Oud loflied op Delft duikt op uit archief Jan van den Engel

In Noord-Holland is een oud loflied op Delft herontdekt. Geschreven door Jan van den Engel (1892-1969), vóór en ook ná de Tweede Wereldoorlog een zeer bekende Delftenaar.

 
“Als ik bij hem en mijn oma logeerde in de Wippolder, en we door de stad wandelden, verbaasde het me altijd dat bijna iedereen hem groette”, herinnert Ruud Bos uit Hoorn zich. Als kleinzoon heeft hij na het overlijden van zijn opa met stijgende verbazing dozen vol historische foto’s, krantenknipsels en aantekeningen doorzocht. Ook draaide hij toen geluidsbanden af die hoorden bij een van zijn grootvader geërfde bandrecorder. Tot zijn grote verrassing kwamen er tal van verzen voorbij, met door opa Jan geschreven en gezongen teksten, begeleid door een piano. Na een lange voorbereiding komt die muzikale vondst dit najaar uit op cd, kondigt Bos nu aan tegenover Omroep Delft. Eén van die nummers is onmiskenbaar een lofzang op, hoe kan het anders, de lievelingsplek waar Van den Engel nooit weg wilde: ‘De Prinsenstad’. 

 

Dellufs 
De eerste twee regels spreken meteen al boekdelen, duidend ook op een onvervalst Dellufse uitspraak: 
Als ik op een mooie zomeravond 
Dromend langs de Delftse grachten gaat… 

 

Dat nu ineens opgedoken, zeker 75 jaar geleden gecomponeerde lied, is vorig jaar zomer door stadsbeiaardier Henk Groeneweg al op proef gespeeld op het carillon van de Nieuwe Kerk, in bijzijn van een ontroerde kleinzoon Bos. En wie weet, wordt een fragment van die lofzang een vast melodietje op die kerkklok, elk kwart van een uur. Dat idee ligt nog in de week. Maar Groeneweg oordeelde, nadat hij de klanken van ‘De Prinsenstad’ drie keer achter elkaar hoog over de stad had uitgestrooid: “Het is in elk geval een heel aardig lied.” 
Stadsbeiaardier Henk Groeneweg | Foto: Henk de Kat
Postuum eerbetoon 
Maar wie was Jan van den Engel dan eigenlijk? En waaraan heeft hij dit postume eerbetoon verdiend? “Hij heeft zijn hele leven gewoond in Delft”, start Ruud Bos een samenvatting. ‘Toen ik kwam logeren was dat in de Van Oldenbarneveltstraat, in de Wippolder. Zijn beroep was stratenmaker, maar daarnaast deed hij van alles. Hij heeft gevoetbald bij en was voorzitter van Delfia, hij worstelde bij De Oude Garde waarvan hij ook voorzitter werd, hij was voor de Tweede Wereldoorlog politiek actief in de SDAP, de voorloper van de PvdA, en oprichter van de Stratenmakersbond in de stad. Heel intens was hij betrokken bij de voormalige toneelvereniging Multatuli: als speler, regisseur en vijftig jaar lang als voorzitter. Bovendien was hij lange tijd de officiële Sinterklaas bij de grote intocht. In 1966, drie jaar voor zijn overlijden, werd hij door het Delftse stadsbestuur voor dit alles geëerd met de ‘Gemeentepenning in zilver’, nadat hij een jaar eerder al was onderscheiden met de zilveren medaille in de Orde van Oranje-Nassau.” 

 

Voordrachtskunstenaar 
Bos: “Maar ik kende hem vooral als mijn opa. Pas als jongen van een jaar of 15 hoorde ik hem voor het eerst als ‘voordrachtskunstenaar’, zoals hij zich noemde als hij als schrijver, dichter en zanger op het toneel stond. Die dag raakte ik diep onder de indruk. Hij vond het leuk dat ik belangstelling toonde voor zijn werk, en voor mijn verjaardag kreeg ik een nieuw gedicht van hem toegestuurd.” 

 

“Nadat hij was gestorven kreeg ik zijn bandrecorder, met bijbehorende banden. Tot mijn verrassing stond daarop, naast probeersels voor een nieuw gedicht of lied, een hele rits op muziek gezette teksten van hem. Die heb ik toen veel gedraaid, maar destijds heb ik daar verder niets mee gedaan. Later heb ik wel samen met mijn moeder een band gemaakt met een soort klankbeeld over mijn opa, haar vader. Ik hoorde van haar veel dingen die ik nog niet wist, en mijn bewondering voor Jan van den Engel werd daardoor alleen maar groter. Nog weer later heb ik op een familiefeest een lied van opa uitgevoerd met als begeleider mijn zoon Martijn, die professioneel muzikant is. 

 

Ik vond dat ontroerend om te doen. En dat werd het begin van het idee om nu dan toch eens echt ‘iets’ met die liedjes te gaan doen.” 
Ruud Bos: 'Diep onder de indruk van mijn opa'
Enorme variatie 
Martijn Bos pakte dat idee concreet op met Tom Dicke, ook beroepsmuzikant en eveneens een achterkleinzoon van Jan van den Engel. Die twee dus volle neven hebben onder leiding van Ruud Bos mappen en schriften en plakboeken vol materiaal doorgewerkt. Vader en oom Bos: “We zijn een beetje stil geworden van de enorme hoeveelheid liedjes en gedichten. De variatie is enorm: van echte smartlappen tot prachtige klankpoëzie, van strijdliederen tot filosofische juweeltjes. Uit een voorselectie van een twintigtal teksten, hebben we er dertien gekozen om mee verder te werken. Daarmee was fase 1 afgerond.” 

 

Oproep 
“Omdat Jan van den Engel zo’n bekend figuur geweest is in Delft, vroeg ik me af of we een subsidie konden krijgen voor ons project. Die heb ik aangevraagd bij de gemeente en we waren natuurlijk heel blij, toen we een Delftse ondersteuning kregen van 500 euro.” 

 

“Van enkele verzen op de oude banden kenden we dus de muziek, maar niet van enkele andere uitgekozen liedjes. We zijn nog op zoek geweest naar de uitgeschreven pianobegeleiding daarvan. We weten dat de muziek altijd is genoteerd door anderen, omdat mijn opa zelf geen muziek kon lezen of schrijven. En we kennen drie namen van zijn begeleiders, die de muziek ook componeerden: Bart Storm, Piet van der Velde en Fred Janson. Waarschijnlijk alle drie uit Delft, en misschien kan Omroep Delft daarom een oproep doen aan familieleden om zich te melden. Dan kunnen we persoonlijk uitleggen waarmee we bezig zijn, en wellicht vinden we met die contacten nog wat van hun originele muziek terug.”  

 

Opnamen 
Bos vervolgt: “Maar intussen waren Martijn en Tom begonnen met het schrijven van arrangementen, en ook van nieuwe muziek. Ik heb geïnventariseerd wie wilde spelen en zingen, met eventuele voorkeuren voor bepaalde nummers. Omdat alles tussen andere werkzaamheden door moest gebeuren, heeft het jaren geduurd voor we klaar waren. En toen kwam ook corona er nog tussendoor. Maar het was een feest om alles op te nemen in Studio Moskou in Utrecht, waar we alle studio-opnamen nu vrijwel hebben afgerond.” 

 

Presentatie 
“De eindmix is bijna klaar, een cd-boekje met teksten en foto’s wordt voorbereid en dan kunnen na de zomer de cd’s worden geperst. We willen de presentatie van die cd komend najaar graag in Delft houden; het liefst op een plek die iets met Jan van den Engel te maken heeft gehad. De oude oefenruimte van toneelvereniging Multatuli aan de Gasthuislaan zou een prachtige locatie zijn geweest. Dat gebouw is echter inmiddels omgebouwd tot woonruimte. Maar er is ongetwijfeld een andere mooie plek in de oude binnenstad te vinden waar de liedjes van Jan van den Engel tot hun recht komen. Ook tips daarover zijn welkom.”

 

Heb je een tip, mail dan naar redactie@omroepdelft.nl


Credits: Tekst van ‘De Prinsenstad': Jan van den Engel. Muziek: Piet van der Velde, arrangement Martijn Bos. Zang: Ruud Bos en Heleen Wartenaar. Videoclip: Willem de Bie