Voorman Hart voor Delft pleit voor vadercentrum
Bram Stoop, fractievoorzitter van stadspartij Hart voor Delft, zou graag zien dat er in Delft een ‘vadercentrum’ komt. Dat vertelt hij in Delft Centraal. In zo’n centrum, dat in Den Haag al succes heeft, zetten ze volgens Stoop “de deur wijd open” voor jongeren met problemen. Stoop verwacht echter niet dat er een dergelijk centrum zal openen in Delft.
“Weet je wat het is, Frits”, zegt Stoop tegen Delft Centraal-presentator Frits Emmerik, “mijn hart is er goed genoeg voor om een voorstel in te dienen, maar de plannen voor Delft-West staan al vast.” Om die reden zal Stoop geen nieuw plan opstellen om een vadercentrum te openen in Delft. In zo’n centrum kunnen jongeren terecht bij buurtvaders, die hen kunnen helpen met problemen en hen kunnen begeleiden naar de juiste instanties. Ook kan een vadercentrum gewoon een plek zijn om een kop koffie te drinken voor iemand die gezelschap zoekt.
Stoop is al langer voorstander van dit concept. In zijn scriptie voor de studie jongerenwerk die hij schreef in 1999 staat: “Mijn favoriete werkwijze is een wijkgerichte aanpak, waarbij een team de wijk een degelijke dienst- en hulpverlening kan bieden.”
Kritisch
De lokale fractie van de PVDA in Den Haag zag in die tijd iets in de ideeën die Stoop uitdroeg in zijn scriptie. Zij dienden toentertijd het initiatiefvoorstel in, waaruit het vadercentrum voortkwam. Hierin wordt verwezen naar het onderzoek van Stoop: “Terecht breekt Bram Stoop een lans voor een wijkgerichte aanpak, met een sterke betrokkenheid van de jongeren zelf.” Waar Stoops ideeën hierin navolging vonden in Den Haag, kwam er in Delft niets van de grond. Stoop zegt hierover: “Ik gaf toen nog mijn onderzoek aan twee Delftse wethouders. Ik kreeg toen te horen dat ze het een goed stuk vonden, maar er gebeurde verder niets mee.”
Stoop is kritisch op de aanpak van jongeren in Delft: “In Buitenhof zijn ze nu twintig jaar bezig, zonder resultaat.” Verwijzend naar ongeregeldheden rond oud en nieuw voegt hij toe: “De aanpak is elk jaar hetzelfde, en met de jaarwisseling zijn ze boos dat er weer rellen zijn.”
Wat werkt en wat niet
Hij pleit er daarom voor dat de lokale politiek “durft de hand in eigen boezem te steken.” Er gaat namelijk het een en ander fout volgens Stoop. Hij verklaart zich nader: “Van organisaties die met jongeren werken krijgen we altijd jaarverslagen, waarin staat wat er gedaan wordt aan buurtparticipatie. Maar de buurtparticipatie werkt ondertussen voor geen meter.” Het wordt volgens Stoop daarom tijd “goed te evalueren wat werkt en wat niet.”
Een van de dingen die wel kunnen werken is volgens Stoop een vadercentrum, naar het voorbeeld van Den Haag. In Delft is er nu wel een project met buurtvaders, die jongeren kunnen ondersteunen. Een eigen vadercentrum komt er, zoals het er nu uitziet, echter niet.
