TU professor nieuw boegbeeld van klimaatonderzoek
Prof. dr. Caroline Katsman, hoogleraar Oceanen & Klimaat aan de TU Delft, werd eind vorig jaar benoemd tot wetenschappelijk boegbeeld van het Klimaatonderzoek Initiatief Nederland (KIN). Samen met Derk Loorbach, hoogleraar sociaaleconomische transities aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, geeft zij de komende jaren wetenschappelijke richting aan het KIN. Frans van Rijnswou sprak met haar in het radioprogramma Delft Centraal.
Regie
Volgens Katsman is de regierol van het KIN een van de grootste uitdagingen. "We weten wat nodig is om klimaatverandering tegen te gaan, maar waarom gebeurt het dan niet?" vraagt ze zich af. "Het KIN probeert de regie te nemen door partijen samen te brengen en obstakels te identificeren. Er gebeurt al veel, maar vaak weten mensen elkaar niet te vinden. Onze rol is om die verbinding te leggen en te kijken hoe we tot oplossingen kunnen komen."
Daarvoor is een goed overzicht nodig van lopende initiatieven en mogelijkheden. "Derk Loorbach en ik zijn vanuit verschillende achtergronden en netwerken betrokken. Ik ken de klimaatwetenschappelijke wereld goed en weet snel de juiste mensen te vinden. Maar het werkt ook andersom: maatschappelijke en onderzoeksorganisaties kunnen zelf met vragen of voorstellen naar het KIN komen. We bouwen wat we noemen een PACT, een netwerk van mensen en organisaties die onze missie steunen en willen samenwerken aan klimaatoplossingen."
Actieve samenwerking
Het netwerk van het KIN is meer dan een verzameling contacten. "Het begint misschien als een kaartenbak, maar het doel is dat mensen elkaar daadwerkelijk ontmoeten en samenwerken," legt Katsman uit. "Binnen de universitaire klimaatcentra organiseren we regelmatig bijeenkomsten. Daar bespreken we lopende onderzoeken en zoeken we naar kansen om de klimaat- en energietransitie te versnellen. Als een project vastloopt, kijken we of een ander instituut kan helpen. Het KIN doet zelf geen onderzoek, maar faciliteert en stimuleert samenwerking."
Klein team
Ondanks de ambitieuze doelstellingen is het KIN geen grote organisatie. "We werken met een klein team van zo'n 15 mensen, allemaal in deeltijd. Zij hebben voelsprieten in verschillende organisaties en organiseren de bijeenkomsten en processen. Derk Loorbach en ik adviseren over de strategie en ondersteunen waar nodig. Dat kan ook financieel, daar hebben we budget voor." Een belangrijk verschil met traditionele onderzoeksfinanciering is de aanpak van het KIN. "Normaal gesproken moeten onderzoekers een onderzoeksvoorstel indienen bij bijvoorbeeld de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Daarin is veel competitie: alleen de beste voorstellen krijgen financiering. Wij doen het anders. We brengen onderzoekers en maatschappelijke partijen samen om gezamenlijk plannen te maken. Vervolgens kijken we hoe we met een kleine subsidieprojecten op gang kunnen helpen."
Proeftuin
Volgens Katsman vraagt de klimaatcrisis om een andere, snellere en flexibele manier van werken. "Competitie werkt ook, maar het kan traag zijn. Wij willen snel inspelen op ontwikkelingen en experimenteren met nieuwe financieringsmodellen. We kijken hoe we middelen het beste kunnen verdelen en onder welke voorwaarden. Het KIN is dus niet alleen een netwerk, maar ook een proeftuin voor innovatief klimaatbeleid en wetenschappelijke samenwerking."
Brede focus
Hoewel Katsman als hoogleraar Oceanen & Klimaat veel kennis heeft over zeespiegelstijging en kustverdediging, benadrukt ze dat het KIN breder kijkt. "We zijn niet gefocust op één thema. We zoeken naar plekken waar al energie en beweging is in het onderzoek en waar we een aanjagende rol kunnen spelen. Natuurlijk kan ik makkelijker schakelen binnen mijn eigen netwerk, maar ik zit hier niet om alleen de oceanen te promoten."
Met haar wetenschappelijke expertise en verbindende rol binnen het KIN wil Katsman bijdragen aan een nieuwe manier van samenwerken. Het KIN wil niet alleen klimaatonderzoek versnellen, maar ook structureel de manier waarop wetenschap en beleid elkaar vinden veranderen. "Er is transitie nodig, niet alleen in de samenleving, maar ook in de wetenschap zelf. En dat is precies wat we met het KIN willen bewerkstelligen", besluit Katsman