(VIDEO)Dag van werkplezier in de zorg: op pad met de wijkverpleging
Jarenlange bezuinigingen, veel te weinig personeel, geen tijd voor cliënten. Dat is een greep uit de vele klachten die vanuit de zorg klinken. Niet gek ook, dat er een heuse ‘Dag van het werkplezier in de zorg’ in het leven is geroepen. Maar, is de situatie wel zo zorgelijk? Hoe zit het eigenlijk met het werkplezier in de Delftse thuiszorg? Verslaggever Tom Richmond zocht het namens Omroep Delft uit.
Op dinsdag 30 januari is de Dag voor het werkplezier in de zorg. Deze dag wordt stilgestaan bij, u raadt het al: werkplezier in de zorg. Olga Dijksman is werkzaam bij één van de grotere zorginstellingen voor wijkverpleging in Delft: Pieter van Foreest. Zij is ervan overtuigd dat er genoeg positieve kanten aan de thuiszorg zitten. “Als ik ’s ochtends wakker word, heb ik echt een gevoel van: ‘ik mag vandaag weer werken, en ik zie eigenlijk wel wat de dag brengt’, deelt Dijksman enthousiast.
Dijksman zit ruim 15 jaar in de wijkverpleging. Ooit begon zij als huishoudelijke hulp, maar uiteindelijk is zij de opleiding tot verpleegkundige gaan volgen. Sinds vorig jaar maart werkt zij als thuiszorgverpleegkundige in Delft. Dijksman vindt haar collega’s hét geheim achter haar werkplezier: “Waar ik nu vooral blij van word is dat ik een heel fijn team om me heen heb. We denken samen na over hoe we goede, mooie cliëntenzorg kunnen leveren. Ik krijg daar veel energie van". Ook de dankbaarheid van cliënten, die volgens Dijksman hand in hand gaat met het werk is daar ook van grote invloed op.
Paarse krokodil
Het enige waar Dijksman soms tegenaan hikt, is de hoeveelheid bureaucratie in de zorg: “De bekende paarse krokodil. Soms moet je heel lang wachten totdat er iets geregeld is, terwijl dat allemaal in mijn ogen best wel snel kan. Je moet vaak heel veel bellen voordat je iemand te pakken krijgt, ik werk namelijk met huisartsen, ergotherapeuten, apothekers, groothandels, noem maar op. Het duurt daarom vaak lang voordat je iets geregeld krijgt.”
Dijksman verklaart dat de hoeveelheid ‘loketjes’ in de zorg alleen maar toenemen, dat zorgt voor een stevigere paarse krokodil. Als voorbeeld noemt ze: “laatst wilde ik medicatie aanvragen voor een cliënt. Tegenwoordig heb je met allerlei zorgverzekeraars te maken, die weer contracten en afspraken hebben met bepaalde leveranciers. Het medicijn wat ik nodig had moest per se bij een bepaalde groothandel gehaald worden die ik zelf niet kende. Op zo’n moment weet je allang wat iemand nodig heeft, maar ik mag dat niet zomaar aanvragen. Dit wordt vervolgens bij de groothandel en zorgverzekeraars overlegt, er moet gewacht worden op verschillende mensen die akkoord geven, ga zo maar door.”
Werkplezier
Ondanks dat geeft Dijksman aan het écht naar haar zin te hebben in de wijk. Soms gaat het om dingen die niet eens met de zorg te maken hebben. “Het is heerlijk om met je fietsje langs de verschillende cliënten te gaan. Zeker als je langs mooie plekken komt, bijvoorbeeld in de binnenstad. Het contact met de mensen is meestal ook heel fijn, en het werk is heel gevarieerd. Het gaat niet alleen om een paar steunkousen verwisselen bij oude mensen.”
Dijksman zit ruim 15 jaar in de wijkverpleging. Ooit begon zij als huishoudelijke hulp, maar uiteindelijk is zij de opleiding tot verpleegkundige gaan volgen. Sinds vorig jaar maart werkt zij als thuiszorgverpleegkundige in Delft. Dijksman vindt haar collega’s hét geheim achter haar werkplezier: “Waar ik nu vooral blij van word is dat ik een heel fijn team om me heen heb. We denken samen na over hoe we goede, mooie cliëntenzorg kunnen leveren. Ik krijg daar veel energie van". Ook de dankbaarheid van cliënten, die volgens Dijksman hand in hand gaat met het werk is daar ook van grote invloed op.
Paarse krokodil
Het enige waar Dijksman soms tegenaan hikt, is de hoeveelheid bureaucratie in de zorg: “De bekende paarse krokodil. Soms moet je heel lang wachten totdat er iets geregeld is, terwijl dat allemaal in mijn ogen best wel snel kan. Je moet vaak heel veel bellen voordat je iemand te pakken krijgt, ik werk namelijk met huisartsen, ergotherapeuten, apothekers, groothandels, noem maar op. Het duurt daarom vaak lang voordat je iets geregeld krijgt.”
Dijksman verklaart dat de hoeveelheid ‘loketjes’ in de zorg alleen maar toenemen, dat zorgt voor een stevigere paarse krokodil. Als voorbeeld noemt ze: “laatst wilde ik medicatie aanvragen voor een cliënt. Tegenwoordig heb je met allerlei zorgverzekeraars te maken, die weer contracten en afspraken hebben met bepaalde leveranciers. Het medicijn wat ik nodig had moest per se bij een bepaalde groothandel gehaald worden die ik zelf niet kende. Op zo’n moment weet je allang wat iemand nodig heeft, maar ik mag dat niet zomaar aanvragen. Dit wordt vervolgens bij de groothandel en zorgverzekeraars overlegt, er moet gewacht worden op verschillende mensen die akkoord geven, ga zo maar door.”
Werkplezier
Ondanks dat geeft Dijksman aan het écht naar haar zin te hebben in de wijk. Soms gaat het om dingen die niet eens met de zorg te maken hebben. “Het is heerlijk om met je fietsje langs de verschillende cliënten te gaan. Zeker als je langs mooie plekken komt, bijvoorbeeld in de binnenstad. Het contact met de mensen is meestal ook heel fijn, en het werk is heel gevarieerd. Het gaat niet alleen om een paar steunkousen verwisselen bij oude mensen.”