Studenten in de kou: ‘vinger drukt door het halve kozijn’

Onderzoeksprogramma Pointer deed onderzoek naar de woonmarkt in Delft. Een van de verhalen die zij tegenkwamen is het verhaal van een groep studenten die woont in een huis dat zeer slecht onderhouden is. De huurcommissie heeft hierom hun huur al verlaagd, maar dat houdt de verhuurder niet tegen om hen op straat te zetten zodra hun tijdelijke contracten aflopen.

In zo’n situatie kan een huurder naar de huurcommissie gaan. Anita Engbers van de Woonbond legt het proces uit: “Als een verhuurder onderhoud moet doen, bijvoorbeeld omdat iets kapot is, dan moet je eerst de verhuurder vragen in actie te komen.” Als er vervolgens niets gebeurt, kan je na zes weken aankloppen bij de huurcommissie. De Delftse student deed dit ook en de huurcommissie oordeelde dat zijn huur omlaag moest van 550 euro in de maand naar 230 euro.

Daarnaast zegt de student: “Ik moest ook geld terugkrijgen voor de maanden dat ik te veel betaalde.” Ondanks dat de student aangeeft meerdere malen te hebben geschreven aan de verhuurder, heeft deze het geld nooit terugbetaald. “Uiteindelijk heb ik het zelf verrekend met mijn huur en dus minder betaald.” De verhuurder neemt deze keus niet in dank af. De student vertelt: “Hij heeft al tegen mij gezegd dat mijn huurcontract niet verlengd gaat worden.”

Engbers concludeert daarom: “Het is logisch dat huurders zich niet beschermd voelen.” De huurcommissie kan verhuurders immers alleen aanpakken door middel van “een financiële prikkel”, namelijk door een huurverlaging door te voeren, zoals gebeurd is bij deze student. Door de regelgeving zoals deze nu is, kan de huurcommissie niets anders. Daarnaast is het voor verhuurders nu mogelijk huurders op straat te zetten aan het einde van hun tijdelijke contract. Wanneer er een nieuwe huurder inkomt, kan de verhuurder vervolgens weer een te hoog bedrag vragen. 

In 2016 werden de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten nog verruimd, maar de overheid is sindsdien tot inkeer gekomen. In november afgelopen jaar stemde de Eerste Kamer in met een verbod op tijdelijke huurcontracten. Wanneer dit verbod ingaat, zijn deze praktijken niet meer mogelijk. 

Ook is er sinds juli vorig jaar de wet ‘Goed verhuurderschap’. Engbers zegt hierover: “Gemeenten moeten hiervoor een meldpunt inrichten. Naar aanleiding van meldingen die hier binnen komen, kunnen gemeenten waarschuwingen en boetes uitdelen, of zelfs het beheer van panden overnemen.” Dit is tot nu toe echter nog nooit gebeurd. Engbers: “De wet is nog nieuw, maar wij van de Woonbond gaan controleren hoe gemeenten de uitvoering oppakken.”

Zij verwacht ook dat er van deze wet een preventieve werking uit kan gaan: “Als een gemeente als Delft 1 of 2 keer een verhuurder hard aanpakt, zullen andere verhuurders zich ook achter de oren krabben.”