Voorzichtig optimisme over de verbouwing van het Prinsenhof
Van links tot rechts heerst optimisme over het ontwerp voor de renovatie van het Prinsenhof. Na jaren van gesteggel, zijn de politici het erover eens dat er een mooi ontwerp ligt. Over het kostenplaatje bestaat echter nog wel twijfel.
Raadslid Dimitri van Rijn maakte na een tijd van afwezigheid voor het eerst weer zijn opwachting in de Delftse raadszaal. Hij begon zijn betoog in de vergadering van de commissie ‘Economie, Financiën en Bestuur’ met de woorden: “We kunnen het ons niet veroorloven als het toekomstbestendig maken van het Prinsenhof een financieel fiasco wordt.” Daarna benoemde hij echter dat hij over het algemeen tevreden is met het ontwerp en de begroting die er nu liggen. Hij noemt beiden zelfs “indrukwekkend”.
Mooi, maar wat kost het?
Van Rijn staat niet alleen in zijn waardering voor de plannen. Leon Hombergen (PVDA) spreekt, verwijzend naar vroegere problemen in de voorbereiding van de verbouwing van het Prinsenhof, over een “sterk verbeterd proces”. Gerrit van Ree (Onafhankelijk Delft) noemt het plan voor de toekomst: “een mooi ontwerp, dat rekening houdt met mensen met een handicap”. Ook spreekt Van Ree dank uit aan Delftenaren die een bijdrage doen.
Direct daarna zegt Van Ree: “maar 18 miljoen euro blijft toch heel veel geld”. Ook andere raadsleden zijn nog steeds bezorgd over de kosten. Hombergen zegt dat het wat hem betreft “niet uitmaakt of het een kwartje meer of minder kost.” In een investeringsraming staat echter nu al dat het project 1,3 miljoen euro duurder wordt. Daarom vraagt VVD’er Van Rijn zich af: “Klopt het dat de begrote 38 miljoen de kosten dekt?”
Ook CDA’er Gerrit Jan Valk maakt zich nog zorgen: “Die 18 miljoen euro [het bedrag dat de gemeente zelf investeert, red.] zou voor ons een maximum zijn. Daar hebben we drie jaar geleden voor gestemd. We maken ons zorgen dat doordat we garant staan voor 10 miljoen, de noodzaak om de laatste miljoenen binnen te halen er niet genoeg is.”
Reactie wethouder
“We zijn er echt van overtuigd dat we het kunnen doen binnen de 38 miljoen die we eraan uit moeten geven,” zo reageert wethouder Van Vliet op de zorgen van de raadsleden. Over de mogelijkheid dat het toch duurder wordt zegt hij: “Op het moment dat we het gevoel hebben dat we moeten afschalen, dan komen we bij u als gemeenteraad terug. Dan kunt u daarover beslissen.”