‘Rivierkreeften maken van investering waterschap een menukaart’

Rivierkreeften worden in Nederland als een plaag beschouwd vanwege hun negatieve ecologische impact, hun invloed op de biodiversiteit en de economische schade die ze veroorzaken. Om een effectieve oplossing te vinden, hebben de AWP voor water, klimaat en natuur (voorheen de Algemene Waterschapspartij) en de BBB gezamenlijk een motie ingediend. Deze motie verzoekt het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden om bij de provincie Zuid-Holland en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan te dringen op een oplossing met een passend budget. Dr. Ir. Hans Middendorp van de AWP sprak hierover in een interview in het radioprogramma Delft Centraal.

Rivierkreeft | Foto: Barbara
Probleem groeit ons boven het hoofd 
Het beheersen van de rivierkreeftenplaag vergt een combinatie van verschillende strategieën, waaronder het bevorderen van commerciële vangst, het verbeteren van de ecologische balans en onderzoek naar effectieve beheersmaatregelen. Middendorp benadrukte dat het waterschap dit probleem niet alleen kan oplossen: "Dat is precies de reden waarom wij onze motie hebben ingediend. We proberen al enige tijd een oplossing te vinden, maar het probleem groeit ons en alle waterschappen boven het hoofd." 

 

De huidige pilots om rivierkreeften weg te vangen zijn volgens Middendorp onvoldoende effectief. "Het zet geen zoden aan de dijk en waterschappen zijn traditioneel organisaties die gewend zijn het zelf allemaal uitstekend te regelen, maar we komen nu in een situatie terecht waarin we het landelijk moeten aanpakken. Daarin hebben de provincie en het ministerie een rol." 

 

Kreeftenkorf is effectieve vangstmethode 
Rivierkreeften zijn eetbaar en kunnen zelfs als delicatesse worden beschouwd. "Inderdaad, je kan het heel goed eten. Het is heel lekker. Het is niet giftig. Slechte stoffen die het diertje uit het water opneemt zitten in de kop en niet in de staart," legde Middendorp uit. Dit maakt rivierkreeften commercieel interessant, maar er zijn wettelijke beperkingen aan de vangstmethoden. De meest effectieve vangstmethode, de kreeftenkorf, wordt wettelijk gezien als een fuik en is alleen toegestaan voor beroepsvissers. 

 

Ecologische schade 
Het introduceren van natuurlijke vijanden is ook overwogen, maar volgens Middendorp is dat geen effectieve oplossing. "Het probleem is niet dat er geen dieren zijn die de rivierkreeft eten. Er zijn allerlei dieren die de rivierkreeft eten. Otters, meeuwen, futen, reigers en meerkoeten eten allemaal rivierkreeften. Het vangen is geen probleem, maar het opeten wel. Het is voor een reiger lastig om door te slikken en een meerkoet moet hem openpikken." 

 

Rivierkreeften vermeerderen zich snel en hebben weinig last van natuurlijke vijanden. Dit maakt hen biologisch gezien zeer succesvol. "Het beestje schuift rustig over de bodem, eet alles op wat het tegenkomt. Ze eten ook elkaar op als ze toevallig een kleinere kreeft tegenkomen. Niet omdat hij kannibalistisch is, maar hij weet helemaal niet dat hij een klein kreeftje opeet." 

 

De rivierkreeft zorgt ook voor aanzienlijke schade aan oevers door graafactiviteiten. "Ze graven holletjes van ongeveer een meter. Niet zo groot, een soort pijpje eigenlijk. Horizontaal in de oeverwand. Maar omdat er zoveel kreeften zijn, komen er wel overal die gaten. Daardoor zou de zijkant van de sloot kunnen inzakken." 

 

Landelijke aanpak en duurzame beheersmaatregelen 
De omvang van het probleem vereist een gezamenlijke aanpak door alle waterschappen en de landelijke overheid. "Daar is een rol voor het ministerie van LNV. Er loopt nu onderzoek naar andere slimmere en diervriendelijke vangstmethode. Maar uiteindelijk hebben we al een middel waarmee we ze kunnen vangen. Dat zijn de kreeftenkorven waarmee je selectief kan vangen," aldus Middendorp.

 

Ook de commerciële vangst door beroepsvissers biedt geen structurele oplossing. "Om te beginnen zijn er niet zoveel beroepsvissers. Alle pachtwater in ons land is al vergeven. Je kunt dus alleen beroepsvisser worden als er ergens water vrijkomt. Daar komt bij dat het voor een beroepsvisser niet interessant is om door te vissen. De eerste week is het leuk, de tweede week wordt het al minder. Maar na de vierde week moet de visser al de korven langs lopen en in plaats van twintig zitten er dan nog maar drie in. Het is al snel niet lonend meer." 

 

Gecoördineerde inspanning noodzakelijk  
De aanwezigheid van rivierkreeften heeft een negatieve invloed op de ecologie van sloten. "Het effect van veel kreeften in een sloot is dat er geen waterplanten meer zijn na een paar jaar. En als er geen waterplanten meer zijn, kunnen vissen, kikkers en insecten zich niet meer verstoppen en raken hun leefgebied kwijt. Die verdwijnen gewoon. Daar zit de harde ecologische schade." 

 

Waterschappen investeren veel geld in het natuurlijk maken van sloten en het bevorderen van de biologie. "En dan komt de kreeft die vreet onze sloot leeg en maakt van de besteding en investering van het waterschap een menukaart." 

 

Het aanpakken van de rivierkreeftenplaag is een complex probleem dat een gezamenlijke en gecoördineerde inspanning vereist van waterschappen, provincies en de landelijke overheid. Alleen met effectieve beheersmaatregelen en voldoende budget kan de ecologische en economische schade worden beperkt.
De natuurlijke vijand van de rivierkreeft | Foto: Mabel Amber