Zuid-Holland levert asielplannen in bij minister: ‘Zware druk op provincie’

Slechts 67 procent van de in Zuid-Holland benodigde opvangplekken voor asielzoekers kan per 1 juli 2025 gerealiseerd worden. Dat meldt Commissaris van de Koning Wouter Kolff in een brief aan de verschillende gemeenteraden in Zuid-Holland. In deze brief meldt hij dat er een verslag naar de minister gestuurd is, waarin de asielplannen in de provincie samengebracht zijn. Hoe het nu verder gaat met de opvang is aan minister Marjolein Faber.

Opvang van asielzoekers aan de gemeentegrens bij de TU Delft | Foto Lex Veldhoen
 
Genoeg opvangplekken regelen, is een uitdaging in deze provincie. Eerder al berichtte Omroep Delft dat het in de Prinsenstad (op zijn best) net aan lukt genoeg plekken te realiseren. In de provincie komt men per 1 juli tot 67 procent van het benodigde aantal van 19.776 bedden. Dit betekent concreet dat er op dat moment plek is voor 13.205 asielzoekers in Zuid-Holland, wat 6.571 minder is dan de doelstelling. Per 1 februari 2026 zijn er naar verwachting meer opvangplekken bij, tot een totaal van 15.180. Daarmee is tegen die tijd voldaan aan 77% van de doelstelling.  

 

Commissaris van de Koning Kolff wijst er ondertussen op dat het in Zuid-Holland moeilijk is om het gewenste totaal aan opvangplekken bij elkaar te sprokkelen. “In mijn verslag vraag ik uitdrukkelijk aandacht voor de zware (sociale) druk die reeds op onze verstedelijkte provincie ligt en de behoefte aan duidelijkheid over het landelijke asielbeleid.” Daarbij schrijft hij over zorgen over ‘randvoorwaarden’ als ‘voorzieningen op het gebied van onderwijs, zorg, participatie en veiligheid’. Doordat Zuid-Holland in de woorden van Kolff ‘verstedelijkt’ is, is het hier moeilijk de fysieke ruimte te vinden voor opvangplekken én deze bijkomende voorzieningen. 

 

Onzekerheid 
Ondertussen is het onzeker hoe het nu verder gaat met de asielopvang. In zijn brief aan de gemeenteraden legt de Commissaris van de Koning uit dat minister Agema op basis van provinciale verslagen een plan maakt. Er moet namelijk een oplossing komen voor het tekort aan opvangplekken dat nog steeds bestaat, ondanks de vele plannen die gemaakt zijn. Kolff schrijft hierover: “De minister verwerkt de resterende asielopgave in een verdeelbesluit en zal dit verdeelbesluit bekend maken voor het einde van dit jaar.” Deel van dit besluit zou kunnen bestaan uit het nemen van maatregelen om gemeenten te dwingen meer opvangmogelijkheden te creëren. Deze gehele procedure komt echter voort uit de Spreidingswet. Deze wet is nu juist een doorn in het oog van het zittende kabinet én minister Agema in het bijzonder. Hoe zij invulling geeft aan het verdeelbesluit is dus een vraagteken. 

 

Hierover vraagt Kolff duidelijkheid. Hij schrijft: “Samen met de andere commissarissen van de Koning roep ik het Rijk op om de Spreidingswet uit te blijven voeren, een ruimtelijke bijdrage van uit het Rijk te doen en er alles aan te doen om de voorwaarden voor het tot stand brengen van stabiele opvangvoorzieningen te verbeteren.”