Precies 300 jaar geleden overleed baanbrekende wetenschapper
Delftenaar Antoni van Leeuwenhoek maakte zo'n goede microscoop dat hij als eerste bacteriën zag en de grondlegger is van de microbiologie. Zijn ontdekkingen maakten hem vanuit het niets beroemd. Die roem had ook een keerzijde, want tot zijn ergernis aan toe werd hij vervolgens om de haverklap bezocht door enthousiastelingen vanuit heel Europa. In Delft zijn er meerdere activiteiten om stil te staan bij zijn overlijden, precies 300 jaar geleden.
'Als ik iedereen die bij mijn thuis komt binnenlaat, dan houd ik geen vrijheid meer over en ben ik net een slaaf', schreef Van Leeuwenhoek op een gegeven moment nadat hij op grote schaal was doorgebroken met zijn microscoop. Iedereen wilde bij de Delftenaar langskomen om persoonlijk van hem te horen over zijn ontdekkingen.
De Engelse koningin Mary II kwam zelfs bij hem over de vloer na zijn succes. Bovendien liet hij zijn handgemaakte microscoop ook zien aan tsaar Peter de Grote toen die in Delft op bezoek was. Net als vele anderen wilden ze de 'kleine beestjes' zien die de Delftenaar door zijn microscoop zag.
Eigen microscoop gemaakt
Het duurde wel even voordat Van Leeuwenhoek bekend werd om zijn microscopen. Tot zijn 40ste kenden mensen hem vooral als stoffenhandelaar in Delft, werk waarvoor hij met een vergrootglas stoffen moest controleren.
Historici denken dat Van Leeuwenhoek hierdoor zijn eigen microscoop is gaan maken, één die vele malen krachtigere was dan tot dan toe bestond.
Nadat de beroemde Engelse Royal Society hoorde hoe goed deze microscopen waren, maakten ze hem in 1680 lid van de wetenschappelijke vereniging. Hij had toen al meerdere interessante ontdekkingen gedaan met zijn microscoop, zoals de eerste waarneming van een zaadcel. Via het tijdschrift van de Royal Society werden zijn ontdekkingen wereldberoemd.
Hij kreeg uiteindelijk zoveel bezoekers dat hij niet iedereen meer toeliet. Aan een bezoeker die klaagde dat hij niet binnen was gelaten, schreef Van Leeuwenhoek: '26 personen kwamen mij al zien binnen vier dagen, allemaal met een introductie. Ik werd daar ontzettend moe van en begon overal te zweten.'
Hij deed het niet voor de roem, maar vanwege zijn nieuwsgierigheid, schreef Van Leeuwenhoek zelf in een brief: 'Als ik iets opmerkelijks ontdekte dan vond ik het mijn plicht mijn observaties op te schrijven voor de wetenschappelijke wereld.'
Hij schreef ook veel tijd kwijt te zijn aan zijn observaties, 'meer dan velen zullen geloven', maar er elke keer weer van te genieten.
Overleden op 90-jarige leeftijd
Tot zijn overlijden op 90-jarige leeftijd bleef hij onderzoek doen. Hij werd begraven in de Oude Kerk in Delft. In die kerk is nu een tentoonstelling te zien over de wetenschapper en er is een stadswandeling langs plekken in Delft die verbonden zijn aan Van Leeuwenhoek. Allemaal ter ere van zijn sterfdag, 300 jaar terug.