VIDEO: Zorgen over woonbeleid gemeente: ‘In Delft worden verkeerde woningen gebouwd’
Door: Marcel de Jong.
In Delft worden vooral dure en middeldure appartementen gebouwd. Deskundigen en politici zijn kritisch op dit beleid. ,,Starters, gezinnen en mensen met een lager inkomen kunnen nauwelijks een woning vinden.”
Vincent van Rossum (21) werkt als kok. Noodgedwongen woont hij op kamers. ,,Ik heb van de woningcorporatie te horen gekregen dat ik nog tien jaar op een sociale huurwoning moet wachten. En dan nog sta je op de tachtigste plek. Ja, daar word ik moedeloos van.”
Het verhaal van Vincent staat niet op zichzelf. Uit gegevens van Aedes blijkt de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in Delft 4 jaar en 11 maanden te zijn. ,,Nog altijd te lang”, verzucht Vincent. “Ik wil ook een keer een woning met en eigen badkamer, toilet en keuken. Nu moet ik alles met anderen delen. Dat is niet altijd prettig.”
(Onderaan de tekst vind je de video die bij het artikel is gemaakt)
Verdienmodel vergroten
Toch zal de wachttijd voor Vincent en andere woningzoekenden de komende jaren langer worden, stelt woningcorporatie Vidomes. In Delft komen er tot 2030 weliswaar netto 550 sociale huurwoningen bij. Maar de stad zet meer in op de bouw van middeldure en dure woningen. Het gevolg is dat het percentage sociale huurwoningen in de stad daalt van de huidige negenendertig procent naar vierendertig procent in 2040.
Met dit beleid streeft het gemeentebestuur naar meer doorstroom op de woningmarkt. Bovendien moet het leiden tot sterkere en leefbare wijken waarin meer “high potentials” en “kenniswerkers” geschikte woningen vinden, zo blijkt uit de woonvisie. Miranda Voogt, raadslid voor de VVD noemt dit het vergroten van het verdienmodel: ,,Het is belangrijk dat Delft financieel meer in balans komt. Uit onderzoek blijkt dat bewoners van sociale huurwoningen relatief vaker een beroep doen op de sociale voorzieningen. Als je daar te veel van hebt, raak je als stad financieel in disbalans. Je hebt namelijk minder mensen die voor die voorzieningen betalen. Dat betekent dat er minder overblijft voor de grote groep die er gebruik van maakt. Door kapitaalkrachtige bewoners te trekken, krijgen we meer belastingen binnen, geld waarmee we deze voorzieningen kunnen realiseren.”
‘Bevolkingspolitiek’
Vanuit verschillende kanten klinkt kritiek op het beleid om vooral middelduur en duur te bouwen. Peter Boelhouwer, hoogleraar Housing system aan de TU Delft, noemt het een “onverstandige ideologische keuze”. ,,Je hebt nou eenmaal een bevolking die voor een deel is aangewezen op een sociale huurwoning. De gemeente zegt nu eigenlijk: ik ben niet zo blij met de huidige bevolking en een deel van de mensen moet maar elders gaan wonen.”
Lieke van Rossum, raadslid voor oppositiepartij SP, spreekt zelfs over een “bevolkingspolitiek”. ,,De opvattingen van het gemeentebestuur zijn uiterst pijnlijk voor mensen met een lager en modaal inkomen die de basis vormen voor onze samenleving. De politieman dus, de leraar, de werknemer van de supermarkt. Voor hen is in Delft geen plaats meer.”
Schrederhof is het niet eens met deze kritiek. ,,We willen helemaal niemand uit de stad verjagen. Bovendien blijven we sociale huurwoningen bouwen. Daarbij gaan mensen in een sociale huurwoning echt de stad niet uit. Als gemeente zijn en blijven wij verantwoordelijk voor het bieden van goede voorzieningen voor deze mensen.”
Ursula Rampersad merkt daar echter weinig van, vertelt ze. Na een huwelijk van vijftien jaar, heeft ze een jaar geleden de relatie met haar man beëindigd. Maar toch woont ze nog in hetzelfde huis als haar ex. Dat valt haar heel erg zwaar. ,,De sfeer is niet om uit te houden, ik kan van de stress soms niet eten en ik zie mijn twee kinderen onder de spanningen lijden.”
Ze zoekt al een jaar tevergeefs naar een sociale huurwoning. ,,Ik hoor dan dat ik nog jarenlang moet wachten. Ik heb de huisarts gebeld, het maatschappelijk werk en de corporaties, maar ik word van het kastje naar de muur gestuurd. Niemand kan me helpen.” Een urgentiebewijs krijgt ze niet. ,,Blijkbaar moet mijn thuissituatie eerst helemaal uit de hand lopen.”
Regionale spreiding
Delft overlegt al langere tijd met de acht andere gemeenten in de regio Haaglanden over een eerlijker verdeling van het aantal sociale huurwoningen. Afgesproken is dat de gemeenten tot 2040 gezamenlijk zo’n 12.000 nieuwe sociale huurwoningen bouwen. Delft verkleint het percentage sociale huurwoningen. Gemeenten met relatief weinig sociale huurhuizen, zoals Westland, hebben juist toegezegd een extra inspanning te leveren. Dit overleg tussen de acht gemeenten in de regio is complex, meldt een bron rondom het regionaal overleg. ,,Er spelen veel verschillende belangen. Maar de wil om er samen uit te komen is er beslist.” Dat is volgens Boelhouwer ook noodzakelijk. ,,Anders kunnen Delftenaren met een lager inkomen straks helemaal nergens terecht.”
Middeldure huur
Een kwart van de geplande nieuwbouw in Delft bestaat uit middeldure huurwoningen. Het gaat hierbij om huizen met een huur van zevenhonderdvijftig tot negenhonderdvijftig euro per maand. Wethouder Karin Schrederhof (PvdA, wonen): ,,Die woningen zijn belangrijk voor de stad. Veel mensen komen gezien hun inkomen niet in aanmerking voor een sociale huurwoning, zeker als ze tweeverdiener zijn. Daarom is het belangrijk om vooral middeldure woningen te bouwen.” Voogt is het daarmee eens: ,,Middeldure huur vult het gat op tussen sociale huur en dure woningen.”
Middelduur wordt duur
De huur van die middeldure huurhuizen blijkt echter enorm te stijgen. Dat komt door de gestegen bouwkosten, vertelt Schrederhof. Bovendien is bouwen in een stad complex en daardoor kostbaar. En daar komen dan alle duurzaamheidseisen nog eens bij. Middeldure huurwoningen worden daardoor steeds vaker dure huizen.
Ook Ursula is daar tegenaan gelopen. ,,Ja, natuurlijk heb ik ook in de particuliere huursector naar een woning gezocht. Ik wil weg uit het huis van mijn ex. Maar ik zag huren voorbijkomen van € 1.200 tot € 1.400 per maand. Dat kan ik helemaal niet betalen. Ik bedoel, ik moet toch ook kunnen leven en mijn kinderen kunnen verzorgen?” Ook voor Vincent is zo’n huur onhaalbaar. ,,Daar verdien ik gewoon te weinig voor.”
Miranda Voogt vindt dit een zorgelijke ontwikkeling. ,,Op deze manier kan de werkende middenklasse in Delft geen betaalbare woning meer vinden. Ook voor starters is het nu moeilijk om tot de woningmarkt toe te treden.“
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Te kleine appartementen
Delft heeft er verder gekozen om vooral appartementen te bouwen. Vijfentachtig procent van de nieuwbouw bestaat daaruit. Het gaat daarbij vooral om kleinere appartementen. Volgens Marcel Harinck, raadslid voor coalitiepartij STIP, sluiten deze appartementen goed aan bij de groei van het aantal één- en tweepersoonshuishoudens in de stad. ,,Bovendien stimuleren deze woningen de doorstroom op de woningmarkt. Je ziet dat veel ouderen die in een groot huis wonen eigenlijk kleiner willen wonen. Door al die appartementen te bouwen, bieden we hen de kans om te verhuizen. Daardoor komen hun woningen vrij voor gezinnen.”
Boelhouwer kan deze gedachtegang wel volgen. Maar dan moet de gemeente volgens hem wel andere woningen bouwen. ,,Uit onderzoek blijkt je ouderen alleen kunt verleiden om te verhuizen als je ruime driekamerappartementen aanbiedt. Een plek waar hun kleinkinderen kunnen logeren, waar ze een hobbykamer hebben. Maar die woningen worden nauwelijks in Delft gebouwd. De geplande appartementen in Delft zijn gewoon te klein.” ,,En te duur”, vult makelaar Jan-Paul van Daal aan. ,,Ouderen gaan hun grote woning, met eigen grond en lage hypotheeklasten echt niet inruilen voor een te klein appartement waarvoor ze maandelijks veel moeten betalen.”
Ben Herman is het daar mee eens. ,,Ik woon in een vierkamerappartement met een tuin en lage woonlasten. Je denkt toch niet dat ik straks in een tweekamerappartementje ga zitten met een piepklein balkon en een torenhoge huur of hypotheek?”
Weinig eengezinswoningen
Het woonbeleid van de gemeente Delft is volgens wethouder Schrederhof gericht op meer balans in de bevolkingssamenstelling. ,,Als je kijkt naar Delft zie je overmatig veel jongeren en heel veel ouderen. Gezinnen met kinderen zijn veel minder vertegenwoordigd. Die balans willen we herstellen. Zo wordt Delft een levendige stad waar mensen gebruik maken van de scholen, winkels en andere voorzieningen.”
De veelal kleinere appartementen die in Delft gebouwd worden zijn echter niet erg aantrekkelijk voor gezinnen, stelt Boelhouwer vast. ,,Uit onderzoek blijkt dat gezinnen vooral betaalbare eengezinswoningen met een tuin zoeken.” Bovendien zijn veel woningen veel te duur voor startende gezinnen en mensen met een modaal inkomen. Uit cijfers van NVM blijkt dat de gemiddelde prijs van een koopwoning in Delft het afgelopen jaar met 20,3% is gestegen van € 360.000 naar € 424.000. Makelaar Jan-Paul van Daal ziet dan ook dat opvallend veel gezinnen naar Rijkswijk verhuizen omdat daar meer betaalbare eengezinswoningen worden gebouwd. ,,Daar is vraag naar. Je ziet zelfs dat in Rijswijk Buiten echte Delftse wijken ontstaan.”
Schrederhof wijst erop dat in Delft wel degelijk wordt gebouwd voor gezinnen. ,,Kijk naar het project De Family, de eengezinswoningen van Vidomes aan de Van Alkemadestraat en de bouwprojecten in de Schoenmakersplantage.” Voor Van Daal doet Delft echter te weinig voor gezinnen. Volgens hem zorgt Delft voor een ongezonde schaarste aan goedkopere eengezinswoningen. ,,Dat drijft de prijs op waardoor starters en gezinnen buitenspel staan.” Boelhouwers beaamt dat: ,,In Delft worden de verkeerde woningen gebouwd. Daardoor kunnen starters, gezinnen en mensen met een modaal inkomen nauwelijks meer een woning vinden.”
Zie hieronder de video die bij dit onderwerp hoort.
[KADER]
Vrijdag 10 en woensdag 15 september verschijnen het tweede en derde artikel over de woningmarkt in Delft. Journalist Marcel de Jong deed onderzoek en schrijft de artikelen, die naast Omroep Delft ook in het AD te lezen zijn. Bij Omroep Delft zijn verdiepende filmreportages van Tessa de Bruine en radioreportages van Rosa Smit te volgen. De artikelen en reportages zijn mogelijk gemaakt door een subsidie van het Mediafonds Delft.