Zomer was nat: ‘Drassige dijken leidden zelfs tot schuivingen’
“Het was een bijzonder jaar. Van echte droogte is eigenlijk geen sprake geweest,” aldus Joost Hooimeijer, coördinator peilbeheer bij het Hoogheemraadschap van Delfland. Het droogteseizoen zit erop, maar droog is het niet geweest.
"Tot juli hebben we regelmatig regen gehad en was er geen noodzaak om water in te laten vanuit het Brielse Meer. Op sommige plekken hebben we zelfs winterpeilen moeten handhaven, midden in de zomer. Het was simpelweg te nat.” Zo vertelt Hooijmeijer. Dat het nat was, is goed te zien in cijfers over het Brielse Meer. Water uit dit meer wordt door het Hoogheemraadschap gebruikt om de peilen op te hogen als het te droog dreigt te worden. In deze zomer is hiervoor 7.100.000 kubieke meter water gebruikt. Vorig jaar was dit nog 20.300.000 kubieke meter.
Afschuivingen
Senior technisch specialist Auke Visser doet droogte-inspecties voor het waterschap en kan beamen dat het niet heel droog is geweest: “Dat het dit jaar vrij nat was, hebben we 'in het veld' ook zeker gemerkt.” Hij gaat verder: “Zo hebben we bijvoorbeeld de eerste maaironde moeten uitstellen. Het groeiseizoen begon relatief laat en de bodem was te nat voor het zware materieel. De drassige dijken leidden zelfs tot afschuivingen, zoals in maart langs de N468 bij Maasland en in juli langs de Gaagweg. Droogte-inspecties waren dit jaar niet nodig.”
Experts van het waterschap stellen dat klimaatverandering ervoor zorgt dat het lastig te voorspellen is of het heel nat of juist heel droog gaat worden. Jirôme van der Boon zegt: “De zomers van 2018 en 2022 waren extreem droog. Toen moesten we alle zeilen bijzetten om een zoetwatertekort op te lossen en de zouttong vanuit de Nieuwe Waterweg buiten de deur te houden. Deze zomer was juist uitzonderlijk nat en de gemalen draaiden geregeld op volle toeren om het water buiten de deur te houden”
Toekomst
Het waterschap werkt dan ook aan maatregelen om te zorgen dat de hoeveelheid zoet water in balans blijft. Dit is echter niet eenvoudig.Hij legt uit dat ook gemeenten, bedrijven en inwoners hier een rol in hebben: “We moeten toewerken naar een systeem waarin we water kunnen vasthouden als het heel hard regent, zodat we het kunnen hergebruiken als het langere tijd droog is. Daar is ons gebied nu nog niet op ingericht. En die inrichting, die is niet alleen aan het waterschap. Iedereen is aan zet.”