Waar gaat overgebleven geld voor energietoeslagen heen?
“Als het water aan de lippen staat, wilt u dan liever een zwemvest of dat er een nieuwe boot ontworpen wordt?” Dat vraagt Malou Janssen (PVDA) tijdens een vergadering van de gemeentelijke commissie ‘Sociaal domein en wonen’. Haar beeldspraak is bedoeld om te laten zien dat de drieëneenhalf miljoen euro die de gemeente over heeft uit het budget voor energietoeslag het best gewoon aan mensen gegeven kan worden.
Janssen reageert hiermee op een uitspraak van STIP’er Jan Tilman. Hij gaf eerder aan dat het volgens hem beter zou zijn “te investeren in de lange termijn" door een groot deel van dit overgebleven geld uit te geven aan isolatiemaatregelen. Hij zegt: “We kunnen mensen nu wel redden, maar dan vallen ze volgend jaar om.” Volgende jaren is er namelijk een minder grote pot geld om uit te geven aan ‘energiearmoede’ en mensen hoeven minder geld aan bijvoorbeeld gas uit te geven als een huis goed geïsoleerd is. Janssen denkt echter dat mensen het geld simpelweg nu nodig hebben en niet kunnen wachten op de besparing op de lange termijn.
Beide politici reageren op een voorstel van het college van B&W over hoe dit geld besteed kan worden. Hun voorstel bestaat uit drie delen. Een deel willen ze besteden aan een extra toeslag van 200 euro voor de armste groep, die wordt gedefinieerd als mensen die maximaal 20% boven de bijstandsnorm zitten. Zij komen nu al in aanmerking voor een toeslag van 800 euro en dat wordt als dit voorstel wordt aangenomen 1000 euro. Ten tweede wil het college ook een toeslag realiseren voor mensen die tussen de 20% en 50% boven de bijstand zitten. Dit zou dan gaan om een toeslag van 500 euro. Ten derde wil het college het geld dat nog overblijft uitgeven aan het ondersteunen van Verenigingen Van Eigenaren (VVE’s) in het uitvoeren van isolatiemaatregelen.
‘Hieperdepiep hoera’
Bram Stoop (Hart voor Delft) spreekt echter van “een zwalkend armoedebeleid”. Hij wijst erop dat er verschillende regelingen lopen, waarbij verschillende inkomensnormen bepalen of je recht hebt op steun. “Wat is de definitie van armoede?” vraagt hij zich daarom af. Hij spreekt daarnaast van een “hieperdepiep hoera-stemming” omdat er extra geld is. Hij wil echter weten waarom er nog geld over is: “Is de regeling wel bekend bij mensen?” Miranda Voogt (VVD) deelt het sentiment van Stoop. Zij zegt: “We hebben een pot geld en moeten het maar ergens aan uitgeven blijkbaar.”
Generiek of niet
Of er ingezet moet worden op generieke maatregelen of niet, levert ook discussie op. Met generiek wordt bedoeld dat er niet naar specifieke situaties wordt gekeken, maar dat iedereen in dezelfde inkomensgroep gelijk wordt behandeld. Frank Visser (CDA) wil weten waarom het college kiest voor een generieke aanpak: “Waarom geen maatwerk?” Ook de SP zou willen onderzoeken of maatwerk mogelijk is. Jorrit Treffers (VOLT) zegt aan de anderde kant: “Ik ben blij met een generieke aanpakl.” Zijn argument hiervoor is dat het uitpluizen van specifieke behoeften een proces is dat ook geld kost. En dat geld kan vervolgens niet uitgegeven worden aan mensen zelf.
Wethouder van armoedebeleid Joëlle Gooijer sluit zich hierbij aan. Hierbij onderstreept ze het belang van deze toeslagen voor burgers: “Mijn moeder heeft ook jaren in de bijstand gezeten. Door deze toeslag heeft ze voor het eerst de mogelijkheid gehad te sparen. Ze hoeft nu niet bang te zijn dat, als de wasmachine kapot gaat, al haar geld op is.” Gooijer is echter niet van mening dat er niet aan het voorstel van haar en haar collega-wethouders getornd kan worden. Zij spreekt van “een politieke afweging” en zegt “uit te kijken naar moties en amendementen."