Nieuw perspectief op Delftse verzetsheld Kees Chardon
Historica en schrijfster Trudy van der Wees brengt in haar nieuwe boek ‘Kees Chardon, Boegbeeld van het Delftse verzet’, het landelijke verzetsnetwerk waarin Kees Chardon opereerde gedetailleerd in kaart. Haar onderzoek, gebaseerd op bronnen zoals het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), werpt nieuw licht op Chardons moedige handelen en onthult onbekende feiten over verzet en verraad in het protestants-christelijke milieu van de Haagse regio. Omroep Delft sprak afgelopen vrijdag met Van der Wees, de rest van het weekend was het de beurt aan de landelijke pers.
Bijzondere ontmoetingen
Van der Wees: “Kees Chardon was een verzetsman, geboren in 1919 en overleden in 1945. Hij heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog veel Joodse mensen geholpen aan onderduikadressen. Hij woonde aan de Spoorsingel 28, waar nu een plaquette hangt. Oudere Delftenaren herinneren hem misschien beter. Het idee voor een boek ontstond jaren geleden toen ik contact had met zijn familie. Zijn jongste zus, Margreet, was nieuwsgierig naar wat er met de Joodse kinderen was gebeurd die Kees had geholpen. Ik schreef toen een artikel en enkele mensen reageerden, waaronder iemand die zei: ‘Ik was een van die kinderen.’ Dat leidde tot bijzondere ontmoetingen. Een paar jaar geleden vroeg de familie me of er een boek over Kees kon komen. Aanvankelijk twijfelde ik, omdat Kees al voorkomt in het boek ‘Sonny Boy’ van Annejet van der Zijl. Maar omdat dat boek uit 2004 stamt en er sindsdien meer informatie beschikbaar is gekomen, besloot ik het toch te doen.”
Onderzoek
“Het bleek dat Kees Chardons rol in het verzet veel groter was dan eerder gedacht. Hij werkte niet alleen lokaal in Delft, maar had een landelijk netwerk. Hij hielp mensen onderduiken in Friesland, Limburg en andere delen van Nederland. Hij werkte samen met bekende namen uit het verzet, zoals Jan van der Sloot en Aad van Rijs. Aad van Rijs bleek niet alleen actief binnen het verzet, maar ook een belangrijke rol te hebben gespeeld in de Anti-Revolutionaire Partij tijdens de oorlog. Dat was een verrassende ontdekking. Ik heb veel tijd doorgebracht in het oorlogsarchief, wat confronterend was. Daar vond ik dossiers van slachtoffers, verzetsmensen en verraders. Het was zwaar werk, maar het leverde waardevolle informatie op.”
Verrader
Daags na het onderzoek publiceerde De Telegraaf het bericht dat Van der Wees tijdens haar onderzoek naar Chardon bij toeval een bijzondere ontdekking had gedaan. Ze was erachter gekomen wie zeer waarschijnlijk de verrader is geweest van de familie Nods, de hoofdpersonen uit ‘Sonny Boy.’ Het blijkt de 23-jarige Carel Kaufman, een joodse student en tevens verzetsman, die collaboreerde met de Duitsers om zijn eigen deporatie naar de vernietigingskampen, en die van zijn ouders en broers, te voorkomen of uit te stellen. Het mocht niet baten. De hele familie is in februari 1944 opgepakt. Hij overleed twee maanden later in Auschwitz.
Het resultaat
Van der Wees is tevreden: “Het boek is af. Ik heb geprobeerd om van Kees Chardon meer dan een ‘bordkartonnen figuur’ te maken. Hij is een mens geworden, met zijn goede en slechte kanten. Ik heb verhalen van onderduikers verzameld en geprobeerd hen ook een gezicht te geven. Veel van deze mensen hebben het niet overleefd, maar ik vond het belangrijk om hun achtergrond en keuzes te belichten. Kees Chardon werd gedreven door zijn geloof. Hij was gereformeerd en kwam uit een degelijke, rechtvaardige familie. Hij was advocaat en stond al in een vroeg stadium mensen bij die in de problemen kwamen door de oorlog. Ik ben blij dat ik het verhaal van Kees Chardon heb kunnen vertellen. Het is een eerbetoon aan hem en aan alle anderen die hun leven riskeerden om anderen te helpen tijdens de oorlog.”
Wie was Kees Chardon?
Chardon, geboren in 1919, groeide op in een gereformeerd milieu en studeerde rechten aan de Vrije Universiteit in Amsterdam toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Al snel raakte hij betrokken bij het verzet, mede doordat wanhopige Joodse cliënten bij hem aanklopten. Gedreven door zijn geloof en gevoel voor rechtvaardigheid, besloot Chardon alles op alles te zetten om hen te helpen. Zijn inzet leverde hem de bijnaam “de Jodenspecialist” op. Hoewel Chardon in Delft woonde, opereerde hij voornamelijk vanuit Den Haag. Dankzij een uitgebreid netwerk wist hij tientallen, misschien zelfs honderden Joodse onderduikers – waaronder veel kinderen en baby’s – een schuilplaats te bieden verspreid over heel Nederland.
In januari 1944 werd Chardon verraden en gearresteerd. In de nasleep van zijn arrestatie volgde een golf van arrestaties van Joodse onderduikers en hun helpers. Tijdens zijn gevangenschap bleef Chardon, ondanks de ontberingen, opvallen door zijn onwankelbare geloof. Hij overleed in april 1945 in concentratiekamp Wöbbelin.
Trudy van der Wees (Delft, 1960) werkte twintig jaar als verslaggever bij de Haagsche en Delftsche Courant voordat ze zich in 2007 vestigde als freelance tekstschrijver. Haar belangstelling voor persoonlijke levensverhalen en lokale geschiedenis verleidde haar tot het schrijven van een aantal boeken over lokale historie, onder andere over zangpedagoog Pierre van Hauwe en de Botanische Tuin van de TU Delft. Het nieuwe boek van Trudy Van der Wees wordt op 26 januari in de Synagoge aan de Koornmarkt gepresenteerd door Delfia Batavorum.