangt af van de mate waarin de bestuurscommissie opvolging geeft aan de uitgebrachte adviezen.”

 

In andere woorden, of er naar de gemeenteraadsleden wordt geluisterd, hangt af van de bereidheid van wethouders om te luisteren. Koelewijn is hier heel fel over: “Zo’n wethouder zit lekker te besturen vanuit een machtsinstituut, waar helemaal geen democratisch proces plaatsvindt.” De adviescommissies noemt hij ‘een wassen neus’.

 

Geknabbel
In het rapport van de Haagse rekenkamer staat ook: “Besluitvorming werkt bij de MRDH echter net als bij andere gemeenschappelijke regelingen.” Koelewijn is dan ook niet alleen bezorgd over de MRDH. Hij benoemt dat een groot deel van de gemeentelijke zorgtaken bijvoorbeeld in de gemeenschappelijke regeling Haaglanden zit: “Dat wordt dus ook allemaal voorgekauwd. Zo wordt er aan het democratisch proces geknabbeld.”