Verouderd beleid gehandicaptenparkeerplaatsen aangepakt
Er mogen binnenkort minder auto’s in de Delftse binnenstad komen. Echter zijn er wel mensen die van de auto afhankelijk zijn, en niet ver kunnen lopen. In een poging te voorkomen dat deze mensen niet meer het huis uit kunnen, komt wethouder Van Vliet met aanpassingen in het beleid rondom gehandicaptenparkeerplaatsen.
Als mensen met een handicap niet in de buurt van hun woning de auto kwijt kunnen, zou het ervoor zorgen dat mensen amper nog het huis uit kunnen. Met het oog op de geplande uitbreiding van het autoluw-plusgebied komt wethouder Van Vliet met een plan. In zulke autoluwe gebieden mogen nu geen gehandicaptenparkeerplaatsen komen. In het nieuwe beleid is dat anders. Het idee is dat er eerst gezocht wordt naar een parkeerplaats die goed aan te lopen is, maar buiten de autoluwe zone ligt. Het kan natuurlijk dat dit niet lukt. "Als dat niet kan, dan wordt het mogelijk ook in het autoluwe gebied een gehandicaptenparkeerplaats aan te vragen”, zo staat in een informatiebrief van de gemeente.
Maatwerk
In deze informatiebrief over de nieuwe beleidsregels komen verder woorden voorbij als ‘flexibel’, ‘maatwerk’ en ‘duidelijk’. Wethouder Van Vliet geeft hiermee steeds aan dat de gemeente er meer voor open wil staan om af te wijken van strikte regels, om rekening te houden met persoonlijke situaties. Een voorbeeld hiervan: bij gehandicaptenparkeerplaatsen die niet op kenteken staan, mag een auto nu slechts 3 uur achter elkaar geparkeerd staan. Afhankelijk van de situatie, kunnen er met dit nieuwe beleid ook afspraken gemaakt worden om hiervan af te wijken.
Ook staat er in de brief: “De eis dat een gehandicaptenparkeerplaats alleen wordt aangelegd bij een hoge parkeerdruk wordt losgelaten.” Hiermee wordt het mogelijk een parkeerplaats aan te vragen, ook als je niet in een omgeving woont waar het doorgaans druk is. Daarnaast wil de gemeente flexibeler omgaan met de grote van gehandicaptenparkeerplaatsen: “De vastgelegde maatvoering is niet overal waar te maken. Dat is ook niet altijd nodig.” Hiermee wordt het, waar dat nodig is, mogelijk om grotere, of kleinere gehandicaptenparkeerplekken te maken.