TU Delft onderzoek naar onze morele keuzes en taboes in coronatijd
Dat corona onze mobiliteit, werk en sociale leven beïnvloedt, ervaart iedereen. TU Delft onderzoekers waren ook benieuwd naar het effect op onze morele afwegingen en keuzes die we maken tijdens de pandemie. Een van de onderzoekers, hoogleraar Casper Chorus, vertelt erover in een artikel op de site van de TU Delft. Ook bespreekt hij een aantal pijnlijke taboes.
Een van de dingen die Chorus kan concluderen, is dat er niet zo’n sterk verband is als we misschien denken tussen een morele overtuiging die iemand heeft en de uiteindelijke keuzes die diegene vervolgens maakt. Het is eerder andersom: Je maakt eerst keuzes vóórdat je ergens een houding en waarden over kunt innemen. Eerder nam promovendus Tom van den Berg dit concept al mee in zijn onderzoek naar keuzes in coronatijd. Dat ging bijvoorbeeld over je wel of niet houden aan de regels rondom social distancing en thuiswerken.
Wc-rollen
Uit dat onderzoek blijkt dat het bijna niet te voorspellen is hoe iemand zich concreet zal gedragen. ''Een persoon kan zeggen: voor mij is eerlijkheid heel belangrijk; maar diezelfde persoon kan bijvoorbeeld nog steeds wc-rollen gaan hamsteren, waarschijnlijk zonder de connectie te zien,’’ vertelt Chorus over het onderzoek van Van den Berg.
Dat is interessante informatie voor de overheid, omdat zij juist geneigd is een beroep te doen op de waarden van volwassen mensen. Chorus tegen het TU nieuwsplatform: ‘’Men gaat er vanuit dat je de situatie uitlegt en dat mensen dan zelf beslissen op basis van hun morele waarden, bijvoorbeeld eerlijkheid, om iets wel of niet te doen. Maar de overheid moet juist heel concreet regelgevend optreden, en zeggen: dit mag niet, en als je het toch doet, krijg je een boete.’’ Als succesverhaal van zo’n beleid haalt hij Taiwan aan: ‘‘Die hebben geloof ik acht overlijdensgevallen gehad. Ze zijn daar extreem duidelijk over wat wel en wat niet mag.’’
Economie vs. mensenlevens
Een ander deel van het onderzoek ging over taboes. Chorus zag in de eerste weken van de pandemie vaak taboe-afwegingen opkomen, afwegingen die bij mensen weerstand oproepen. De hoogleraar geeft het voorbeeld van de groep mensen die zeiden dat we niet kunnen doorgaan met ‘het lijden van zoveel economische schade om een beperkt aantal mensenlevens te redden.’ ‘’De reactie hierop van veel mensen is vooral afwijzing,’’ aldus Chorus. Ze zeggen: ‘’Zo mag je niet praten; je kunt geen waarde plakken op een mensenleven.’’
‘’Dat is natuurlijk wel begrijpelijk, maar er zijn manieren om te ontkomen aan die taboe-afwegingen,’’ vervolgt de TU hoogleraar. Je kunt de economie ook presenteren als iets moreel aangrijpends: ‘’De kroegbaas op de hoek, die zijn pensioen ziet verdampen.’’ Volgens de TU-docent is het essentieel dat we het nu op deze manier te bespreken anders komen er later problemen wanneer er verantwoording moet worden afgelegd.
‘’Corona heeft ons geleerd dat pijnlijke afwegingen niet taboe horen te zijn, maar dat je er over moet praten. Als we van deze crisis leren en er sterker door worden, dan is dat voor mij échte veerkracht.’’
Prijskaartjes
Taboe-afwegingen maken blijkt voor driekwart van de mensen een probleem zo blijkt uit het onderzoek van Chorus. Met een door zijn team ontwikkeld wiskundig model van taboe-aversie, heeft Chorus taboe-afwegingen in coronatijd onderzocht en gekwantificeerd. Maar volgens hem worden keuzes zoals geld voor mensenlevens continu gemaakt: ‘’Alleen niet zo expliciet en zichtbaar als nu met corona.’’
Chorus stelt dat de Nederlandse overheid al jaren prijskaartjes plakt op mensenlevens, bijvoorbeeld wanneer ze beslissen welke medicijnen worden vergoed. Hij zocht uit hoeveel geld de Nederlandse maatschappij bereid is op te offeren voor een mensenleven: ‘’Uit onze analyses kwam als antwoord op die vraag 2,3 miljoen euro rollen. Ter vergelijking: de gehanteerde overheidsmaatstaf in verkeerscontext is in Nederland 2,8 miljoen,’’ aldus de hoogleraar.
Eerder meldt Chorus overigens al tegen de TU dat hij het spannend vindt om onderzoek te doen naar deze cijfers omdat deze na publicatie gemakkelijk een eigen leven kunnen gaan leiden.
Experiment
De hoogleraar vond de communicatie van de overheid in het begin van de coronacrisis niet goed. Een van de pijnpunten was volgens hem toen er werd gesteld dat alles op alles werd gezet om ieder mensenleven te redden en vooral dat hierover geen discussie mogelijk was.
Volgens hem kan je geen ‘morele slaapliedjes’ blijven zingen: ‘’Als je blijft zeggen dat we alles opzij zetten voor de gezondheidszorg, ook al gaan onze kinderen dan jarenlang niet naar school. Daarvan weten we allemaal: dat hebben we er uiteindelijk niet voor over.’’
Daarnaast stelt de hoogleraar dat Nederlanders ‘ontzettend verwend’ zijn geraakt omdat we de coronacrisis een unieke situatie vinden: ‘’Het loopt nu even niet goed en we reageren daar heel heftig op. Als je verhalen leest over Covid in Congo of in India, dan zien ze het daar als probleem nummer zes of zeven, bij wijze van spreken.’’
IC-afdeling
Op dit moment zijn Chorus en andere onderzoekers in hun startup Councyl bezig met de afwegingen om iemand wel of niet op te nemen op de IC-afdeling. Ze merken dat intensivisten het ongemakkelijk vinden dat de keuzes hierover niet objectiever in beeld zijn gebracht. ‘’Ze hebben vertrouwen in hun afwegingen, maar ze voelen bijvoorbeeld wel aan dat deze tussen collega’s kunnen verschillen.’’ Met behulp van keuzetheorie proberen Chorus en zijn collega’s dat nu te doen, bijvoorbeeld over de vraag hoe zwaar de wensen van de patiënt meewegen en de vraag of de keuzes strenger worden als de IC-capaciteit afneemt.’