Regioplan Beethoven: Technici opleiden voor microchipsector in Zuid-Holland

De groeiende vraag naar technici in de microchipsector heeft geleid tot het Regioplan Beethoven Zuid-Holland Delft. Dit initiatief is een samenwerking tussen de TU Delft, ROC Mondriaan, Hogeschool Inholland, De Haagse Hogeschool en diverse bedrijven uit de regio. Het plan richt zich op het opleiden en bijscholen van talenten om in te spelen op de explosieve groei in de microchipsector. Joost van Veen, betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het plan, vertelt over de achtergronden en ambities.

Joost van Veen bij Omroep Delft - foto: Antoinet Bouman
De groeiende vraag naar technici

Volgens Van Veen is de vraag naar technici op alle niveaus enorm. "We zien in heel Nederland een groei van bedrijven in de microchipsector. Apparatuur met microchips is overal aanwezig, van je telefoon tot je huishoudelijke apparaten. Dit betekent dat bedrijven als ASML en hun toeleveranciers steeds meer mensen nodig hebben." In Nederland alleen al zijn er de komende jaren ruim 30.000 technici nodig. Het Regioplan Beethoven streeft ernaar om in Zuid-Holland tot 2030 jaarlijks enkele honderden extra studenten en werknemers op te leiden of bij te scholen.

Een breed scala aan opleidingen

Het plan richt zich op zowel mbo-, hbo- als universitair niveau. "Er is een grote behoefte aan mbo’ers die machines bedienen, hbo’ers die productieprocessen ontwerpen, en universitair geschoolden die complexe technologie ontwikkelen," legt Van Veen uit. Naast de opleidingen voor nieuwe studenten wordt er ook geïnvesteerd in bij- en omscholing van professionals. De helft van de 2.000 op te leiden personen in Zuid-Holland zijn al werkende technici die hun kennis up-to-date moeten houden.

Specifieke en internationale opleidingen

Om de toekomstige technici beter voor te bereiden op de snel evoluerende microchiptechnologie, worden opleidingen steeds specifieker. Bij De Haagse Hogeschool wordt bijvoorbeeld de ICT-opleiding, die nu alleen in het Nederlands beschikbaar is, ook in het Engels aangeboden. "Hiermee trekken we internationale studenten aan, die vervolgens kunnen bijdragen aan de sector in Nederland," zegt Van Veen. Het plan omvat ook de ontwikkeling van nieuwe faciliteiten en technieken in Delft, zodat studenten praktijkervaring opdoen met geavanceerde apparatuur.

Zuid-Holland als opleidingscentrum

Zuid-Holland speelt een cruciale rol in de technische opleidingen in Nederland. Van Veen benadrukt: "Ongeveer 50% van alle technici in Nederland wordt in onze provincie opgeleid. Dit komt deels door de aanwezigheid van de TU Delft, de grootste technische universiteit van Nederland, maar ook door instellingen zoals de Hogeschool Rotterdam en de Leidse instrumentmakers School. Ons onderwijslandschap is rijk en goed georganiseerd." Deze samenwerking vormt de kern van het Regioplan Beethoven.
Samenwerking binnen en buiten de regio
Hoewel de regio Eindhoven, met ASML als kopstuk, vaak als een epicentrum van de microchipsector wordt gezien, is er volgens Van Veen geen sprake van concurrentie. "De vraag is zo groot dat we samen moeten werken. Onderwijsinstellingen in Eindhoven, Delft, Twente en Noord-Nederland hebben elkaar nodig om aan de landelijke opleidingsdoelstellingen te voldoen. Dit is een nationaal plan waarvoor de overheid bijna een half miljard euro beschikbaar heeft gesteld."

Een leven lang leren

De razendsnelle technologische ontwikkelingen maken dat technici hun kennis continu moeten bijspijkeren. Het Regioplan Beethoven voorziet daarom ook in Massive Open Online Courses (MOOC’s). "Deze gratis online cursussen bieden studenten wereldwijd een basis in microchiptechnologie. Zo hopen we meer mensen te interesseren voor de sector en hen naar Delft te trekken, zelfs als ze fysiek elders blijven," legt Van Veen uit.

Ambitieuze doelen

Het Regioplan Beethoven heeft een omvang van €43 miljoen en werd in slechts twee maanden tijd ontwikkeld. Ondanks de korte doorlooptijd en de verschillende belangen van bedrijven en onderwijsinstellingen, is het een ambitieus en haalbaar plan. "We hebben met vier instellingen het voortouw genomen, maar werken samen met alle scholen en bedrijven in de regio. Bedrijven denken vaak op korte termijn, terwijl onderwijsinstellingen meer ruimte hebben om in de toekomst te investeren. Het is onze taak om die belangen samen te brengen," aldus Van Veen.