Startvergunning voor warmtenet: ‘Eerste huis eind 2025 aangesloten’

Er komt een warmtenet in Delft. Enkele maanden geleden zetten de betrokken partijen hun handtekening onder een raamovereenkomst. Nu meldt de gemeente Delft dat ook de benodigde startvergunning van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat er is. Daardoor mag er nu geboord worden naar het hete water dat diep onder de grond ligt en gebruikt kan worden om huizen te verwarmen.
Gebouw dat in de toekomst over kan gaan op het warmtenet

“We hadden die startvergunning natuurlijk liever eerder gehad,” zegt Linda Schalkwijk. De directeur van woningcorporatie Woonbron is blij dat het warmtenet dan toch echt gebruikt kan gaan worden om woningen te verwarmen. “Wat ons betreft is de prijs die huurders moeten betalen van groot belang. We hebben heldere afspraken gemaakt en bij overstap gaan huurders in principe niet meer betalen dan ze doen voor gas. Daarna ontwikkelt de prijs zich op basis van factoren als loonkosten en de onderhoudskosten van het net. Daarmee verwachten we dat de prijs van aardwarmte veel stabieler en voorspelbaarder zal zijn dan de kosten van gas.” 

80.000 kuub  
“Door de situatie met Rusland hebben mensen gezien wat het betekent om afhankelijk te zijn van een ander land,” vult wethouder Maaike Zwart aan. Ze verwijst naar de situatie in 2022, toen Rusland de gaskraan naar Europa dichtdraaide. Daardoor gingen de prijzen explosief omhoog. Zwart: “Mensen snappen het belang van de energietransitie.  Ze hebben echter wel zorgen. Ze zijn onder meer bang voor gedoe.” 

Onterecht is een angst voor ‘gedoe’ niet. Een warmtenet met geothermie als bron aanleggen is een enorme operatie. “80.000 kubieke meter aan aarde moet worden afgegraven,” vertelt NetVerder directeur Koen Verbogt. Ter vergelijking: vrachtwagens die aarde of zand vervoeren kunnen doorgaans rond de 20 kubieke meter aan.  

‘Beetje als rioolwerkzaamheden’ 
NetVerder, onderdeel van Stedin Groep is als netbeheerder betrokken bij het warmtenet. Verbogt legt uit dat er zeventig centimeter dikke buizen aangelegd moeten worden op 1 meter 30 onder de grond om de warmte naar huizen te brengen. Ook zijn er complexe uitdagingen, zoals het feit dat de warmte vanaf de geothermiebron op het Campusgebied van de TU onder de Schie door moet om bij de wijken Voorhof en Buitenhof te komen. Veel van het werk voor het aanleggen van het warmtenet is volgens Verborgt te vergelijken met rioolwerkzaamheden. De straat zal dus veel open liggen. 

Ondanks dat dit een groot project is, zijn de samenwerkende partijen ervan overtuigd dat het eerste huis in de herfst van 2025 aangesloten kan worden. Er wordt nog gewerkt aan de planning voor het aansluiten van de woongebouwen en woningen op het warmtenet. “Zodra deze werkzaamheden starten, informeren de woningcorporaties hun huurders daarover. Als de woningen zijn aangesloten, merken bewoners in hun huis weinig verschil. De warmte komt uiteindelijk nog steeds uit de radiator”, legt Schalkwijk uit.  

Informeren 
Buiten de fysieke werkzaamheden, heeft de gemeente, NetVerder en de woningcorporaties de komende tijd de handen vol aan het informeren van de bewoners. Op verschillende dagen in september worden dezen uitgenodigd voor ‘warmtepleinen’, evenementen waar vragen gesteld kunnen worden over zaken als het warmtenet en andere zaken die met de energietransitie te maken hebben.  

De aanleg van het warmtenet is onderdeel van de strategie van de gemeente om duurzamer te worden. Belangrijk bij dit grote project is dat bewoners betrokken worden. Dit heet participatie en de Delftse Rekenkamer is recent met een rapport gekomen, waarin de participatie bij verduurzaming ter discussie staat. De onderzoekers schetsen in hun rapport een beeld dat de gemeente zich inzet voor goede participatie, maar dat er ook problemen zijn. 

6.000 huizen 
Zo schrijft men over het ‘Warmteplan Delft’ dat in 2021 is vastgesteld: “Er bestonden verschillende verwachtingen onder deelnemers. Dit betrof vooral in hoeverre participanten inbreng hadden in de keuze voor de eerste buurt.” Verder schrijven de onderzoekers: “Ook had een aantal participanten graag een explicietere terugkoppeling gezien van de resultaten van de participatie: zowel wat er is opgehaald als wat daarmee is gedaan. Echter staat in het rapport ook dat Delft zich een ‘voorbeeldgemeente’ toonde bij de participatie in de Multatullibuurt, waar mensen thuis werden bezocht om te praten over verduurzaming. 

Echter laat het rapport meteen een probleem zien. Hoe voorbeeldig die aanpak ook is, deze is niet toe te passen op grotere schaal, omdat de gemeente daar de mensen niet voor heeft. In de Multatullibuurt kon dit, maar het zal niet gaan bij de 6000 huishoudens die bereikt moeten worden voor de eerste fase van de aanleg van het warmtenet. Wel zegt de gemeente dat alle inwoners die nu aangesloten worden op het warmtenet geinformeerd zijn, middels brieven, artikelen in de wijkkranten en de website www.delftdoetduurzaam.nl/warmtenet. Ook ligt er deze week een brief en een uitnodiging op de deurmat voor een informatiemarkt, een zogenaamd ‘warmteplein’. Ook zegt de gemeente hierover: “Omdat het gaat om diverse wijken zorgen wij dat de informatie in meerdere talen beschikbaar is; Naast in het Nederlands in het Marrokaans Arabisch, Turks, Somalisch en Engels. 

Toekomst 
Nadat de eerste huizen in 2025 aangesloten worden, moeten de rest van de 6.000 huizen in 2026 en ‘27 op het warmtenet komen. Dit is wat de samenwerkende partijen de ‘eerste fase’ noemen. Daarna volgt ook een tweede fase. De gedachte is dat uiteindelijk alle 15.000 woningen en gebouwen van Voorhof en Buitenhof op het warmtenet kunnen aansluiten.  

De gemeente onderzoekt of zij in de toekomst, naast de huurwoningen van corporaties uit fase 1, ook de overige woning- en gebouweigenaren de mogelijkheid kan bieden om op het warmtenet aan te sluiten. Alle woningeigenaren worden hierbij betrokken. Om een eerste beeld te krijgen hoe de woningeigenaren in Voorhof en Buitenhof hier tegenover staan, is in de zomer een online raadpleging uitgevoerd. Later volgen achtereenvolgens gesprekken met verschillende buurten. Woningeigenaren en eigenaren van bedrijfspanden beslissen echter zelf of ze aansluiten op een warmtenet. 

Wel zegt de gemeente dat niet iedereen in heel Delft op het warmtenet zal worden aangesloten: Wethouder Zwart “In sommige wijken is dit de juiste oplossing. Op andere plekken moet er een andere manier gevonden worden.”